Vraag een dichter niet iets te doen waar hij geen zin in heeft
Voor dichter Mustafa Stitou een verwoede, maar helaas mislukte poging tot het schrijven van een verhaal. Even leek het hem spannend, maar al heel snel geloofde hij er niet meer in. Hoe slecht de economische prognoses ook zijn, vraag een dichter niet iets te gaan doen waar hij geen zin in heeft. Een dichter is geen langdurig werkloze.
‘Waarom het schrijven van een verhaal niet gelukt is? Er was geen vonk. Of ik zette niet door. Ik durfde niet. Ik durfde niet te schrijven. Ik durf niet te schrijven! Zou je mij desalniettemin vragen waarover ik had wíllen schrijven, dan zou ik zeggen: over een jong stelletje van verschillende afkomst. Het is zondagochtend. Ze worden wakker, naakt onder de dekens. Wrijven met de lichamen tegen elkaar, je kent het wel, en beginnen langzaam tegen elkaar te praten. De discussie wordt gaandeweg een politieke discussie. De man schrikt een beetje van de islamfobie van zijn vriendin (ondertussen, ze liggen op hun zij in elkaar geschoven, haar borsten strelend). Op een bepaald moment daagt hij haar uit en vertelt dat hij ergens in de krant gelezen heeft dat Mein Kampf opgedragen is aan de profeet Mohammed, maar dat het altijd verzwegen is (eerst vanwege de Koude Oorlog, en later door de politiek correcten). Een absurd taboe dus, dat nu eindelijk, na 11 september, zal worden doorbroken. De waarheid zal haar weg vinden naar de openbaarheid. Tot zijn verbijstering constateert de man dat zijn vriendin erin trapt, dat ze het dus gelooft. (Of dat zo is blijft in het midden.) Maar dan staat ze op, kwaad, maakt hem uit voor “klootzak!” en verdwijnt in de badkamer. Even later voegt hij zich bij haar onder de douche.
Het verhaal zou het dus niet van het verhaal moeten hebben. De spanning zou voortkomen uit het contrast tussen het gesprek en de naaktheid van de geliefden; het verhaal moest vervreemding tónen. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar het is mij niet gelukt. Nogmaals, er was geen vonk. Nee, ik wist niet hoe ik wat ik wilde, wilde. Dat kan toch. Of ik zette niet door. Dat kan ook. Ik durfde niet. Ik durfde niet te schrijven. Ik durf niet te schrijven! Misschien probeer ik het later nog eens. Ooit. Wie weet. Als het aan mij ligt. Maar (en dat is het probleem): als het aan mij ligt niet.’
Said el Haji