Over de medewerkers
J. Bernlef
('37) debuteerde als dichter met de bundel Kokkels ('60), en als prozaïst met Stenen spoelen ('60). Met de roman Hersenschimmen ('84) brak hij door naar het grote publiek. In '94 won hij de P.C. Hooftprijs. Zijn essaybundels Perfektie met een gaatje ('80) en Schiet niet op de pianist ('93) gaan over jazz - een fascinatie die hij met Weldon Kees gemeen heeft.
Suzanne Brink
('66) is freelance redacteur in Utrecht. Ze schrijft onder andere voor Studio/Mikrogids, AD-magazine en het Utrechts universiteitsblad. Voor het laatste schreef ze jarenlang een wekelijkse column.
Yorgos Dalman
('73) publiceerde in o.a. De Revisor, Zoetermeer en De Brakke Hond. Verder is hij eigenlijk niets bijzonders.
J. Eijkelboom
('26) maakte onlangs zijn prozadebuut met de verhalenbundel Het krijgsbedrijf, bij uitgeverij De Arbeiderspers. Hij is dichter (zeven bundels) en vertaler (talloze bundels). In 1997 verscheen Een goed akkoord op een slechte piano (uitg. Wagner & Van Santen), een door Eijkelboom vertaalde verzamelbundel van Weldon Kees' gedichten. De eerste drie gedichten in de Weldon Kees Corner zijn uit deze bundel afkomstig, de andere drie verschijnen nu voor het eerst in Nederlandse vertaling.
Raoul Goudvis
('72) zoon van K. Goudvis en G. Müller, is tevens schrijver, performer, columnist, musicus en mode-ontwerper (maar zeker geen dichter). De litera-lecturale, zwaar op de hand liggende maar licht verteerbare prozettes van zijn hand verschenen nog slechts in eigen beheer (tot·nog·aan·toe). In levende lijve brengt hij het er beter van af, getuige ook zijn immer onvolmaakte onaffe novelette: ‘Blijven harken’.
Peter de Groot
('73), alias Peter de Selfkiller, vindt het jammer dat het leven niet een aforisme is. Daarom is Peter op zoek naar het aforisme dat het leven zou kunnen vervangen. ‘Verwoorden is vervangen,’ is zijn gedachte hierbij. Dit is ook de reden dat Peter de Groot redacteur is van Krakatau, tijdschrift tegen alles omdat niets beter is.
Henk Houthoff
('41) was poëzieredacteur tijdens de vlegeljaren van dit blad en is nog altijd de peetvader van Passionate. Hij publiceerde gedichten in o.a. Nieuw Wereldtijdschrift en De Tweede Ronde. De Weldon Kees Corner in dit nummer is aan hem opgedragen.
Weldon Kees
('14-'55?) bracht in zijn leven drie dichtbundels uit, in 1960 verzameld in de bundel Collected poems. De herziene versie uit 1975 is via o.m. Amazon te bestellen. Een postuum verschenen roman (Fall Quarter), verhalenbundel en zijn verzamelde tijdschriftartikelen zijn niet meer leverbaar. Zijn liedjes zijn sinds kort op cd verkrijgbaar. Zie hiervoor p. 24-25
Jeroen Mettes
('78) studeert filosofie in Leiden.
Hij publiceerde in o.a. Mosselvocht en Zoetermeer.
Ronald Ohlsen
('68) debuteerde met de roman De godvergeten middenstand (uitg. Passage, 1996). Verhalen en gedichten van zijn hand verschenen in literaire tijdschriften als MillenniuM, de Rottend Staal Nieuwsbrief, Schrijver & Caravan en Vrijstaat Austerlitz. Gedichten van hem zijn opgenomen in de verzamelbundel Sprong naar de sterren, samengesteld door Ruben van Gogh. In oktober verscheen de roman Gedoodverfde engelen.
Peter Swanborn
('63) is via de geologie en de fotografie in de literatuur terechtgekomen. Sinds drie jaar is hij als literair medewerker verbonden aan de Volkskrant. Zijn gedichten en artikelen verschenen o.a. in De Gids, de Poëziekrant, Bzzlletin, Parmentier, Passionate en Tortuca. Momenteel werkt hij aan het libretto van een homo-erotische Faust, waarvan de première gepland is in juni 2001. Nieuwe poëzie verscheen in het decembernummer van De Gids.
Pieter Vreugdenhil
('75) wekt in Passionate misschien de indruk aforist te zijn, maar volgens zijn visitekaartje is hij in eerste instantie tautologicus. En daarnaast podiumcolumnist (overigens een oneigenlijk woord), prozaïst, stijlkijker en verder taalkunstenaar, woorddanser en pseudo-intellectueel; kortom schrijver. Maar alleen in zijn vrije tijd natuurlijk.
Menno Wigman
('66) debuteerde in '97 met de dichtbundel 's Zomers stinken alle steden (uitg. Bert Bakker). In januari verschijnt zijn tweede bundel, Zwart als kaviaar. Behalve dichter is Wigman vertaler en samensteller van diverse bloemlezingen.