Passionate. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
[pagina 48]
| |
De laatste tijd heb ik een droom die steeds terugkeert. Michel Houellebecq staat vastgebonden aan een staak op de Place de la Bastille. Er komt een menigte moslims aan, officieel gesanctioneerd door Frankrijks hoogste rechtscollege. Ze hebben hooivorken bij zich, en toortsen. Scheldend en spugend drommen ze rond Michel. ‘Allah is groot,’ roept de menigte, als de toorts in de brandstapel gaat. Rook stijgt op, Michel begint te hoesten. Op het moment dat de vlammen zijn voeten zwart kleuren, is hij al dood. Telkens weer gaat een siddering van genot door mij heen bij het beeld van Michel Houellebecq kronkelend op de brandstapel. Alleen jammer dat hij de helse pijn van het vuur niet meer voelt, omdat de rook hem al verstikt heeft. Burn, Michel, burn! Weer een vervelende hypeschrijver minder. De wereld is zojuist ietsjes mooier geworden. Even wat uitleg voor de gelukkigen onder ons die niet weten wie Michel Houellebecq is. Michel is een soort kruising tussen Connie Palmen en Pim Fortuyn. Hij schrijft romannetjes (zijn bekendste heet Elementaire deeltjes) met platte personages en quasi-filosofische diepzinnigheden. Tegelijkertijd zijn ze politiek uitermate incorrect, wat hem in zijn thuisland Frankrijk niet alleen enorme oplagen, maar ook de haat van de linkse elite opleverde - iets waar hij in zekere zin wel weer om te prijzen valt. In augustus 2001 verscheen Michels roman Platform. Daarin zegt de vader van een slachtoffer van een aanslag door moslimfundamentalisten dat hij zijn best doet om de islam te haten. Fraaie timing. Michel maakte het er niet beter op door in een interview met het tijdschrift Lire te verklaren dat hij de islam ‘de meest stupide’ godsdienst vond. Later, toen hij wegens aanzetten tot haat voor de rechter moest verschijnen, verklaarde hij het allemaal niet zo bedoeld te hebben. De redactie van Lire zou hem dronken gevoerd hebben. Beetje laf wel, dat terugkrabbelen. Goed, laat ik eerlijk zijn, mijn ergernis is niet zozeer veroorzaakt door Michel zelf, als wel door een stel Nederlandse literatoren die het op oneigenlijke gronden voor hem opneemt. Oneigenlijke gronden? Ja, want wat er verdedigd wordt is niet een universeel recht op vrije meningsuiting, maar een exclusief recht voor een beperkte doelgroep. En ik vind nu eenmaal niet dat schrijvers en dichters een superieure menssoort zijn. Ik bedoel, het recht op vrije meningsuiting is hetzelfde voor iedereen, ongeacht zijn literaire vaardigheden. Zou Mein Kampf verdediging verdienen als het stilistisch beter in elkaar zat, als het gepresenteerd was als het visioen van een gefrustreerde puber, of als de auteur geen mislukte korporaal was maar een dichter met drie geflopte bundels? Als het, met andere woorden, gezien moest worden als een literair werk in plaats van een politiek schotschrift? Ja, maar Michel schijnt in werkelijkheid een zeer beminnelijk persoon te zijn. Het zal mij worst wezen. Adolf was ook fantastisch met kinderen. Het gaat erom wat je schrijft. Als je daar achter staat, moet je bereid zijn de consequenties ervan te dragen en niet komen aanzetten met literaire smoesjes. Gelukkig schijnt Michel dat ook te doen. Hij is in eerste instantie vrijgesproken, maar er schijnt een hoger beroep te komen. Benieuwd of het inderdaad de staak wordt. Ik zou een taakstraf wel mooi vinden. Vierhonderd uur gebedsmatjes uitkloppen in de moskeeën van Parijs of zo. Want hoe je het ook wendt of keert, literair rookgordijn of niet, Michel heeft zich natuurlijk beledigend uitgelaten over moslims. Daar mag hij best een tik op de neus voor krijgen. | |
[pagina 49]
| |
Volgende punt: mag het omgekeerde ook? Wat als ik die eerste zin over een droom weg zou laten, zodat je zou kunnen denken dat ik Houellebecq echt liever dood dan levend zie? Wat als ik voor de gelegenheid het pseudoniem Rachid al Ibrahimi koos en mezelf imam noemde? Wat als ik kans zou zien het te publiceren in de nrc in plaats van Passionate? Goed, laat ik eens een gedachtenexperiment doen. Stel dat een Nederlandse imam inderdaad een stuk in de nrc zou schrijven waarin hij beweert dat het hem groot genoegen zou doen als Michel Houellebecq niet langer onder ons was (let op de literaire truc: geen fatwa, maar vrijblijvend filosoferen over wat er zou kunnen gebeuren als er wel sprake was van een fatwa). Ik durf te wedden dat dezelfde lieden die vinden dat Michel het recht heeft te schrijven hoe hij geniet van doodgeschoten Palestijnse vrouwen, dat die lieden dan ineens moord en brand schreeuwen. Omdat de auteur een imam is in plaats van een literator. En ze zijn zelf nu eenmaal ook literator, dus vinden ze dat literatoren meer vrijheden verdienen dan imams. Stelletje hypocriete kwezels. O ja, en dan ook nog die suggestie dat het al een schandaal is dat Michel überhaupt voor het gerecht moet verschijnen. Ook vaste prik als het om een schrijver gaat. Alsof degene die zich beledigd voelt, toch zou moeten begrijpen dat het literatuur is en dus boven de wet verheven. Terwijl iedereen natuurlijk het recht heeft een ander voor de rechter te dagen als hij zich in zijn goede naam aangetast voelt. Het zou natuurlijk zo kunnen zijn dat schrijvers er recht op hebben niet serieus genomen te worden. Als een psychiatrisch patiënt iets fouts roept over moslims of homo's, daag je hem tenslotte ook niet voor het gerecht. Je geeft hem hoogstens een pilletje om wat te kalmeren. Maar het hinderlijke van schrijvers is nou juist dat ze wel serieus genomen willen worden. Iedereen moet horen wat ze te zeggen hebben. En als het dan een keer fout valt, zouden ze niet thuis hoeven te geven. Schrijvers zijn geen superieure wezens. Sterker nog, onder hen bevindt zich een relatief hoog gehalte pedante mannetjes en vrouwtjes. Dat daar af en toe hard tegen opgetreden wordt, kan ik alleen maar toejuichen. Als schrijver daardoor een riskant beroep wordt, des te beter, want alleen een rechtszaak, daar heb ik niks aan. Dat stuwt de verkopen alleen maar op. Gestraft moet er worden, en zwaar ook, in de naam van de rechtsgelijkheid, maar ook in de naam van de literatuur. Er wordt veel te veel shit gepubliceerd. In de strijd daartegen is alles geoorloofd. Elke sensatiebeluste eikel minder is winst. |
|