Over de auteurs
August Hans den Boef (1949) is publicist en werkt bij het MIM (Instituut voor Media en Informatie Management) aan de Hogeschool van Amsterdam.
Martin Bril (1959) is vooral bekend als columnist, voor o.a. de Volkskrant. Vorig jaar verscheen zijn roman Evelien. Onlangs verscheen zijn eerste dichtbundel: Verzameld werk. Samen met Hans Sleutelaar bezorgde hij de laatste dichtbundel van Vaandrager: Sampleton (1990).
Herman Brood (1946-2001) werkte kort voor zijn dood nog aan een reeks gedichten, die nu door Nijgh & van Ditmar postuum worden uitgegeven. Kwartjes vallen soms jaren later, waarin Broods gedichten gecombineerd worden met zijn tekeningen, verschijnt maart 2002. Brood droeg zijn dichtbundel Zoon van alle moeders (1988) op aan Vaandrager, die hij als inspirator zag voor zijn eigen poëzie.
Erik Brus (1964) studeerde Engelse taal- en letterkunde in Leiden. Hij organiseerde literaire podia bij Littera Rotterdam, en is sinds 1995 eindredacteur van Passionate. Daarnaast is hij freelance vertaler.
Nora Oomen Capteyn (1967) studeerde anglistiek en filmgeschiedenis in respectievelijk Utrecht en Leiden en is werkzaam als docente Engels aan een scholengemeenschap in Zwijndrecht. Essays van haar Verschenen o.a. in Bzzlletin, poëzie in o.a. Hollands Maandblad en een kort verhaal in een anthologie van Nederlandse schrijvers over Duitsland.
Ingmar Heytze (1970) trad op van Lowlands tot de Nacht van de Poëzie. Als gevolg van een reisfobie zijn zijn meeste optredens tegenwoordig in of rondom Utrecht, hoewel hij af en toe in de vorm van een videoband afreist naar festivals buiten de stad. Verder werkt hij als freelance journalist en columnist voor o.a. Rails. Eind 2001 verschenen bij uitgeverij Podium zijn verzamelde gedichten 1991-2001 onder de titel Alle goeds. In april verschijnt Drugs, de meest verslavende gedichten, een poëziebloemlezing in coproductie met Vrouwkje Tuinman.
Henk Houthoff (1941) was ooit poëzieredacteur van Passionate. Hij publiceerde gedichten in o.a. Nieuw Wereldtijdschrift en De Tweede Ronde.
Bertram Mourits (1969) is neerlandicus en promoveerde op een proefschrift over de Nederlandse poëzie in de jaren zestig. Bij uitgeverij Podium verscheen dit voorjaar de handelseditie: Zestig. Een nieuwe datum in de poëzie. Van hem verschenen tevens artikelen over het werk van Simon Vestdijk, Gerrit Achterberg, Robert Anker en Jan Hanlo.
Jan Oudenaarden (1943) publiceerde in 1984 Wat zeggie? Azzie val dan leggie!, een speurtocht naar het dialect van Rotterdam, in 1986 gevolgd door De terugkeer van Opoe Herfst, over de woordenschat van Rotterdam. Hierna volgden boeken en tal van publicaties over Rotterdamse onderwerpen. In 1993 ontving hij de Laurenspenning vanwege ‘zijn verdiensten op historisch en cultureel gebied voor de stad Rotterdam’.
Rob Schouten (1954) schreef acht dichtbundels waarvan de meest recente, Infauste dienstprognose, werd bekroond met de Herman Gorter-prijs 2001. Behalve dichter is hij poëzierecensent voor onder meer Vrij Nederland, en stelde hij diverse poëzie-bloemlezingen samen.
Mustafa Stitou (1974) publiceerde bij uitgeverij Vassallucci de dichtbundels Mijn vormen (1994) en Mijn gedichten (1998). Momenteel werkt hij aan een nieuwe bundel.
C.B. Vaandrager (1935-1992) schreef in 1957 samen met Hans Sleutelaar de dichtbundel Dichter bij de jazz (oplage 1) ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van zijn vriend en pianist Ruud Kuyper. De gedichten ‘East coast’ en ‘Cor B. Vaandrager sings.......’ zijn uit deze bundel afkomstig. De ‘Korte verhalen’ verschenen in Werk van nu 3 (Manteau, 1968) samengesteld door Jeroen Brouwers. Enkele van deze verhalen werden door Vaandrager in bewerkte vorm opgenomen in De reus van Rotterdam (1971). De readymade gedichten verspreid door dit nummer zijn afkomstig uit Vaandragers nooit gepubliceerde manuscript Micro? Gedichten? uit 1968.
Rien Vroegindeweij (1944) publiceerde proza en poëzie in diverse literaire tijdschriften en in boekvorm. Daarnaast is hij werkzaam als publicist en columnist voor een aantal Rotterdamse periodieken. Voor het Ro Theater schreef hij De dichter en de stad (1997), een monoloog over C.B. Vaandrager, gespeeld door Joop Keesmaat. Dit voorjaar verschijnt bij Veen zijn achtste dichtbundel Deze middag is een eeuwig heden.
Dirk van Weelden (1957) debuteerde samen met Martin Bril in 1987 met het encyclopedische prozaboek Arbeidsvitaminen, het ABC van Bril & Van Weelden. Solo publiceerde hij o.a. de romans Tegenwoordigheid van geest (1989), Mobilhome (1991), bekroond met de Multatuliprijs, Oase (1994) en Orville (1997). Meest recente titels: Van hier naar hier (1999) en Het refrein (2000). Redacteur van De Gids en Mediamatic. Te lezen in o.a. NRC Handelsblad, het Parool, Vrij Nederland. Te horen in VPRO's De Droomhandel op Radio 747.
Menno Wigman (1966) gebruikt minder drugs en minder woorden dan Vaandrager, maar liet zich voor dit nummer verleiden tot een almost readymade. Zoals Vaan zei in de film EXITing: ‘Er zit altijd wat bij, ik heb het alleen even gerecycled.’