7 vragen aan...
Raoul de Jong (1984), acteur en schrijver, publiceert sinds 2001 columns in het online jongerenmagazine Spunk, die inmiddels ook in NRC Handelsblad verschijnen. Najaar 2004 kwam Stinknegers uit, de weerslag van een vier maanden durende reis door West-Afrika. In 2004 speelde hij de hoofdrol in een toneelbewerking van De gouden druppel door het RO-theater, had hij een gastrol in Zoop, de kindersoap van Nickelodeon en speelde hij in verschillende reclamespotjes. Raoul de Jong studeert literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Onlangs verscheen zijn debuutroman Het leven is verschrikkulluk! bij uitgeverij Augustus (zie recensie op p. 14).
Wat is je vroegste herinnering?
Mijn moeder had een keer tomatensoep met perziken gemaakt. Van die halve perziken uit blik. Eigen receptje. Heel vies. Ik was een jaar of vier, denk ik. Ik weet nog dat ik 's nachts de huiskamer binnenkwam, waar mijn moeder op de bank naar de tv zat te kijken, met een hand op mijn buik, en kreunde: ‘Mama, ik voel me niet goed.’ Dat beeld van mijn moeder op de bank staat me vooral bij. Achter haar was het donker, het was al heeeel laat. Dat was een beetje eng, een beetje deprimerend ook, die donkere wereld. Toen moest ik kotsen.
Waar heb je echt een hekel aan?
Een echte hekel heb ik maar aan weinig dingen. Ergeren doe ik me wel vaak. Hoe ongelukkiger ik ben, aan hoe meer dingen ik me erger. Meestal ben ik moe en ongelukkig, maar vandaag was zo'n dag dat alles goed was. Vanochtend naar Amsterdam om de revisieproef van m'n boek te lezen bij de uitgeverij. Het raakte me, wat er stond. Ik moest lachen, soms, voelde weer wat ik voelde toen het verhaal gebeurde in werkelijkheid. En waarom ik het wilde schrijven. Eindelijk kon ik het boek en de periode waarover het gaat, achter me laten. Een magisch gevoel.
In de trein terug naar Schiedam belde een vriendin, dat ik in de Elle sta. De allereerste recensie. Ze noemden mijn boek vurrukkulluk en hilarisch! Ik belde mijn agent om te zeggen hoe blij ik was met wat ze voor me heeft gedaan. Dat zij mij heeft geholpen mijn verhaal te vertellen... geen woorden voor. Wat hou ik van haar! En wat was het fijn om dat tegen haar te zeggen. Het begon te regenen, keihard, maar ik bleef gewoon staan, het had wel wat. Toen reed er een meisje op de fiets voorbij en riep: ‘He, jij bent toch die schrijver?!’
Wat is jouw recept tegen een rothumeur?
Boeken lezen. Gewoon, thuis, op de bank, in Schiedam, ver weg van alles. Even niet denken aan je eigen problemen. En natuur. Gewoon zitten en zijn en dan proberen je niet bewust te zijn van dat je daar zit en dat je daar bent en hoe ontzettend interessant dat er wel niet uit moet zien. Wat meestal niet lukt, maar soms is een poging genoeg. Al kies ik in werkelijkheid vaker voor een biertje.
Wat zou je willen veranderen aan jezelf?
Ik doe te vaak concessies aan mijn luiheid. Dutjes doen terwijl ik eigenlijk rekeningen moet betalen, mensen moet bellen, een stukje moet schrijven. De dingen die ik maak zijn daardoor niet altijd even goed als ze zouden kunnen zijn. En mensen worden boos, voelen zich gebruikt. Ik kom niet altijd op voor de dingen waar ik in geloof. Dan wil ik geen ruzie en lul met mensen mee, of hou mijn mond. Dat vind ik eigenlijk het ergste.
Welk boek heeft jouw leven veranderd?
Ik weet niet of er boeken zijn die mijn leven echt veranderd hebben. Wel boeken die precies kwamen op het juiste moment. Kartonnen dozen van Tom Lanoye en Brandende liefde van Jan Wolkers. Ik las ze vlak voor mijn eindexamen, nadat mijn moeder me uit huis had gezet, toen ik woonde bij mijn tante die net midden in een scheiding lag. Ze gaven hoop, deze boeken. Dat het leven ondanks, of juist dankzij, al het drama best wel leuk en mooi en fijn en grappig kan zijn, als je er van een afstandje naar kijkt. De biografie van Andy Warhol las ik ook in die tijd. Werkte ook relativerend, zo'n groots en meeslepend levensverhaal. Dat het leven een verhaal is, soms mooi, soms kut, maar het gaat altijd weer door. De dood is pas het einde, en je kan maar beter zorgen dat je voor die tijd genoten hebt. Zoiets.
Wat is belangrijker, vorm of inhoud?
Toch de vorm denk ik. De toon, de manier van tegen de dingen aankijken, zorgt ervoor dat ik een boek wil uitlezen of niet. Humor is belangrijk, relativering. Eerlijkheid ook, dat het natuurlijk is, de woorden en de zinnen. Dat je niet het gevoel krijgt dat de schrijver achter zijn computertje is gaan zitten en dacht: zo, laat ik nu eens hele mooie zinnen gaan bedenken waar mensen heel erg van onder de indruk zullen zijn. Als de toon me aanstaat doet de inhoud er eigenlijk niet zoveel toe.
Aan wie moet Passionate Magazine eens aandacht besteden?
Schrijvers met een interessant leven. Vaandrager bijvoorbeeld, hadden jullie een paar jaar geleden een themanummer over. Had nog nooit van hem gehoord voordat dat nummer er was. Daar hou ik van, dat het niet alleen over het werk van een schrijver gaat, maar ook over zijn mateloze alcohol en drugsmisbruik, de dramatische dood van zijn eerste vrouw, zijn sluimerende homoseksualiteit, over de tijd waaruit hij komt, de stroming waar hij toe behoorde...