Passionate. Jaargang 10
(2003)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
[pagina 34]
| |
Een laf applaus volgde. Het zaallicht dimde. Gekraak in de boxen. Dan verscheen in zeeblauwe letters op een witte achtergrond de tekst ‘Substaat Redux. Omdat geborgenheid uw recht is’. Als soundtrack was gekozen voor een jazzdeuntje uit een goedkoop keyboard. Beelden van lachende gezinnen die badmintonden op een knalgroen grasveld. Een door de computer geanimeerde vlucht in de hemel boven een hagelwit plein met een groot winkelcentrum, een bioscoop, een zwembad, een bos. Dan weer die tekst. Substaat Redux. Omdat geborgenheid uw recht is. Een zalvende voice-over van een bekende acteur. ‘Welkom in Substaat Redux. Een luxueuze woongelegenheid met vele mogelijkheden voor het gezin. Ongetwijfeld zult u verlangen naar het onbekommerde gevoel dat u nog kende van enkele jaren geleden, nog voordat dit land werd opgeschrikt door ernstige gevoelens van angst en onrust.’ Archiefbeelden van groepen jongeren met bivakmutsen en stokken in gevecht met de Mobiele Eenheid. Brandende hopen vuil in de straten. Huilende moeders. Terug naar de geanimeerde beelden. Een gezin wandelde langs de schappen van een supermarkt. Een jongetje legde een teddybeer in het boodschappenwagentje, de vader lachte hem toe en aaide het jongetje over de bol. ‘We willen u weer terugzetten op de plek die u verdient. Op de plek waar u veilig kunt rondlopen met uw kind of huisdier, zonder angsten. Ontspanning en rust zijn twee belangrijke punten, maar ook zijn er vele arbeidsvoorzieningen. Daarbij wordt u voortdurend beschermd door een professionele eenheid die uw veiligheid waarborgt.’ Een shot van een lachende beveiligingsbeambte die een balletje trapte met een paar gekleurde kinderen. Een andere beambte wees de weg aan een man in een rolstoel met een hond op zijn schoot. ‘Tevens zorgen speciale veiligheidsschilden die in de funderingen van de woningen zijn aangebracht, voor een optimale beveiliging tegen allerlei vormen van terreur.’ Computeranimatie: dwarsdoorsnede van een huis. ‘Om de voltooiing van deze droomstaat rond te krijgen, hebben we uw hulp nodig. Wij zijn u dankbaar dat u mee wilt helpen aan de toekomst van Substaat Redux.’ Shot van een groot aantal personen, blank en gekleurd, lachend in de camera, hand in hand. Weer die zeeblauwe letters. Substaat Redux. Het kant-en-klare jazzmuziekje zette weer in. Applaus uit de zaal. Gejoel. Ik zag Thelmex glunderen in het publiek. Ook hij klapte enthousiast. Een tweede spreker besteeg het podium. ‘Mag ik mij voorstellen. Mijn naam is Van Zanem, ik ben als trotse directeur van Snetson Architecten verantwoordelijk voor de inrichting van Substaat Redux...’ We ontvingen een brochure, bedoeld voor de toekomstige bewoners. Gedrukt op glanzend papier.
1. Wonen wordt weer wonen.
Zoals u ongetwijfeld zat zijn opgevallen wordt u, de plichtsgetrouwe burger van dit land, al geruime tijd opgeschrikt door relletjes, plunderingen, brandstichtingen en andere vormen van criminaliteit op straat. U bent zich onveilig | |
[pagina 35]
| |
gaan voelen. Of u bent ten prooi gevallen aan de vernietigende stress-situaties van het bedrijfsleven en zit thuis op de bank. Of er is een dierbaar persoon overleden en u vereenzaamt. Hoe dan ook: u wilt ergens terecht, maar waar? Een onderzoeksteam dat geselecteerd werd uit de meest bekwame ambtenaren en professoren van dit land, verrichtte intensieve arbeid en kwam al in 19** met een conclusie: een deel van het volk geeft de voorkeur aan een leven in een gebied waar strikte controle wordt uitgevoerd om gevoelens van ongemak zoveel mogelijk uit te bannen. Nu is er dan eindelijk een oplossing: een substaat. Wat houdt zo'n substaat nu precies in? Een belangrijk verschil met de stad of het dorp waarin u nu woont, is dat er continu zorg wordt gedragen voor uw veiligheid in de woonwijk. Er wordt helderheid gecreëerd door zorgvuldig na te gaan wie de substaat binnenkomt en weer verlaat. Zo kunt u veilig 's avonds over straat om de hond nog even uit te laten. Zo kunnen uw kinderen in alle rust hun sport beoefenen op een groot sportveld zonder dat u er per se bij hoeft te zijn. Wonen wordt weer wonen. De gangbare procedure in de substaat zal middels een elektronisch vingerafdruksysteem werken. Wanneer u bijvoorbeeld 's avonds uit uw werk komt, registreert ons systeem dat u binnen bent. Zo kan niemand op uw naam binnen. Het is zeer eenvoudig. Eenmaal binnen de substaat wordt uw gevoel van veiligheid versterkt door een speciaal team dat in de wijken rondloopt.
*
Ik wandelde wat rond na de informatiebijeenkomst. Bij de balie pakte ik een folder. Voor de gestresste reiziger die de spieren los moest krijgen bood het motel een klein zwembad. Grote ramen aan de oostzijde gaven ruim zicht op iets wat op een natuurreservaat leek. In de ruimte hing een frisse dennengeur. Er speelde voortdurend rustgevende dwarsfluitmuziek. Wie 's nachts aan de zijkant van het gebouw stond zal het vage, opgloeiende blauw van de lampen in het zwembadwater tussen de pijnbomen en sparren hebben zien schijnen - maar wat een argeloze zwemmer in het bad snel zou vergeten, is dat achter die groene strook een snelweg lag. In de lounge klonk een synthesizerversie van ‘How about us?’ van Champaign. Een mooi meisje poetste glazen droog. Ze had zwart haar en droeg een zwarte, strakke blouse waarvan ze de mouwen had opgestroopt. Haar bovenlip was mooi vol. Hoe anders dan mijn eigen bonige Lisa. Aan de bar hing een zakenman met een rood aangelopen hoofd. Hij was dronken, bralde voor zich uit. ‘Mijn leven, mooi meissie, mijn leven holt me uit.’ ‘Bof jij even,’ zei het meisje mat. ‘Ik meen het, hè. Vroeger las ik nog wel eens een boek of zo, maar nu...’ De man maakte een wegwerpgebaar met zijn hand. ‘Boeken lezen is niet meer aan me besteed. Boeken lezen is verbannen. Door Marquis de Sade. Ook vrouwen komen niet meer. Ja, escortservice.’ Hij maakte een v-gebaar met zijn vingers en bewoog zijn tong ertussen. ‘Escortservice, maar relaties? Relaties, met liefde en warmte, vergeet het maar. Ver-geet het maar me-vrouw-tje. Godverdomme. Geef mij nog een whisky.’ ‘Dat lijkt me niet verstandig.’ ‘Ik ben ook niet verstandig en bovendien volledig uitgeteerd, wat maakt die ene whisky nog uit? O - God o God.’ Hij sloeg met zijn vlakke hand op zijn voorhoofd. ‘Godverdommedommedomme. Godver. Godvergod... verdom-me.’ | |
[pagina 36]
| |
‘Jaja,’ gaapte het meisje en pakte een nieuw glas om af te drogen. ‘De bar gaat zo sluiten.’ De man stak zijn trillende wijsvinger in de lucht en zette een fluisterstem op. ‘Als ik me straks omdraai, wat denk je dan dat ik z-zie?’ ‘Hetzelfde als ik waarschijnlijk.’ ‘Nee, meissie. Weet jij wat ik zie als ik een whisky 'tje teveel op heb, weet jij wat ik dan zie?’ ‘...Nou?’ ‘Dan zie ik mezelf in honderdvoud. Een zee van gezichten, alle gezichten zijn als mijn gezicht. Ik ben gekopieerd. Daar sta ik aan de gokkast, daar telefoneer ik, daar sta ik en eet een Bifiworstje uit de automaat en weer een andere ik opent zijn koffer en leest zijn papieren door en dan nog een stuk of zesennegentig gekken die op me lijken - kun je je voorstellen hoe dat is?’ ‘Nee, niet echt nee,’ antwoordde het meisje. Ik keek de lege lounge door en stelde me voor dat er inderdaad honderd exemplaren van die vent rondliepen. ‘Het enige medicijn is een vrouwtje, een kindje, een hondje - maar ik kan het niet meer, meissie, ik kan het niet meer. Te vaak heb ik het geprobeerd, wat ben ik toch een lamlul. Och, wat ben ik toch een lamlul. Natuurlijk moet ik dood.’ Met zijn vinger probeerde hij de laatste druppels whisky uit zijn glas te lepelen. ‘Hé, jongen,’ zei hij en keek me aan, zijn kin naar achter, de waterige ogen nog net zichtbaar. ‘Hé, vind jij soms ook dat ik dood moet?’ ‘Ik vind niks,’ antwoordde ik. ‘Jij vindt... jij vindt níks..? Het poldermodel. Grote jongen, toe maar.’ Met mijn vingers voelde ik aan de autosleutels in mijn zak, gereed om zo te vertrekken. ‘Jullie willen allemaal dat ik doodval zeker?!’ schreeuwde hij naar het grote niets in de lege lounge. ‘Jij daar, met die stropdas die daar god-ver-domme bámi zit te vreten uit een plastic bakkie,’ hij wees naar een lege stoel in een zitgroep rond een salontafel, ‘jij wil me geradbraakt zien! Geradbraakt!’ ‘Meneer, wilt u alstublieft stil zijn, u bent hier niet alleen,’ siste het meisje. ‘O ja? O ja?!’ De man trok zijn stropdas los en begon over de vloer te kruipen en met vervormde stem te kermen. ‘Ik moet dood! Ik moet doo-hoo-hood!’ Het meisje toetste op een telefoon achter de bar een nummer in. ‘Terry, kun je hier komen? Een lastige klant.’ Na enkele ogenblikken kwam een boomlange en brede Antilliaan met snor, gekleed in een uniform, binnen. Hij pakte de dronken man in de brandweergreep. ‘Laat me los!’ gilde de zakenman en spartelde met zijn armen. Terry liet de man los, die hard op de vloer donderde. Terry trok hem omhoog en pakt de man in zijn nek. ‘Kop dicht!’ commandeerde Terry. De zakenman spuugde in zijn gezicht. Uiterst kalm pakte Terry met zijn nog vrije hand een zakdoek uit zijn broek en veegde zijn gezicht schoon. Hij borg de zakdoek op, maakte met zijn enorme hand een vuist. De zakenman zweeg en slikte. ‘Mijn overgrootvader heeft nog katoen geplukt voor de luiers die jouw grootvader met zijn witte reet ondergeschef en heeft. Jij dient dus een diep respect voor mij te hebben, smartass.’ De zakenman, nu op zijn knieën, haalde zijn schouders op, zijn nek nog steeds geklemd door de sterke hand van Terry. ‘Ja, wie probeer je nou na te doen? Malcolm X ofzo?’ | |
[pagina 37]
| |
‘Malcolm X? Malcolm X?’ vroeg Terry op dreigende toon. ‘Wat dacht je van... B.A. van The A-Team?’ ‘Haha, die had een hanenkam en niet zo'n lijpe pornosnor,’ reageerde de man lachend. Een flinke kniestoot van het barmeisje tegen de neus van de zakenman maakt een einde aan de conversatie. Terry liet hem los. De man zakte vloekend naar de grond, zijn hand om zijn bloedende neus. Met haar naaldhak ging het meisje op de man z'n borstkas staan. ‘Vanaf morgen heb je voor de rest van je leven het gevoel dat je wakker wordt met een geweer in je mond, kutkop.’ Terry pakte de man weer op in de brandweergreep. Met een hoge stem zong Terry een riedeltje van Earth, Wind & Fire. Ik liet het koude biertje maar zitten en vertrok weer. ‘Kan ik je nog helpen?’ vroeg het meisje. Ik schudde mijn hoofd. ‘De bar gaat toch dicht?’ ‘Nee, dat was om van die vent af te zijn.’ Ze wreef haar sophanden droog aan een theedoek. Ze deed het subtiel. Niet zoals ik zou doen. Nee, echt deppen was het. Om de huid van haar bleke handen te sparen. ‘Dus als je nog iets wilt...’ ‘Een volgende keer misschien,’ zei ik vertwijfeld en liep door een glazen deur met het opschrift ‘Conferentieruimte’. In de ruimte was inmiddels een drukke receptie gaande. Ik voelde een slag op mijn schouder. ‘Vegas!’ Thelmex schudde mijn hand amicaal. ‘Goed je te zien. Nou, wat vond je van de presentatie? Werk je mee?’ Hij maakte een vieze grijns. Zweetdruppels in de poriën van zijn neus. Ik zag mezelf reflecteren in zijn zonnebril. ‘Ach.’ ‘Ik dacht al dat je het wat zou vinden, vriend,’ lachte Thelmex. ‘Dit hier is Dirk Kensma. Een van de initiatiefnemers. Mijnheer Kensma, dit is Nick Vegas. Een belangrijk arbeider. Zijn specialiteit: de drilboor.’ ‘De drilboor?’ vroeg Kensma die met zijn lach een vals gebit verraadde. ‘Inderdaad,’ zei ik. We schudden handen. ‘U ziet Nick Vegas binnenkort op ons terrein aan het werk hoor, mijnheer Kensma, nietwaar Nick?’ Thelmex greep me ruw beet bij mijn schouders. ‘Een échte werker, verdomme.’ Hij schudde aan mijn lijf.
Bovenstaand fragment is afkomstig uit de roman Sluit deuren en ramen, die in april 2003 verschijnt bij uitgeverij Ambo/Anthos. |
|