Het probleem zit in de mens zelf
interview met Thomas van Aalten
Erik Brus
foto Fred Ernst © Rotterdam Festivals
Thomas van Aalten begon medio 2001 aan zijn nieuwe, derde roman. Het uitgangspunt van de roman bleek goed aan te sluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen in en buiten Nederland gedurende de daaropvolgende anderhalf jaar. Sluit deuren en ramen komt uit in april bij uitgeverij Ambo/Anthos.
Van Aalten (1978) debuteerde op 21-jarige leeftijd met Sneeuwbeeld, een jaar later gevolgd door Tupelo. Beide romans onderscheidden zich door hun verbondenheid met de hedendaagse popcultuur. Van Aalten: ‘ik beschouw die boeken als een tweeluik. Ik werd toen vooral geïnspireerd door tv, door de wereld van entertainment. Eigenlijk heb ik ze grotendeels op intuïtie geschreven, en dat ging me vrij gemakkelijk af. Ze hebben me op de kaart gezet en ik sta er nog steeds achter. Maar ik vond wel dat ik vervolgens aan een nieuwe fase toe was. Ik liet me meer door literaire voorbeelden inspireren, zoals Don DeLillo en Anthony Burgess. Hun engagement spreekt me erg aan, en ik denk dan ook dat de nieuwe roman vanuit een breder perspectief geschreven is dan de vorige twee.’
In Sluit deuren en ramen staat de jonge bouwvakker Nick centraal. Hij werkt mee aan de bouw van de woonwijk Substaat Redux - een afgelegen, beschermde wijk die de bewoners veiligheid moet bieden in een wereld waarin rellen en overvallen aan de orde van de dag zijn. Van Aalten: ‘Ik wilde schrijven over het gevoel van onbehagen dat je kunt hebben, zonder dat je het kunt duiden. Dat was ruim vóór 11 september, de opkomst van Pim Fortuyn en water daarna allemaal gebeurde. Het was onbedoeld, maar het thema bleek dus profetisch te zijn. In het boek zitten ook wel verwijzingen naar de werkelijkheid van de afgelopen anderhalf jaar, al speelt het zich niet aanwijsbaar in Nederland af. Voor mij heeft het de sfeer van het vroegere Oostblok, vermengd met het decadente van kapitalistisch Amerika. Een vervreemdende, wat futuristische sfeer waarin ik de absurde gebeurtenissen in het boek het beste kon plaatsen.’
Aan het begin van de roman wordt de bevolking geteisterd door een mysterieus voorval dat iedereen tijdelijk doof maakt. In de chaos die volgt probeert ieder zich op zijn manier staande te houden. Wetenschappers proberen een verklaring te vinden, sektes kondigen het einde der tijden aan, en de media vergroten de bizarre en vaak gewelddadige gebeurtenissen in het land nog verder uit. Een en ander mondt uit in een grootschalige vernietiging.
Van Aalten wil met Sluit deuren en ramen vooral iets zeggen over de gevoelsarmoede in de huidige tijd. ‘Men zit aan een emotioneel plafond, en daarom geeft men zich zo gemakkelijk over aan dat gevoel van onbehagen, hoe ongerijmd het ook is. De meeste mensen hebben geen geloof meer om op terug te vallen. Het kapitalisme is de nieuwe religie, en het schetst een ideaalbeeld waaraan iedereen zich wil conformeren. Uiteindelijk stelt dat ideaal echter niets voor, het is leeg en leidt dus tot frustraties. Vervolgens gaat men roepen dat het slecht gaat met de maatschappij, er komt een roep om orde - dat zie je ook in de huidige politiek. Het geeft mensen weer iets om zich aan vast te klampen.’
‘Ik wil in het boek verder geen oordeel vellen. Als het al ergens voor pleit, is het een soort beeldenstorm. Vernietiging om tot bezinning te komen. Zolang dat niet gebeurt ben ik pessimistisch. Het is de mens eigen zich te verstoppen voor wat werkelijk van belang is. Dat leidt tot een verwrongen wereldbeeld, waarbij de schuld bij anderen wordt gezocht. Men wil de agressie buitensluiten. Wat men niet wil zien is dat het probleem in de mens zelf zit.’