Ik heb mijn vader altijd gewantrouwd. Hij heeft geen wallen. En wast elke week zijn auto.
Een echte man heeft wallen. Dat komt omdat hij de hele nacht seks heeft en vervolgens naar zijn werk moet. In het weekend moet hij doodop zijn en geen zin hebben om zijn Ford Escort te wassen, waxen, poetsen, zemen en stofzuigen.
‘Zal ik de auto wassen?’ vroeg ik vroeger wel eens op zaterdagochtend, hopend op meer zakgeld.
Mijn vader stond fluitend in de keuken emmers met water te vullen en schudde zijn hoofd. ‘Dat doe ik zelf wel.’
Volgens mij hebben mijn ouders nooit seks gehad.
Mijn ouders zijn nogal lelijk. Misschien dat ze daarom nooit foto's maken.
Het was me trouwens al vaker opgevallen dat mijn ouders er een beetje eng uitzagen. En ik niet.
Op mijn tiende heb ik het zelfs tegen mijn ouders gezegd. We aten Chicken Tonight en keken naar Het Klokhuis. Ik zei: ‘Pa, hoe komt het dat jij kaal bent, puisten op je hoofd hebt en ook nog eens scheel kijkt?’
Hij verslikte zich in een stukje kip. Mijn moeder sloeg op z'n rug.
‘En ma,’ ging ik verder, ‘waarom is jouw neus zes keer zo groot als de mijne?’
Ik was op jonge leeftijd al erg bijdehand.
‘Yusef,’ riep mijn moeder, ‘naar bed!’
‘Maar ik heb mijn eten nog niet op!’ Ik nam een hap rijst. Toen kreeg ik een klap. Hij was van mijn vader. Ik kreeg tranen in mijn ogen en moest huilen. Als ik later met mijn droomvrouw trouw, zal ik nooit kinderen nemen. Maar mocht ze mijn haren grijs zaniken dat ze zo graag allemaal kleine Yusefjes van me wil, dan zal ik zwichten. Maar nóóit zal ik mijn kinderen slaan. Een vader slaat zijn kind niet.
Ik hoor een zacht gezoem wanneer ik naar buiten loop. Mijn vader is zijn wagen aan het stofzuigen. Ik loop hoofdschuddend de straat uit. Op weg naar Khalid. Hij is gisteren met de auto van zijn vader tegen een paard aangereden, in z'n achteruit. De bumper eraf en het paard kreupel. Khalid beweerde dat hij niks in z'n achteruitkijkspiegel had gezien. Het meisje was woedend. ‘Niets gezien!?’ schreeuwde ze. ‘Hoe bedoel je? Ik stond gewoon stil. Debbie was aan het poepen.’ Khalid pakte een briefje van honderd uit zijn portemonnee.
‘Wat moet ik daar mee?’ krijste het meisje.
‘Een nieuw paard kopen. Of leuke kleding.’
Het meisje heeft een stok gepakt en is op de ruiten van de auto gaan slaan. Khalid heeft haar beetgepakt en met haar hoofd in de verse drol van Debbie geduwd.
Khalid heeft nog altijd heimwee naar Marokko. Elk uur van de dag mist hij de cultuur. Hij heeft hier nooit kunnen aarden. Elke zomer gaat hij naar Marokko. Om zijn oma te zien, en zijn opa. En z'n ooms, tantes, neven en nichten. Later wil Khalid in Marokko gaan wonen.
Wij gaan nooit naar Marokko. Toen ik naar de brugklas ging, heb ik mijn moeder weken lang aan haar kop gezeurd waarom wij nooit op vakantie gingen naar Marokko.
‘Omdat je vader en ik van Zweden houden.’
‘Gaan we alweer naar Malmö?’ zuchtte ik. ‘Ik wil ergens anders heen.’