zorgen. Niet alleen om het publiek beter te bedienen, maar zeker ook om de laatste dichter voor een geïnteresseerde zaal te laten optreden. Slotoptredens met een uit beleefdheid luisterend publiek hadden we tijdens het bezoeken van literaire evenementen al genoeg gezien. Mooie literatuur aan het publiektonen, jongeren voor de letteren interesseren, maar dan wel gedoseerd, werd ons motto.
Gesteund door een subsidie van de Rotterdamse Kunststichting, organiseerde de podiumcommissie in februari '98 een tweedaags festival in het Bibliotheektheater. Naast dichters als Ayatollah Musa, Mustafa Stitou en Henk Houthoff stonden rapper Cousin Steve, goochelaar John v.d. Ham, columnist Raoul Goudvis, DJ Henri en cabaretier Kees Torn op het programma. Verder liet dichteres Hagar Peeters zich tijdens haar optreden muzikaal begeleiden en zorgde performance poet pur sang J.A. Deelder voor een flitsend slotoptreden. Om de gesloten cultuur van literaire evenementen te doorbreken las Kees Versteeg aforismen op het herentoilet, speelde Lotje Mertens een verwarde schrijfster op het toilet van de dames en vestigden Rijn en Ton Vogelaar de aandacht op GDMW door een luidruchtig buitenoptreden.
De publieke opkomst onderstreepte de programmakeuze van de podiumcommissie. Op de eerste avond bezochten zo'n 140 jongeren het evenement, terwijl de tweede door een gemêleerd publiek van zo'n 120 bezoekers werd bezocht. De podiumformule werd een groot succes. Voor het publiek was er naast literatuur ruimte voor amusement en de optredende dichters kwamen veel beter tot hun recht dan tijdens GDMW '97. Daarnaast was er sprake van een echte festivalsfeer, mede ook door de after-party op de eerste avond in het onderkomen van het Rotterdamsche Studenten Gezelschap (RSG). De combinatie van een cultureel evenement en een spetterend dansfeest bleek perfect aan te sluiten op het consumentengedrag van jongeren van de jaren '90. Maar niet alleen de toeschouwers bezochten massaal de afterparty in het RSG, ook auteurs als Mustafa Stitou, Hagar Peeters, Abdelkader Benali en J.A. Deelder waren tot diep in de nacht aan 't Haringvliet te vinden. Al had de laatste de junglemuziek wel graag in geruild voor jazz, hetgeen hij tijdens z'n optreden van de volgende dag onderstreepte door in sneltreinvaart een lofdicht op die muziekvorm voor te dragen.
Aan de vooravond van GDMW '99 wordt er in de podiumcommissie reeds nagedacht over de volgende edities van het festival. Rick van der Ploeg, staatssecretaris van Cultuur, heeft namelijk laten weten Passionate te steunen in haar wens om met het oog op 2001 het festival te laten uitgroeien tot een nationaal evenement. Naast voldoening over het feit dat men zich ook in Den Haag realiseert dat de formule van GDMW een goede manier is om jongeren voor de letteren te interesseren, brengt dit perspectief ook veel verantwoordelijkheid met zich mee. Een nationaal evenement organiseren betekent uitzien naar een andere locatie, de wel erg Rotterdamse naam van het festival ter discussie stellen, maar vergt bovenal ondersteuning van betaalde krachten. Ook al is de podiumcommissie uitgebreid met Siska Diddens, Andrea Kleinjan en Elke van der Heijden, de werkdruk van de vijf vrijwilligers is de afgelopen maanden enorm toegenomen, waarbij de grens van het acceptabele reeds is overschreden. Niettemin werden in het kader van de Dag van de Lezer en het Lezersfeest en passant vier podia georganiseerd die niet alleen vlekkeloos verliepen, maar tevens een goede respons van het publiek ontvingen. Het zal echter duidelijk zijn dat alleen het in dienst treden van betaalde festivalmedewerkers een verdere groei van de podiumactiviteiten van Passionate kan waarborgen.
Het enthousiasme en de doortastendheid van het vijftal staan borg voor een uitstekende voorbereiding op de derde editie. Zowel de toeschouwerscapaciteit als het aantal artiesten zijn verdubbeld. GDMW wordt opnieuw groter, al beseft de podiumcommissie dat groei niet altijd beter is. Hierbij heeft de commissie het schrikbeeld van het Crossing Border-festival in Den Haag voor ogen, waar elk gevoel voor verhoudingen uit het oog verloren is: een bierfeest met popmuziek in megahallen terwijl auteurs verzuipen in matig gevulde zalen. Aan de andere kant moet GDMW toegankelijker zijn dan bijvoorbeeld Poetry International en meer tegemoet komen aan het zapgedrag van de jaren '90. Daarom geeft GDMW '99 haar publiek een keuzevrijheid door het festival over twee zalen te verdelen, maar bewaakt daarnaast haar literaire kern door het programma in blokken op te delen. Dus geen dichter tegen een megaband uit Amerika laten opboksen maar je publiek laten kiezen tussen óf twee rappers, óf twee dichters als Simon Vinkenoog en Serge van Duijnhoven.
Tot slot heb ik nog goed nieuws voor de lezers van dit tijdschrift. Abonnees van Passionate krijgen namelijk 5 gulden korting op een toegangskaartje voor GDMW '99, waardoor ze voor het bezoeken van één van beide avonden slechts 10 gulden betalen. Ik raad u echter aan te reserveren (010-276 26 26). Als aanzet voor het festival is dit nummer voor een groot gedeelte gewijd aan GDMW'99, met o.a. artikelen van Hassnae Bouazza en Clementine van Wijngaarden en poëzie van Ingmar Heytze. Het nummer wordt gecomplementeerd door een voorpublicatie van de nieuwe bundel van J.A. Deelder, een verhaal van Thomas Verbogt en poëzie van Jan de Bas. Tenslotte is de redactie er in geslaagd een nieuwe aforist aan te trekken, waardoor Christina Vreeswijk haar debuut in Passionate maakt.
Giel van Strien