Ronde 12
- Gezin
Ik snapte eigenlijk pas iets van die bokshaat van mijn ex-vrouw, toen ik mijn zoon na de scheiding een keer zag boksen. Het bloed kruipt blijkbaar toch waar het niet gaan kan. Ik ben heus niet zo'n vader die er zich mee bemoeit, maar ik voelde elke klap die hij kreeg op mijn eigen lijf. Het litteken van mijn wenkbrauw ging zelfs jeuken. Op een gegeven moment stond ie in de ring te tollen, met van die slappe benen. Ik zag dat ie mij met zijn ogen zocht, hij wist niet waar ik was, hij was alles kwijt. Ik heb niks tegen 'm gezegd, ik heb me klein gemaakt, me verborgen achter de kraag van mijn jas. Het was verschrikkelijk. Voor het eerst van mijn leven haatte ik dat boksen ook. Na afloop in de kleedkamer, hij zat doodstil op de bank. Asgrauw. Beurse kaken. Een straaltje bloed liep uit zijn kapotte lip. Allebei de ogen helemaal gezwollen, dichtgeslagen. Zo daas als een konijn. Hij heeft me moeten beloven dat ie nooit meer van zijn leven de ring in zou gaan, nooit nooit nooit meer. Ach, je weet het niet, je kan het toch niet tegenhouden. Ik had die vrouw van mij ook beloofd dat het eerste gevecht met Cassius Clay het laatste zou zijn, dat ik daarna uit de ring zou stappen, dat we een groentenwinkel zouden openen in haar geboortedorp ver buiten Londen. Dat heb ik ook allemaal gedaan. Ik heb braaf de boel in Londen verkocht en we zijn heel vastbesloten verkast. Maar op het platteland had je ook een oefenlokaal en ik wilde na vijf weken hoerenlopen en hormonen trainen toch echt mijn overtollige kilo's en mijn andere spierenergie wel weer eens kwijt. Dus ja, ik sta me daar eindelijk weer eens uren achter mekaar te rammen op die boksbal en daar komen alle beelden van die partij tegen Clay weer terug, zeg. Haarscherp. Duidelijker zelfs nog dan tijdens de wedstrijd. Alsof de waas van bloed ook mijn waarneming had vertroebeld. Ik zie verdomme als in een slow motion zo helder dat toen ik Clay tegen het canvas had gemept dat die coach van hem, die Angelo Dundee, een klein scheurtje in Clay's handschoen heel snel groter trekt. Zo snel dat het de scheidsrechter ontgaat. Nou, en toen werd die handschoen afgekeurd en moest de scheidsrechter de jury om een paar nieuwe vragen. En zo won Clay zes minuten hersteltijd. Ik zeg tegen die vrouw van me: ik heb het gezien! Waarom heb ik niks gezegd? Waarom houden wij Engelsen altijd onze mond? Ik had hem dood kunnen slaan! Hij was er klaar voor! Ik had hem neer! Cassius Clay was uitgeteld, als de gongbel hem niet had gered! Ik moet niet ophouden met boksen, Francien. Ik verdien de wereldtitel! Er zit de verkeerde man op de troon, Francien. Ik moet iets heel erg gaan rechtzetten. Ik eis een revanche, Francien, ik moet een revanche. En zij kijkt me alleen maar aan, onbewogen. En ze zegt: Go your way, Henry. Ga maar. Maar weet dat ik er niet meer zal zijn straks. Ik vang je na afloop niet meer op in de kleedkamer. En ik kom niet meer op bezoek in het ziekenhuis. Al lig je op intensive care en moeten ze vrezen voor je leven. En je zoon krijg je alleen nog maar in de weekenden. En ik zie die onverbiddelijke blik, die strakke mond, met die gehate Britse stiff upper lip. En dat streng opgebonden haar doet me ineens heel erg aan die directrice van die kostschool denken. En ik flap eruit: Fuck you, bitch. Het is eruit voor ik er erg in heb. En ik sta op, ik pak mijn koffer en ik vertrek zo naar Londen.
Paul Feld