doch met verve, af op de bühne, waar dichter na dichter door diens voorganger naar grotere hoogten werd gestuwd, aangespoord door het alsmaar nieuwsgieriger en interactiever gehoor. En dat is de grote kracht van een geslaagde slam: de verhoogde spanning, de drijfveer om op zoek te gaan naar de toppen van je kunnen, de creatieve energie die over en weer stroomt, de momenten waarop de poëzie weer gaat kolken en vonken.
Toch heeft net als een gouden plak ook deze ogenschijnlijk ideale vorm een keerzijde. Want, hoor ik u al denken, als de performance zo'n prominente rol opeist, komt het dan niet steeds weer voor dat de grootste bek, de meest flamboyante excentriekeling, of degene met de beste gimmick sowieso een voorsprong heeft in de race om de hoofdprijs? Is het niet gewoon té makkelijk wanneer light verse slamveteraan Quirien van Haelen bij zijn evergreen ‘Febrèze’ het daadwerkelijke schoonmaakartikel tevoorschijn haalt om als een ware revolverheld het welriekende spul in de rondte te sproeien? Worden de muze en haar zusters niet stiekem bedrogen door grappen en grollen of hapklare Eminem-imitaties? Als we een gemiddelde poetry slam vergelijken met de Write Now! schrijfwedstrijd kan ons al snel het gevoel bekruipen dat in het laatste geval een eerlijker afgewogen oordeel valt dan in het eerste, waarbij de nadruk lijkt te liggen op korte termijn scoren. Bovendien is een ingezonden verhaal of gedicht tamelijk anoniem, het kan zich niet verschuilen achter een stoere blik of welluidende stem. En hoewel sommige slams wel degelijk worden beoordeeld door een vakkundige jury geeft normaliter applaus de doorslag. Kortom, de vraag knaagt of poetry slams wel zo eerlijk zijn.
Maar eigenlijk gaat daar een andere vraag nog aan vooraf. Want als we ervan uit gaan dat het oordeel van een jury, die tenslotte ook ‘maar’ uit mensen bestaat, bij voorbaat de voorkeur verdient boven dat van een willekeurige groep toehoorders, gaan we er dan niet ook stilzwijgend van uit dat er een verschil bestaat tussen de zogenaamde objectiviteit van beiden? Toegegeven, jury's worden vooraf geselecteerd op kennis en ervaring in het betreffende (dan wel een aangrenzend) vakgebied, in tegenstelling tot betalende bezoekers. Maar waarom zou die laatste groep, behept met gezond verstand, een aandachtig oor en eigen mening, minder in staat zijn kwaliteit te herkennen? Wie bepaalt überhaupt wat kwaliteit is? Zijn dat de recensenten, de academici, de hoge heren in hun grachtenpand, of is dat Janneke-met-de-pet voor wie poëzie ineens springlevend is geworden? Als literatuur, poëzie, of welke kunstvorm dan ook, een rol van betekenis wil spelen in de manier waarop we de wereld zien en benaderen, wordt het dan niet tijd om te erkennen dat de beleving van kunst altijd subjectief zal zijn? Om dus te luisteren naar de manier waarop kunst die rol al dan niet naar behoren vervult?
Zolang dat niet gebeurt, zolang we ons nog blind staren op de gedoogde censuur van een elite, zal kunst nooit in staat zijn om in het dagelijks leven jong en oud, van elke snit en achtergrond, te wapenen voor de confrontatie met deze grote, rare, prachtige, wrede wereld, en zich blijven verstoppen in veel te dure ivoren torens. Poetry slam is bij uitstek een vehikel voor hen die kunst weer verrassend willen laten zijn en doet dat met geheel eigen waarden én beperkingen. Het tast vastgeroeste ideeën aan en stelt moderne wetten. De wedstrijdvorm is daarin eenvoudigweg een poging luisteraars, en wie weet toekomstige lezers, persoonlijk te betrekken, hun eigengereide huis- tuin- en keukensmaak serieus te nemen en een plek te geven in het culturele discours. In die zin stelt het zich nadrukkelijk naast, in plaats van tegenover, de traditionele schrijfwedstrijden, omdat het in feite een nieuwe vorm, ja ik zou bijna zeggen een nieuw medium creëert, waarin woorden de hoofdrol spelen. Eén van de meest opvallende verschijnselen die in het kielzog van poetry slam ontstaan zijn is de trend van (veelal buitenlandse) dichters om cd's in plaats van bundels uit te brengen.
De vraag of poetry slam wel of niet eerlijk is, is voorbijgaan aan de vraag die poetry slam aan de gevestigde orde stelt.
En de dames en heren dichters? Die willen uiteindelijk niets liever dan een kans om op het podium te staan en hun verzen vleugels te geven. Woorden gaan altijd boven winnen. En zo ontstijgt poetry slam het imago van Idols en toont zich de Olympische Letteren. Aan aanstormende taalatleten de taak de vlam des slams hoog te houden, en brandend van passie voor poëzie.
Maar jullie, nu nog anonieme Write Now!-adepten, gaan natuurlijk wél voor poen en oneindige faam. De wereld is geen open podium! En terecht, hoor ik al mompelen. Oké, super. Weet dan wat je te doen staat. Kruip achter die monitor en laat je toetsenbord rammelen van ambitie. Roffel dadendrang. Spel ‘prestatie’ foutloos.
En laat de jury juichen.