Passionate. Jaargang 7
(2000)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
[pagina 35]
| |
Foto p.34/35: Wim ter Weele
| |
[pagina 36]
| |
De Kift opereert vanuit een vervallen stadsvilla in Koog aan de Zaan. Ooit woonde de directeur van soepenfabrikant Honig in de villa, vertelt Marco Heyne. Heyne is de zakenman van De Kift. Hij regelt de optredens, doet de administratie en brengt Vlaskoorts aan de man, de nieuwe cd van het zeskoppige muziekgezelschap. Later op de dag zullen leden van De Kift en een aantal van hun fans de laatste hand leggen aan een nieuwe lading cd's. De hoes van Vlaskoorts is een lijst van geribbeld karton die met de hand moet worden dichtgeplakt. In de hoes is een vergeelde jeugdfoto geschoven van Jan Heyne, de vader van Marco en een van de twee koperblazers van de band. In de lijst zit ook het cd-boekje, vormgegeven als een oude Micro-gids. De zenders vermeld in deze gids zijn: Nederlands 1 en 2, en Engels 3, 4 en 5. Wat opvalt, behalve het oogstrelende artwork, is de kwaliteit van de songteksten, die lezen als korte poëtische verhalen. Op pagina 20 bijvoorbeeld staat onder Nederlands 1 om 08.58 geprogrammeerd: ‘Ze greep mijn hand. Ze voelde aan als sneeuw. Heel koel. Heel los. Heel licht.’ Op dezelfde pagina staat onder Engels 3 om 08.57 de vertaalde tekst. Je zou bijna vergeten de cd op te zetten. | |
YverzuchtOndertussen is drummer Wim ter Weele aangeschoven. Van zijn hand zijn de prachtige zwart-wit tekeningen in het cd-boekje. De Kift, vertelt hij, werd eind jaren tachtig opgericht met als uitgangspunt muziek maken met verstaanbare, maar bovenal goede teksten. In de toenmalige Nederlandse popmuziek waren de teksten in onverstaanbaar Nederlands of krakkemikkig Engels. Was de Nederlandstalige tekst bij uitzondering wel te verstaan, dan was die meestal niet de moeite van het beluisteren waard. De kwaliteit van de teksten van De Kift was op Yverzucht, het debuut uit 1988, gegarandeerd door de aanwezigheid van schrijver Maarten Oudshoorn. Oudshoorn zong de teksten ook, hoewel je zijn declameren nauwelijks zingen kunt noemen. Op Yverzucht zijn de nummers goed verstaanbare verhalen, begeleid door stugge muziek die zo nu en dan wordt gesmeerd met trompetgeluiden. Ook de muziek van De Kift was een reactie op de tijdgeest, waarin de harde gitaren en eenvoudige melodieën van de punk domineerden. Ter Weele: ‘Wij wilden terug naar onze roots. Niet de roots van rock & roll, zoals de punk- en gitaarbands van die tijd, want rock & roll is Amerikaans. Onze roots zijn fanfare en volksmuziek.’ Ondanks de goede ontvangst van het debuut, viel De Kift na het uitbrengen van Yverzucht uit elkaar. Ter Weele: ‘Een bekend verschijnsel bij bands. Je maakt samen een cd en onderdrukt tijdens de opnames je irritaties. Maar als het werk af is, barst de bom. Martin Oudshoorn vertrok en wij zaten zonder teksten.’ Marco Heyne
Fotografie: Kick Smeets | |
Kerstliedjes in februariNa het vertrek van Oudshoorn wilden de overgebleven leden van De Kift verder zonder af te wijken van hun oorspronkelijke uitgangspunt. ‘Maar,’ stelt Ter Weele laconiek vast, ‘niet een van ons was een briljant tekstdichter. We waren een band op zoek naar goede teksten. Teksten die pasten bij de sfeer van onze muziek. Een vriend uit Berlijn wees ons op Wolfgang Borchert. Een schrijver die wij niet kenden, maar die bij iedere Duitse middelbare scholier op de boekenlijst schijnt te staan. Borchert was een Duitse soldaat die zwaar gewond uit de Tweede Wereldoorlog kwam. Hij leefde nog een paar jaar en schreef in zijn ziektebed tragikomische verhalen over het soldatenleven. Bijvoorbeeld over een machinegeweerschutter die, ergens in februari op wacht in een besneeuwd bos, luidkeels kerstliedjes begint te zingen. Dat verhaal paste perfect bij onze muziek. En het bracht ons op een idee. Zelf teksten schrijven konden we niet en een tekstdichter vinden die aan onze strenge eisen voldeed, lukte ook niet. Maar waarom zouden we de moeite doen, als er al zoveel moois geschreven is? Vanaf toen zijn we op zoek gegaan naar teksten en zinnen die pasten bij onze muziek. Zijn we literatuur gaan samplen.’ | |
KrankenhausVoor Krankenhaus, de tweede cd van De Kift uit 1993, heeft de band zinnen en tekstflarden gesampled en bewerkt uit het werk van Borchert, E.M. Remarque en Jan Arend. De drie schrijvers/dichters waren een groot deel van hun productieve leven lichamelijk of geestelijk ziek, vandaar: Krankenhaus. Ter Weele: ‘Het bleek dat de zinnen en teksten zich als vanzelf aan elkaar regen. Dat onze muziek bepaalde zinnen aantrok. In “De Maan”, het eerste nummer van Krankenhaus, is werk van Borchert en Remarque door elkaar geweven, maar daar merk je niets van. Het klinkt én leest als een nieuw verhaal. Ook ontdekten we dat poëzie beter bekt dan proza. Arend hoefden we nauwelijks te bewerken, Borchert wel. En, nee, we hebben er geen problemen mee om andermans teksten voor onze eigen doeleinden te verknippen. We betalen de rechten, vermelden de bron en doen er - ook volgens de vertalers en auteurs, indien nog in leven - iets moois mee.’ | |
RekwisietenNa het uitbrengen van Krankenhaus sleepte De Kift steeds meer rekwisieten op het podium en bandleden begonnen zich te verkleden. Deze ontwikkeling richting muziektheater was niet met voorbedachten rade. Ter Weele: ‘Na het uitbrengen van Krankenhaus wilde de VPRO een videoclip met ons opnemen. | |
[pagina 37]
| |
De regisseur had bedacht dat het leuk zou zijn als we ons verkleedden. Hij nam ons mee naar een enorme rekwisietenhal van de NOB. We voelden ons daar als kinderen in een speelgoedwinkel. We duikelden een paar opera-uniformen op die helemaal in de sfeer pasten van de soldatenverhalen op Krankenhaus. Na de opnames van de videoclip besloten we in die uniformen te gaan optreden. Door de literaire teksten vergt een optreden van De Kift veel concentratie van het publiek. We kwamen erachter dat een mooi aangeklede set die aansluit bij de muziek en tekst, het luisteren makkelijker maakt. In 1994 werden we door de Beursschouw-burg in Brussel gevraagd een voorstelling op de muziek van Krankenhaus te maken, maar dit keer met teksten van Werner Schwab. Toen waren we opeens een echt muziektheatergezelschap. Die uniformen moeten we trouwens nog steeds terugbrengen naar de NOB.’ | |
Kartonnen dozen en oude emmersDe muziek op Krankenhaus is melodieuzer en subtieler dan de hoekige klanken van Yverzucht, maar blijft eenvoudig. Schijnbaar eenvoudig. De soms vreemde klanken die de band uit gitaar (elektrisch en akoestisch), tuba, trompet en accordeon tovert zijn perfect getimed. Ze versterken het gevoel die de - soms gezongen, soms gedeclameerde - teksten oproept, of gaan er juist dwars tegenin. Ter Weele: ‘Wij zijn geen geschoolde muzikanten, maar dat vind ik juist een voordeel. Door van alles uit te proberen op elk instrument dat je in handen krijgt, ontdek je unieke klanken. Op het conservatorium beperk je je meestal tot één instrument en leer je vaste patronen spelen. Onze kracht is improvisatie. Zo deden we in de begindagen eens een tour in Zwitserland. Als vervoer hadden we een oude ambulance waarin mijn drumstel niet paste. Om toch mee te kunnen doen scharrelde ik voor elk optreden op straat een drumstel van kartonnen dozen en oude emmers bij elkaar. De Zwitsers waren stomverbaasd. Vooral over het feit dat ik in hun land zoveel rotzooi op straat had kunnen vinden.’ | |
Veertig graden boven nulMet het uitbrengen van de derde cd in 1997, Gaaphonger, werd De Kift ook op plaat een muziektheatergezelschap. De vormgeving van de cd-hoes was wederom bijzonder. Het is een getijdenboek in pocketformaat, waarin de teksten zijn afgedrukt in een ouderwets lettertype. Gaaphonger is het door De Kift naar eigen hand gezette verhaal van de overwintering op Nova Zembla. Een tour volgde met decor en acteurs. Ook de Kift-leden beeldden in het stuk elk een karakter uit. Ter Weele: ‘Wij werden gevraagd om een bewerking te maken van het verslag van Willem Barentsz. Maar we vonden die tekst eigenlijk niet zo interessant. Wat ons wel aansprak was het gegeven van een kleine groep mensen die voor een lange periode met elkaar zit opgescheept onder extreme omstandigheden. We zijn toen op zoek gegaan naar teksten die beter bij onze smaak pasten. Die vonden we bij Arthur Rimbaud, Werner Schwab en T. Coraghessan Boyle. Vooral die laatste heeft prachtig geschreven over overleven in extreme omstandigheden. Alleen overleefde hij geen poolwinter, maar temperaturen boven de veertig graden in Afrika. Dat vereiste dus wel wat subtiele weglatingen. Maar de kern van zijn verhaal bleek zeer geschikt voor ons winterverhaal.’ | |
Moskou op sterk waterNa een uitgebreide tour langs popzalen en theaters kwam De Kift tot de conclusie dat Gaaphonger te veel theater was. Ter Weele: ‘Gaaphonger had een vast stramien. Omdat het een theaterstuk is, lag bijvoorbeeld de volgorde van de nummers vast. Op die manier kan je niet reageren op het publiek. We spelen regelmatig op literaire festivals en dan heeft de zaal soms al een lading dichters achter de kiezen. Dan kan je je optreden beter beginnen met een paar stevige nummers om de oren flink te spoelen. En we improviseren graag, stemmen de speellijst af op onze eigen gemoedstoestand. Voor onze nieuwste cd, Vlaskoorts, hebben we weer voor een wat vrijere vorm gekozen. Ook Vlaskoorts vertelt een verhaal, maar elk nummer is een liedje op zich, met een eigen sfeer. Onze belangrijkste bron dit keer was Moskou op sterk water van Venedikt Jerofejev, een Russische schrijver. Een man met humor en dat hoor je ook terug in de muziek. Vlaskoorts is veel luchtiger dan Gaaphonger’. | |
Moeilijke woordenDe cross-over van literatuur, muziek en theater die De Kift maakt, slaat ook aan bij onderwijzend Nederland. Ter Weele: ‘We werden gevraagd om met Gaaphonger op te treden voor scholieren. Dat was geen onverdeeld succes. Stonden we opeens in Almere, in de schouwburg. De leraren stuurden de klassen naar binnen en gingen zelf een kop koffie drinken in de foyer, blij dat ze even rust hadden. Ondertussen stonden wij voor een zaal joelende en totaal niet geïnteresseerde Almeerse pubers. We hadden ons wel een beetje aangepast. We hadden de moeilijke woorden uit de tekst gehaald. Maar dat bleek dus niet voldoende. Soms was het wel leuk, als een leraar de klas goed had voorbereid, maar dat kwam zelden voor. Blijkbaar waren de onderwijskundige instanties wel onder de indruk. Min of meer voor de grap hebben we een tijdje geleden subsidie aangevraagd voor een educatief project bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Tot onze stomme verbazing is die aanvraag gehonoreerd. We krijgen ƒ120.000,- voor een project dat vier jaar moet lopen. Ondertussen zijn we wat bekomen van de schrik en van plan serieus aan de slag te gaan. Om scholieren op de Kift-manier iets bij te brengen over muziek en literatuur, is toch een uitdaging.’
voor meer info over De Kift: www.dekift.nl
Cornelis Krul |
|