| |
| |
| |
Het spiegelhuis
Nieuwe gothic in film, een kritiek op onszelf
Annemarie Opmeer
‘Imagine that we are sitting in an ordinary room. Suddenly we are told that there is a corpse behind the door. In an instant, the room that we are sitting in is completely altered; everything in it has taken on another look; the light, the atmosphere has changed, though they are physically the same. This is because we have changed. That is the effect I want to get in my film.’ - Carl Dreyer, producer and director of Vampyr (1932)
Griezelverhalen zijn van alle tijden, maar de gothic als specifiek genre is nog niet zo oud. De eerste vormen van gothic horror doken op in de 18e eeuw, als reactie op radicale veranderingen in de maatschappij. De Verlichting en de Industriële Revolutie riepen angst op voor de gevolgen van deze ontwikkelingen, en een verlangen naar verdwenen mystiek. Dit vond zijn weerslag in de cultuur en het gevolg was dat een massaproductie aan gotische romans, gothic novels, verscheen. Het genre bleek zeer populair. Maar daarna hield het niet op. Gothic is in veel vormen verschenen en altijd wel populair gebleven.
Ook tegenwoordig is er een voedingsbodem voor gothic te vinden. Opnieuw worden we geconfronteerd met radicale veranderingen. In het afgelopen decennium werden nieuwe technologische ontwikkelingen en nieuwe vormen van media onze belevingswereld binnengebracht. Internet, mobiele telefonie, geïntegreerde telecomnetwerken, allemaal deel van de digitale revolutie, zoals men het noemt. Een ontwikkeling die op dit moment is uitgemond in stukjes techniek - robots als huisdier. Maar ook op het gebied van de biogenetica zijn er grote doorbraken geweest, waaronder het klonen het meest tot de verbeelding spreekt. Het effect was euforie over de nieuwe, onvermoede mogelijkheden, maar ook verontrusting over diezelfde mogelijkheden. De zo goed als zelfdenkende stukjes techniek en de mogelijkheid tot onbeperkt kopiëren van levende wezens, het maakt ons maar wat onrustig.
Dit is het perfecte klimaat voor hedendaagse gothic horror. Deze ‘new gothic’ heeft nieuwe onderwerpen, nieuwe verontrustende conclusies en, zoals te verwachten valt, niet alleen de roman meer als verschijningsvorm. Dankzij de opkomst van nieuwe massamedia ontstaan er verhalen over deze ontwikkelingen, over ruimtevaart, cyberspace of gentechno- | |
| |
logie. En ook bij het produceren wordt er gretig gebruik gemaakt van alle technologische vooruitgang. Films, televisieseries, computergames, videoclips, het is er allemaal.
| |
Succesrecept voor onrust
Op het eerste gezicht zijn er al een aantal films aan te wijzen die de principes van de klassieke gothic nog volgen. De vele, zeer populaire vampierfilms van de afgelopen tijd, zoals Interview with the vampire, Queen of the damned of Blade laten gotische tijden herleven, vaak met een modern tintje. Maar er zijn meer, vaak onverwachtere plekken aan te wijzen waar gothic elementen voorkomen. Er zijn overeenkomsten tussen de klassieke gothic novel en de manier waarop tegenwoordig in film onrust wordt opgeroepen. Deze films zullen niet direct als gothic gekarakteriseerd worden, maar bevatten wel elementen die gezien kunnen worden als nieuwe verwerkingen van gothic. Deze nieuwe gothic heeft het genre namelijk opgevat als een methode, een manier van werken en kijken, die gemakkelijk ook in andere genres verwerkt kan worden. In film betekent dit, dat er niet per definitie een klassiek gotisch verhaal hoeft te worden verteld, zoals vampierfilms en nieuwe verfilmingen van Frankenstein nog wel doen. Andere genres, die geen klassiek gotisch verhaal vertellen - voornamelijk horror of science fiction - verontrusten de kijker op dezelfde manier die de gothic novel eigen was. Klassiek verhaal of niet, de methode blijft hetzelfde.
Veel elementen die karakteristiek zijn voor de klassieke gothic novel blijven terugkeren, vaak in nieuwe vorm. Een goed voorbeeld is het huis. Het afgelegen huis met het geheim uit de gothic novel, wordt in de huidige verwerking bijvoorbeeld een eiland waar men dinosaurussen kweekt, zoals in Jurassic Park, of een ruimteschip met buitenaardsen aan boord verstopt, of Area 51, het geheime terrein waar de Amerikaanse overheid het bestaan zelfs van ontkent. De ongekend populaire televisieserie X-files maakt ook uitermate handig gebruik van het verontrustende idee dat er dingen geheim worden gehouden, ergens verstopt in het overheidsapparaat, die bedreigend kunnen zijn. Ook de zogenaamde labyrintische structuur, die in de gothic novel veel gebruikt wordt, keert terug. Was het eerst het huis met teveel kamers en trappen, of het bos waarin men kan verdwalen, nu wordt het de moderne stad, soms ook deep space, de game-wereld in eXistenZ of de matrix in The Matrix. Uiteraard zijn ook computergames voornamelijk afhankelijk van het labyrint, een onoverzichtelijke structuur waarin gevaar dreigt dat vaak niet gezien kan worden. Het is de suggestie die telt.
De grote overeenkomst tussen de klassieke en moderne gothic is de verontrusting die ontstaat, als er iets in de werkelijkheid gebeurt wat niet klopt. Dit kan zowel het verschijnen van een spook als het opduiken van een dinosaurus zijn. Het kan de ontdekking van een lijk op zolder, of een alien in de borstkas zijn. Hoe dan ook, er zijn grenzen overschreden, die we als zekerheden beschouwden. Een mens is een mens, levend is levend, dood is dood. Maar dat valt moeilijk vol te houden als een vampier het op je gemunt heeft, of als je, als Ripley in Alien, ontdekt dat je gezagvoerder een cyborg is. Als de simpelste wetmatigheden overschreden worden, wordt er getornd aan het wereldbeeld. Een vampier zonder schaduw, zonder spiegelbeeld, het is verontrustend. De begrijpelijke wereld zoals we die kenden bestaat niet meer. En dat is beangstigend. Want als dit niet klopt, als dit kan, wat kan er dan nog meer?
Het overschrijden van de grens tussen werelden, het doorbreken van andere werelden in deze wereld is een terugkerend thema. Vroeger waren het de doden die terugkeerden in de wereld van de levenden, wellicht ook dook er ineens een echtgenote of kind uit een vorig huwelijk op, of bemoeiden wezens van de nacht zich met de dagelijkse realiteit van de mens. Nu zijn het buitenaardse wezens die de aarde overnemen, dinosaurussen die plotseling in de moderne wereld terechtkomen of de virtuele wereld die in de realiteit doorlekt. Werkelijkheid is maar een relatief begrip.
De films van David Cronenberg zijn hier een mooi voorbeeld van. In zijn film eXistenZ is het de realiteit van een computergame die overloopt in de echte wereld en andersom. Het allernieuwste computerspel uit de film, genaamd eXistenZ, is voorzien van veel grensoverschrijdende technologie. De spelcomputer is gemaakt van natuurlijke en synthetische materialen en is half dier, half machine, en het spel wordt gespeeld door de hybride te verbinden met het lichaam. Men schiet een poort in de onderrug en plugt daarin een op een navelstreng gelijkend koord. De beleving van het spel omvat zo het hele lichaam en het spel lijkt echter dan echt. De dreiging die hiervan uitgaat komt van het besef dat er bijna niets is wat de echte wereld van de game-werkelijkheid onderscheidt. Allereerst voelt de spelrealiteit heel echt, later voelt de realiteit juist erg nep, net zo lang tot niet meer duidelijk is wat nu echt is en wat niet.
| |
| |
Op soortgelijke wijze werkt The Matrix, met als opvallend verschil dat het probeert buiten de film-werkelijkheid te stappen. In het verhaal wordt de werkelijkheid ontmaskerd als een virtuele constructie, in ‘werkelijkheid’ ligt men ergens in een postapocalyptische wereld verbonden aan een computer, waarin de werkelijkheid die men ziet wordt gegenereerd. Het beoogde effect is dat de kijker ook gaat twijfelen aan alles wat hij ziet. Het is tenslotte niet te merken of de wereld waarin we rondlopen nu echt is of niet. Bepaalde zekerheden lijken ineens een stuk minder zeker.
| |
Het kroost van ons kunnen
Vaak ook heeft de opgeroepen onrust te maken met het kunnen van de mens zelf. Vooral moderne biogenetica spreekt tot de verbeelding. Klonen, gentechnologie, overschrijdt het niet een grens, moeten we niet stoppen? Het recente Jurassic Park doet erg denken aan Dr. Frankensteins poging iets weer tot leven te brengen door middel van ‘moderne’ wetenschap. Ook in X-files wordt er geregeld een aflevering besteed aan verkeerd uitgepakte genetische experimenten. Godzilla is een onverwacht voorbeeld van een film waarin de mens op symbolische wijze met zijn eigen hoogmoed geconfronteerd wordt. Het monster Godzilla dook voor het eerst op in de Japanse cinema in 1954. Ontstaan door Amerikaanse atoomproeven en eenmaal ontwaakt steden platstampend, stond het monster toen symbool voor de destructieve neiging van de mens, en dan nog voornamelijk van Amerika. Dat het monster in de recente verfilming onder Manhattan opduikt, is dan geen verrassing.
In dezelfde film is iets opvallends te zien. Wat een goed einde lijkt, blijkt achteraf het begin van erger. Een mooi afgesloten einde in films wordt vaak tegengehouden door de vreemde eigenschap van het kwaad zich voort te planten. Ook al is Godzilla dood, het monster bleek tweeslachtig, en dus eigenlijk, zoals in de film wordt geaccepteerd, een vrouwtje. Ergens onder de stad ligt nu dus, onzichtbaar voor iedereen behalve de camera, een lading nieuwe Godzillas op de loer. Ook in Jurassic Park blijkt voortplanting datgene te zijn wat de wetenschappers op het eiland nekt. Alle gekloonde dino's zijn vrouwtjes, maar dankzij genetische reconstructie zijn zij in staat van geslacht te veranderen, en dus zich voort te planten. Ook al lijkt het tegen het eind van de film over te zijn met de regen, de nacht en de ellende, het stiekeme glibberige nageslacht zorgt voor een open einde en ruimte voor een vervolg. Was men er maar afgebleven. In de Alien-films is ook zoiets aan te wijzen. In Alien 3 is voortplanting al een thema, als Ripley een vrouwelijke alien in haar eigen lichaam ontdekt en men dus nog niet van de ellende verlost is. Gelukkig pleegt zij aan het einde van de film zelfmoord, om de wereld te behoeden voor het kwaad. In Alien resurrection wordt er nog een schepje bovenop gedaan. Eerzuchtige, te nieuwsgierige wetenschappers besluiten de gestorven Ripley terug te klonen om het wezen in haar lichaam te onderzoeken. Deze combinatie van voortplantingstechnieken komt verkeerd uit de verf. Ripley heeft grote moeite met de status van bijproduct en de gekloonde buitenaardse wezens, wederom vrouwtjes, blijken te slim om door de mens onder controle gehouden te worden.
Het ontstaan of creëren van leven is iets ongrijpbaars en wekt zowel ontzag als vrees op. Natuurlijke voortplanting en zeker kunstmatige voorplanting overschrijden de grenzen van dood en leven. De wereld is niet meer wat 'ie was en dood is niet eens meer echt dood. Een monster is al eng, maar als het een vrouwtje is, is de horror nog groter. Bovendien zijn de producten van kunstmatige voortplanting, de kinderen van de wetenschap, het levende bewijs van de kunde, maar ook van de hoogmoed van de mens. Zodra het een eigen wil krijgt, zoals het monster van Frankenstein en talloze andere creaturen, ontstaan er
| |
| |
problemen. Een gekloond of kunstmatig verkregen wezen lijkt daarin op het kind van onwettige afkomst uit de klassieke gothic novel, dat verstopt wordt en niet dezelfde rechten krijgt. Het familiegeheim, de stommiteit begaan door de heer des huizes, moet stil gehouden worden. En het is door alle films een wetmatigheid geworden, dat als men ergens vanaf wil of iets wil onderdrukken, het juist harder terugkomt. Ook moderne gothic is familiehorror.
| |
Parodie op een parodie
Een onverwacht middel dat gothic ter beschikking staat is de parodie. De overdaad, de clichés en symboliek, die gothic vaak ten tonele brengt, zijn een overdreven versie van de werkelijkheid. Oorspronkelijk was deze vorm van parodie niet bedoeld om leuk te zijn. Het werd ingezet om te laten zien hoe pijnlijk belachelijk of zinloos bepaalde maatschappelijke conventies zijn. Vooral als het de confrontatie aangaat met volledig onbegrijpelijke fenomenen. De manier waarop we met elkaar omgaan, waarop we dingen denken te begrijpen, wordt belachelijk gemaakt, omdat het niet meer voldoet in een wereld van geesten of buitenaardse wezens. Een vampier, bijvoorbeeld, sterft slechts op zeer specifieke wijze, niet zomaar zoals gewone mensen sterven, dat doet 'm allemaal niets. En het is bijna pijnlijk aandoenlijk om te zien hoe iemand denkt met een mes of pistool een Highlander of de Terminator tegen te houden.
Maar het is natuurlijk ook mogelijk om de gothic zelf te parodiëren. Tegenwoordig is er een groot aantal immens populaire series met bovennatuurlijke inhoud op televisie, de woensdagavond op Net5 is een sprekend voorbeeld. In series als Buffy the vampire slayer wordt er een overdaad aan monsters, vampiers en demonen opgevoerd. Sommigen zijn ook daadwerkelijk een bedreiging. Het effect hiervan is echter niet de verontrusting en suggestie van gevaar, die men zou verwachten bij demonen. Grotendeels wordt de aanwezigheid van de creaturen normaal gevonden. Als vampierdoder, ‘slayer’, is het natuurlijk Buffy's baan om demonen af te slachten, en dan wordt het al snel routine.
Het spannendste verhaalelement van een nachtelijke scène op het kerkhof is niet de worsteling met een van de vele vampiers, die zij tussen neus en lippen door een houten staak door het hart jaagt, maar de ongemakkelijkheid als een ex-vriendje op komt dagen. Dit ex-vriendje is ook al niet verbaasd over Buffy's aanwezigheid op het kerkhof, of de vampiers. Hij is er zelf namelijk ooit ook een geweest. De spanningsboog wordt veroorzaakt door de wederzijdse emoties. Alle ophef eromheen kan, hoe serieus bedoeld ook, dan alleen maar grotesk en lachwekkend overkomen.
Ook andere personages hebben geheel genormaliseerde vreemde trekken. Anya, het vriendinnetje van de ‘gewone’ Xander kan gerust een ex-demon zijn zonder angst op te wekken bij de andere personages. De manier waarop ze haar best doet om de menselijke aard te begrijpen en kopiëren is juist aandoenlijk en lachwekkend. Geld, gebruiksvoorwerpen, omgangsvormen, ze interpreteert het allemaal net even verkeerd. De legendarische vampier Spike, degene die alle voorgangsters van Buffy de vampierdoder heeft omgebracht, wekt ook meer sympathie dan men op grond van zijn reputatie zou verwachten, zeker wanneer blijkt dat hij verliefd is op de Slayer. En dat Buffy's beste vriendin Willow magie kan verrichten is meestal eigenlijk wel handig, en pas een probleem als het fout gaat. Als Willow dan een vriendje krijgt, is het al bijna niet meer verrassend als hij ook een geheim blijkt te hebben. Hij is een weerwolf. Probleem? Nee, pas als hij een weerwolf van de andere sekse tegenkomt komen er strubbelingen in hun relatie.
Zijn deze series nog wel gothic te noemen? Dat is
| |
| |
Alien resurrection
de vraag. Wat ze wel doen, is op speelse wijze opmerken hoe vreemd ons begrip ‘normaal’ is. Door vreemde dingen normaal te laten zijn, worden normale dingen vreemd en worden we op prettige wijze gewezen op onze beperkte zienswijze.
| |
Angst voor het bekende
Maar het kan ook wat minder prettig. De natuur of herkomst van het kwaad is vreemd, soms buitenaards, soms exotisch, maar kan ons in veel gevallen alleen maar bedreigen door onze eigen fouten. Invasies van buitenaf bedreigen de orde, alles wat we opgebouwd hebben blijkt kwetsbaarder dan voorheen, en de onmacht van veiligheidsinstanties als het leger of de overheid wordt pijnlijk duidelijk. Onze eigen feilbaarheid en hoogmoed worden ook directer aan de kaak gesteld. Dr. Frankenstein en de wetenschappers uit Alien resurrection zijn zelf debet aan de problemen, ontstaan door hun eigen incompetentie hun creatie te beheersen. Ook Godzilla en de andere dino's zijn uiteindelijk een product van menselijk handelen en in de film Outbreak bedreigt een dodelijk virus de mensheid nadat het ontsnapt is door menselijk falen.
Het kan zelfs nog wat dichterbij. Zoals in de klassieke gothic novel de geesten die de hoofdpersoon teisteren vaak bekenden van het slachtoffer zijn, teruggekomen om hem te confronteren met zijn fouten, zo is het ook nu nog. Datgene waar we eigenlijk bang voor zijn, is onszelf. In Psycho en veel andere thrillers wordt duidelijk dat het inderdaad de duistere kanten van het menselijk brein zijn waar we bang voor moeten zijn. En waarom is het zo eng, als blijkt dat men de overheid niet kan vertrouwen? Omdat we ons terdege kunnen voorstellen dat er mensen zijn die vertrouwen beschamen voor persoonlijk gewin of macht. Als we herkennen wat goed is, weten we zeker ook wat slecht is. Zoals in Dr. Jekyl and Mr. Hyde, waar Dr. Jekyl afstand probeert te nemen van zijn slechte eigenschappen door ze een eigen persoon te geven, namelijk Mr. Hyde, zo ook zouden wij de slechte eigenschappen van onszelf willen uitbannen. We hebben een slechterik nodig, die vaak ook enige connectie heeft of gelijkenis vertoont met de op dat moment levende angsten. De slechterik in veel James Bond films is, door zijn accent alleen al, geregeld terug te voeren op een werkelijke geografische plek waar Amerika op dat moment ruzie mee had. Godzilla onder Japan verpersoonlijkt overduidelijk Amerika, maar de Godzilla onder Manhattan uiteraard niet. De reactie op onze overzeese, buitenaardse, maar vaak vooral onethische activiteiten is wellicht niet wat we ervan verwacht hadden. De verpersoonlijkingen van het kwaad zijn zo eng, omdat ze ons herinneren aan wat we eigenlijk wel weten. Dat we eigenlijk helemaal niet weten waar we mee bezig zijn. Veel van onze ondernemingen zijn riskant, veel van onze wetenschap kan verkeerd uitpakken, onze maatschappij kan de gruwelijkste uitwassen doen ontstaan.
De populariteit van het gebruik van deze gothic methodes in films en andere culturele producten, wordt veroorzaakt doordat het een reflectie is van de op dat moment heersende onrustgevoelens. Film-plots, in tegenstelling tot de realiteit, bieden echter bijna altijd een oplossing, al is het tijdelijk. De wereld in de film is bedreigend zoals de echte wereld, maar gestructureerd genoeg om een oplossing te vinden, een bezwering van het gevaar. Iets wat in het echte leven niet zomaar aan komt waaien, dat is helemaal niet zo overzichtelijk als we zouden willen denken. De boodschap van de gothic methode, nieuw of klassiek, is uiteindelijk een kanttekening bij onze opvattingen over realiteit, waarheid en ‘gelijk’. Zogezegd eigenlijk een maatschappijkritiek. Verdraaiingen, uitvergrotingen, bedreigingen of invasies, het leert ons allemaal meer over onszelf dan over de ‘ander’.
|
|