In den beginne
Richard Dekker
Sorry I don't give a fuck. Dat vat het eigenlijk wel goed samen. Ook overdag, maar vooral wanneer ik 's nachts na late redactievergaderingen of uitgelopen literaire soirees naar huis wandel, word ik om de paar honderd meter aangesproken door een bedelaar, hoe dieper in de nacht hoe schurftiger de verschijning. Twee euro voor een slaapplaats in de Sleep-Inn, wat stelt het eigenlijk voor? Nog maar een paar jaar geleden stak ik speciaal voor deze situaties een paar losse guldens in mijn jaszak. Maar nu: Heb ik iets met jou? Waarom zou ik jou geld moeten geven? Zijn wij familie van elkaar, ben je een vriend van me? Staan we hier in een winkel? Fuck alsjeblieft een eind off. En terwijl ik verder loop, mijn handen in mijn zakken tegen de kou, bedenk ik hoe die sloeber vannacht dankzij mij op straat zal slapen. Het valt me op dat het me steeds minder doet. Tegen de tijd dat de volgende zwerver op mijn pad zijn voorspelbare smeekbede afsteekt ben ik mijn schuldgevoel alweer kwijt. Val me niet lastig met je zelf in elkaar geknutselde ellende.
Een paar maanden geleden zat ik op het Kaapverdische eiland São Nicolau. Het stikte er van de vliegen. Als hier in Nederland een vlieg op je oor gaat zitten, sla je hem weg. Maar met twintig vliegen op je huid ben je de kriebels gauw kwijt hoor.
Als je getuige bent van een misdrijf en je grijpt niet in terwijl je daar wel toe in staat zou zijn, dan ben je volgens de wet medeplichtig. Zo zag ik dat vroeger wanneer kranten en televisie berichtten van misstanden in Afrika of op de Balkan. Het maakte het Westen automatisch deelgenoot. Het verplichtte ons partij te kiezen en daarop actie te ondernemen. Van die naïviteit ben ik inmiddels wel genezen. Betrokkenheid is zo rekbaar als je eigen geweten. De wereld blijft maar krimpen van de globalisering, de hele aarde valt inmiddels binnen onze invloedssfeer, onze circle of influence, om het eens in managementjargon te zeggen. Van iedere brandhaard op aarde wordt nog diezelfde dag een item gemonteerd voor ons achtuurjournaal. Hoe lang blijft een moordaanslag op vijf joden, christenen, Hindoes of een vergeldingsactie op evenzoveel moslims nog wereldnieuws? Hoeveel couleur locale de journalist er ook aan toevoegt, doden op een bruiloftsfeest, kinderhersens die in de haren van de moeder verstrikt raken, het persoonlijke leed doet me niets meer. Alleen de context van die religieuze conflicten interesseert me nog. Zeker nu voor mij vaststaat dat alleen God de Vader Zelve er een einde aan kan maken door met veel bombarie, bliksemschichten en hoorngeschal uit de hemel neder te dalen om beide partijen van verblinde gelovigen te verzekeren dat Hij echt niet bestaat en nooit bestaan heeft ook. Tot die tijd heb ik besloten te wennen aan de gedachte van een wereldwijde intifadah. Zolang mijn familie en mijn vrienden veilig zijn vind ik het wel best.
Wat is er met mij gebeurd? Hoort dit bij het ouder worden? Ik weet nog goed hoe die voorlichter van het Wereld Natuur Fonds in onze laatste klas van de basisschool vrijwilligers ronselde met een tranen-