Passionate. Jaargang 8
(2001)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
Droog als een winterblad. Dat is het droef, gebruikelijke hart van Robinson. In deze wintereditie van Passionate hebben we een hoekje ingericht voor zijn schepper: de Weldon Kees Corner. In de herfst van 1997 kwam bij uitgeverij Wagner & Van Santen Een goed akkoord op een slechte piano uit, een keuze uit de gedichten van Weldon Kees vertaald door J. Eijkelboom. In de boekenwinkel bladerde ik de bundel door en bij iedere willekeurige pagina die ik opensloeg versteende ik zowat, zozeer werd ik gegrepen door de kracht en het venijn van de gedichten. Dit moest Henk Houthoff lezen! Regels als Wij verwelkomden één arme afgezaagde Christus,/ droevige sul, die krakend sprak van pestilentie lijken zo uit het rariteitenkabinet van deze Rotterdamse cultdichter ontsnapt. Ik ging meteen bij hem langs. We zaten aan de keukentafel, de oude Passionate-pater schoof zijn bril op zijn voorhoofd, boog voorover als wilde hij het papier kussen en veegde zijn blik langs de woorden. Henk heeft daarna een half jaar lang geen gedicht meer kunnen schrijven. Zo akelig raak kwamen deze gedichten aan. Ik ben bang dat zijn vrouw Jo het mij lange tijd kwalijk heeft genomen dat ik Weldon Kees huize Houthoff heb binnengelaten. Nu niet meer: Henk dicht weer en hij bewijst het met twee gedichten in dit nummer. Er zijn dichters die willen charmeren, er zijn er die hun lezers proberen te verleiden, een enkeling is zelfs in staat om een lezer met zijn taalalchemie te betoveren; Weldon Kees grijpt zijn lezers naar de strot. Als je wilt. Wie zich niet wil laten meeslepen doet waarschijnlijk lacherig om de mateloosheid van zijn cynisme, van zijn donkerste visioenen. Weldon Kees is lange tijd een dichters-dichter genoemd. Ten onrechte, vind ik. Zijn gedichten zijn vaak zwart-humoristisch en hebben een geweldige overtuigingskracht. Je hoeft geen geoefend poëzievorser te zijn om te begrijpen, om te voelen vooral wat Kees wil overdragen. En haalt hij in de meeste van zijn gedichten een zeldzaam hoog niveau van oprechtheid (voorzover iemand dat kan beoordelen), in wezen wilde Weldon Kees een commercieel kunstenaar zijn. Dat wil zeggen: hij deed zijn best succesvol te zijn. Hij hield nauwlettend de trends in de kunst in het oog. Kees was een veelzijdig kunstenaar die zijn talent versnipperde als dichter, schilder, filmer, fotograaf, jazzmuzikant. Alle kunstvormen werden ingezet in zijn niet aflatende scheppingsdrang. Iets moest het leven toch de moeite waard maken? Na een bezoek aan de Weldon Kees Corner in dit nummer weet je alles over het leven, de poëzie en de jazzmuziek van deze Grote Vergeten Amerikaanse Dichter. Met veel gedichten natuurlijk, waarvan drie voor het eerst in het Nederlands, speciaal voor Passionate vertaald door J. Eijkelboom. Op de webstek van § wacht zelfs de meest verstokte Weldon Kees fan een verrassing. Zoek het na op www.passionate.nl.
Ernest van der Kwast is opgestapt. Onze hoofdredacteur kreeg steeds meer moeite met de ondertitel van Passionate: Tijdschrift voor de Nieuwe Letteren (de hoofdletters zijn van mij om het erger te maken). Ernest is bang voor cultuurnotaproza. Ernest kwam bij § om een leuk blaadje te maken met snelle verhalen en nog snellere columns. Als je het mij vraagt had Ernest niet weg hoeven gaan. Want die ondertitel, deze zelf opgelegde beperking hoeft helemaal niet onaangenaam te knellen. Er is bijvoorbeeld altijd ruimte voor een Weldon Kees Corner, al zou het inderdaad te ver gaan om een heel nummer aan hem te wijden. Een multimedia-artiest als Weldon Kees, die alle middelen aanwendt om zijn lezer te raken (frontaal op je smoel, in dit geval), zulke passie hoort thuis in Passionate. ‘Nieuwe letteren’ is een paradox. Het is de grandioze vrijheid, het onmetelijke uitzicht dat je hebt als je langs de grenzen van de literatuur reist. Aan de andere kant is zo'n grens natuurlijk maar een smal richeltje met weinig manoeuvreerruimte. § had natuurlijk het zoveelste traditionele literaire tijdschrift kunnen zijn, maar waarom zouden we? Laat ons nu maar op zoek gaan naar die nieuwe letteren. Ik bedoel niet dat we een totaal nieuwe literaire kunstvorm moeten lanceren. Behoed mij voor die arrogantie, zeg! Het gaat erom de literatuur die past bij deze tijd op een hedendaagse manier te presenteren. Je moet § met plezier willen lezen. § wil gelezen worden. In die zin wil ik best een hoerig literair magazine maken. Wat zou de ‘bladendokter’ mij adviseren? Ons nieuwe redactielid Michelle van Dijk op de cover, naakt achter een kleine poster van Passionate's jaarlijkse schrijfwedstrijd Write Now!? Kreten als ‘Literaire miljonairs: zo verdienen onze schrijvers hun geld’ of ‘De vijf heetste seksscènes uit de wereldliteratuur’ doen het ook altijd goed op de cover. Nou goed, zo ver wilde ik niet gaan. Mijn moeder klaagt nu al: ‘Er werd weer veel geneukt in de vorige Passionate, Richard.’ Sinds mijn moeder § leest, praat ze vrijelijk over neuken. Dat is Sextant, waarvan ik hele jaargangen op zolder heb zien liggen, mooi niet gelukt. Het spijt me mam, maar als het ‘functioneel bloot’ is, mag het. Ik weet heus wel dat niet alle bijdragen in § volledig aan onze eigen eisen voldoen. Soms glijden we uit, in iedere editie maken we wel een uitglijer. Zoek de uitglijer in dit nummer en stuur ons een brief! De winnaar ontvangt de nieuwe bundel van Menno Wigman, want die is écht altijd goed (zie verderop in dit nummer). Maar al onze uitglijers ten spijt lijkt ieder volgend nummer van § toch weer erg op wat wij willen met een tijdschrift voor de nieuwe letteren: korte bijdragen, afwisselend, uitdagend, in het slechte geval schreeuwerig maar altijd gepassioneerd, stads, industrieel. Altijd op zoek naar de literatuur waar je geen literatuur verwacht. Noem het cross-over. Ik ben niet bang voor cultuurnotaproza. En snel, Ernest, dat blijft ook na jouw vertrek belangrijk voor §: snel in stijl en vormgeving. Het hart van dit winterblad klopt 180 bpm. Zelfs een dooie dichter zou er nog een gezonde blos van krijgen.
Richard Dekker |
|