verkoopt nog steeds. En hoe jonger de schrijver, hoe langer er gebouwd kan worden aan een oeuvre. Lees: hoe rendabeler de investering voor de uitgever. Wat dat betreft lijkt het boekenvak steeds meer op de muziekindustrie. Het zijn immers kwakkelende tijden, leren ons de politici en beursanalisten.
De Vlaamse schrijver Paul Mennes zei het onlangs in alweer een ‘jongste literaire generatie’-artikel in De Groene Amsterdammer als volgt. ‘Er worden veel mensen gecontracteerd, die moeten meteen een boek of cd afscheiden, en als eentje op twintig een beetje verkoopt is dat oké en worden de overige negentien meteen ijskoud gedumpt.’ Op zoek naar overeenkomsten binnen deze echopiek-generatie (1968-1976) komt het Groene-artikel, bij monde van Peter Verhelst, niet verder dan ‘dat al deze mensen niet alleen romans schrijven: de meesten zijn ook bezig met theater, sommigen met poëzie. Dat kan alleen maar helpen om tot een nieuw soort taal te komen’. Dat is ook het verschil met de oudere zij-instromers: doordat zij op jonge leeftijd debuteerden hebben zij al bij de start van hun loopbaan besloten om van de literatuur hun werk te maken. Dat betekent veel schrijven. En veel optreden. Want dat is natuurlijk de gunstigste omstandigheid van het huidige literaire klimaat met zijn talloze literaire podia: zelfs met maar één gedichtenbundel op je naam (totale inkomsten nog geen 3000 euro bruto) verschaf je je toegang tot het dichterscircuit, waarin je gemakkelijk een modaal salaris bijeen kunt schnabbelen tegen een tarief van zeg 250 euro per optreden. Al dateren deze bedragen nog van voor de laagconjunctuur, die sinds enige tijd zo treffend door politici is blootgelegd.
Het lijkt me wel iets voor uitgeverij Vassallucci om samen met de VPRO een literaire variant op Idols te organiseren. Passionate doet er graag aan mee. Jonge would-be schrijvers worden in afvalronden geselecteerd op sex-appeal, performance, een kleurrijke geschiedenis en op veelzijdigheid. Een gegarandeerd succesvolle schrijver moet op commando leuk kunnen zijn in televisiespelletjes, moet originele standpunten durven innemen in willekeurig welk gelegen-heidsdebat, beheerst minimaal één muziekinstrument, heeft acteertalent, en kan ook nog redelijk schrijven. Al speelt dat laatste zich achter de schermen af, dus dat valt met een goede redactie nog wel te redden. Garanties voor succes, dat willen we.
Vooral nu onze economie op sterven na dood is. Dat is althans de diagnose van de beursspecialisten. Ook het letterenvak loopt gevaar. In een uiterste reddingspoging heeft § gepoogd de employability van door ons bewonderde schrijvers enigszins te vergroten. Wendbaarheid, veelzijdigheid is nu belangrijker dan ooit. Daarom riepen we de dichters Ingmar Heytze, Mustafa Stitou en Ruben van Gogh op om niet alleen op het kwetsbare poëziepaard te gokken maar ook andere literaire uitingen te proberen. Zo schreef Heytze zijn eerste verhaal, en weet hij zich vanaf nu verzekerd van opdrachten, ook wanneer de vraag naar luxe-goederen als poëzie dramatisch stagneert. Zijn collega's probeerden wel te veranderen, maar liepen onherroepelijk vast. Voor hun toekomst, wanneer straks de lettereneconomie definitief kapseist, moet worden gevreesd. Proza- en toneel- schrijfster Esther Gerritsen hoeft zich geen zorgen te maken: haar eerste gedichten beloven een nieuwe carrière, mocht het toneel vanwege alle bezuinigingen de komende jaren worden gesloten en omgebouwd tot gaarkeukens voor eindeloze rijen werkelozen. Heel bijzonder zijn ook de eerste verhalen van Mark Ritsema, voorman van de legendarische Rotterdamse cultband Spasmodique. Nee, Ritsema hoeft alvast niet bang te zijn voor de keiharde saneringen die de muziekwereld te wachten staan. Als we de politici en beursanalisten moeten geloven. En waarom zouden wij daaraan twijfelen?
Twee van de tien in het Groene artikel als ‘de literaire toekomst van de Lage Landen’ gepresenteerde schrijvers doen mee aan deze §: de eerder genoemde Esther Gerritsen en Abdelkader Benali, met een column die rijmt op deze ‘In den beginne’. Over het hoofd gezien door De Groene, maar niet door ons zijn Ingmar Heytze en Thomas van Aalten. Een foutje. Of misschien stonden er genoeg Nederlandse mannen op het lijstje. Er moesten tenslotte ook vrouwen en Belgen bij. Waarom anders gekozen voor Saskia de Coster? Als er één schrijver is waarvan ik de komende jaren veel verwacht, is dat wel Van Aalten. Te beginnen met zijn nieuwe roman Sluit deuren en ramen, waarvan in deze § een voorpublicatie. Nu ik er over nadenk, we hebben hem al gevonden: televisiemaker, popmuzikant, schrijver, fenomeen; Thomas van Aalten is de gedroomde literaire Idol! Als hij na Ajax en David Bowie als eerste schrijver ter wereld besluit aandelen uit te geven, dan schrijf ik er op in. Want het product Van Aalten doorstaat de ergste economische stormen. Wat politici en beursanalisten ook mogen beweren.