Passionate. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |
[pagina 17]
| |
Als je ouders elkaar in een Hawaii-orkest hebben ontmoet, ben je voor het leven getekend. Je kunt dan niet anders dan muzikant worden. Erik de Jong (41) heeft na vele verschillende ervaringen in de muziek nu zijn draai gevonden als Spinvis. En met succes: zijn recente debuut cd werd zeer goed ontvangen. Op Spinvis tref je afwisselende, melodieuze nummers aan met soms bizarre teksten. Maar ook realistische teksten en swingende popsongs. Dit alles gecomponeerd op een zolderkamer in Nieuwegein, met talloze instrumenten en één computer. Knippen en plakken, of is het toch wel meer dan dat? Spinvis is in principe geen optredende act, maar op GDMW is hij voor het eerst live in actie te zien.
De vergelijking met een band is eigenlijk niet te maken. Spinvis werkt alleen, als een schilder of schrijver, de ideeën in zijn hoofd uit tot popmuziek. Hij schrijft en componeert, speelt alle muziek zelf, zingt alle teksten, en sleutelt vervolgens net zo lang aan de muziek tot hij tevreden is met het resultaat. ‘Ik ga volkomen chaotisch te werk. Het kan beginnen met iets heel kleins, een woord of een zinnetje dat je inzingt, waar je een melodie op maakt zonder er verder muziek bij te hebben. Maar het kan ook juist beginnen met de muziek, achter de piano of op de gitaar; het ontstaat allemaal helemaal anders en volkomen willekeurig. Je moet je oren en je hart openhouden voor het toeval, voor wat zich aandient. Zo min mogelijk alles van te voren vastleggen.’ ‘Ik ben eindeloos aan het knippen en sleutelen, en ineens is een nummer gewoon klaar. Maar hoe ik op dat eindpunt ben uitgekomen, is niet te achterhalen. Soms schrijf ik een tekst, maar bij het knippen en plakken wordt die tekst toch weer verdraaid. Je kunt uit mijn teksten ook wel een bepaalde interpretatie halen, maar die is er niet zo bewust ingestopt. Het is popmuziek, de teksten ontstaan niet in vrijheid. Als er een woord is dat perfect uitdrukt wat ik wil zeggen, maar het heeft niet de goede groove, of het zingt niet lekker, dan huppekee, weg ermee. Dan neem ik wel een ander woord, als het maar beter zingt, beter klinkt.’ | |
Alles zat vastHoewel de teksten in het keurslijf van de muziek zijn gestoken, wil dat nog niet zeggen dat ze nergens over gaan. Of ongrijpbaar zijn. Sommige teksten roepen beelden op die juist zeer realistisch zijn, en de luisteraar kunnen raken, zoals in ‘Smalfilm’: Ik ben al heel erg oud en ik mis mijn vrouw en mijn oude handen trillen heel de dag. De zinnen worden soms in vreemde kaders geplaatst, en gekoppeld aan andere zinnen die misschien niets met elkaar te maken hebben, Ik ben nog steeds verdoofd, ik heb nog steeds de tune van de Power Rangers in mijn hoofd. Maar toch keren bepaalde thema's steeds weer terug, de liefde en de dood vooral, en de absurditeit, de leegheid van het bestaan. We hadden zo'n gelijk altijd maar ja we zeiden niks. De teksten schrijft Spinvis zelf, vooral door zinnen van anderen aan elkaar te plakken: ‘Ik heb altijd een boekje bij me, en als mensen dingen zeggen, of als ik een mooie zin in m'n hoofd heb, schrijf ik dat op. Je moet er een beetje gevoel voor ontwikkelen. De ene zin is gewoon perfect, en een andere, die er heel erg op lijkt, niet. Vaandrager gebruikte ook die spreektaal, die taal van de straat. Hij was daar heel goed in.’ ‘Gisteren heb ik een mooie zin gevangen: “Ik ging naar de stad, maar alles zat vast.” Je weet precies waar het over gaat, over het verkeer, maar dat hoef je niet te zeggen. Alles zat vast, dat zegt zo veel. Als je nou links en rechts daarvan een ander zinnetje zet, over de dood of over de liefde, dan wauw! Dan wordt het ineens heel echt. De zinnen moeten een universeel gevoel in zich hebben. “Ik ging naar de stad en alles zat vast” heeft een soort teleurstelling in zich, van “ik ging maar weer terug”. Het is een gevoel dat je | |
[pagina 18]
| |
kunt omschrijven als “ik wilde van alles, maar ik ging maar weer terug,” maar zo'n zin is niks, dat is veel te direct.’ | |
Gordijnen wegDe keuze voor Nederlandstalige liedjes heeft Spinvis bewust gemaakt, het Engels had hij al snel afgezworen. Zingen in een accent dat je van tv kent beviel hem niet. Maar Nederlandstalige liedjes zijn al gauw te gewoon of te direct. De banaliteit die in het Engels vaak aanwezig is, kun je in het Nederlands niet opvoeren. En dat wil Spinvis ook niet. ‘Omdat je in het Nederlands schrijft word je gedwongen heel bewust met taal om te gaan. De taal is dan van zichzelf al heel direct en daar moet je aan zien te ontkomen. De echt specifieke betekenis knip ik eruit. Een tekst moet wel ergens naar toe wijzen, maar de kern zelf gaat weg. Als ik nu naar mijn CD luister, vind ik dat het nog wel verder mag gaan: nog minder direct, nog intiemer, nog persoonlijker. Nog meer gordijnen weg.’ Maar hoe persoonlijk kan een tekst zijn, die samengesteld is uit zinnen van anderen, uit reclameteksten en aanwijzingen van kruiswoordpuzzels? ‘Ik raap die zinnen van anderen bij elkaar. Wat persoonlijk is, is het boeketje dat je er zelf van maakt. Daarmee zeg je uiteindelijk iets over jezelf. Het is altijd een persoonlijke keuze.’ | |
GDMWIn verschillende interviews en in zijn eigen persbio geeft Spinvis aan geen optredende act te zijn. Aan zijn werk is weinig visueels te zien, iemand achter een computer is niet zo interessant als iemand die staat te zingen. Toch gaat hij de uitdaging aan op GDMW iets bijzonders neer te zetten. ‘Wat ik ga doen op GDMW is afhankelijk van het materiaal dat ik tegenkom. Ik ga van elke act willekeurig stukjes samplen. Een seconde of tien aan het begin, een seconde of tien aan het einde. Dan heb ik een aantal minuten bij elkaar aan muziek en tekst. Ik trek me niets aan van de inhoud; ik kan letten op zinsmelodie, een grappig geframed woord, een mooie zin, en dan maar kijken of er iets ritmisch van te maken valt. Wat de artiesten zeggen staat bij dat knippen en plakken los van de betekenis. Maar door ze samen te voegen laat je de één commentaar geven op de ander. Het maakt me niet uit wat ik op het festival tegenkom. Kom maar op. Dat is juist het leuke.’ Smalfilm
Ik ben een vrouw van veertig met een sigaret,
ik heb een buitenaardse stof in mijn bloed.
Ik werd verleden jaar ontvoerd door een ruimteschip
en sindsdien gaat het met mij niet zo goed.
Ik weet wel waar ze wonen want je kunt het zien
als je de letters van hun naam omdraait.
De waarheid is een raadsel en dat gaat als volgt:
het is een goeie vriend maar altijd te laat.
Ik heb een eigen flat,
ik heb de radio aan,
het is alweer woensdag,
ik heb een Golf GTI.
Een tijdje terug reed ik een fietser dood,
maar gelukkig heeft geen mens me gezien.
Het komt maar zelden voor dat ik een zin afmaak,
maar je maakt me echt niks wijs.
Het noodlot is een raadsel en dat gaat als volgt:
het kost je niks en toch altijd prijs.
Als ik uitga ben ik fotograaf,
en ik ben schrijver als ik vrienden bezoek.
Op het ogenblik zit ik heel even zonder werk,
maar binnenkort begin ik aan mijn eerste boek.
In de spiegel neem ik soms alvast de pose aan
voor de foto op de achterkant.
Dromen zijn een raadsel en dat gaat als volgt:
het smelt in je hoofd en niet in je hand.
Ik ben een monoliet,
ik ben de wetenschap,
ik ben een grote man van 50 jaar.
Vandaag knipte ik een muis in twee,
en die naaide ik toen mooi weer aan elkaar.
Maar soms vanuit een hoek kijken dingen mij aan
vanuit de schaduw van de kathedraal.
Alles is een raadsel maar ik weet nog niet
in wat voor vorm en in welke taal.
Ik ben al heel erg oud en ik mis mijn vrouw
en mijn oude handen trillen heel de dag.
Beneden kun je kaarten bij de automaat,
alhoewel dat van mijn dochter niet mag.
Dan zeggen ze dat ik zo goed de kaarten schud,
en dan lach ik elke keer maar weer mee.
Ik ken een raadsel over eenzaamheid het gaat als volgt:
Wat doet pijn en telt voor twee.
| |
[pagina 19]
| |
|