Passionate. Jaargang 5(1998)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Zij, nog steeds (Van haar zingen alle dichters. Hans Verhagen) Je bent haar al kwijt voor je haar ontmoet. (Vgl.: je bent al verslagen voor de match begint.) Haar schoonheid ook! Die eenieder overrompelt. Het hart gaat tekeer: zou zij, jou? Jij? Jij en haar? Mooi geen denken aan: reeds laat zij, jou voorbij, haar welgesneden schouderbladen zien (die de echo zijn van de gebeeldhouwde, langwerpige, bijkans horizontaal gestrekte sleutelbeenderen boven haar borsten). Haar wordt vervolgens, aantal dealpanden verderop alweer (we bevinden ons hier op de Mathenesserweg, het arrestatieteam ligt op dit uur nog op 1 oor, maar het videobewakingssysteem is operationeel) - ik herneem: haar wordt vervolgens, door de voorzitter van de deelgemeenteraad, een enorme tuil bloemen aangeboden; rode rozen, als ik 't goed heb, gehuld in transparant cellofaan dat in top is toegesloten & getooid rondom met kanariegele, oranje en licht- blauwe spaghettidunne spiraallintjes. Jonge breakdancers uit de buurt, in de ban van de beat, brengen onderwijl buitelend hun aubade. Waarna zij andermaal voortgaat. Statelijk derwaarts. Naar den einder toe (op de rug gezien, in haar strapless creatie) almaar kleinder wordend. Tot zij, zeg maar gaandeweg, uit het zicht is verdwenen; de musique d'escorte ijlings is verstorven. En ik dan (geenszins arme ziel of droevige figuur, bijlo!) op míjn beurt mijn weg vervolg: haar aanbiddelijk silhouet op mijn netvlies gegrift; als vanouds van haar vervuld; haar met heel mijn hart toegedaan. Niet aflatend. Nu nog steeds. Fool-time. Stekeblind op mijn staalblauwe ogen. [pagina 67] [p. 67] [pagina 68] [p. 68] Way back home (Wo gehen wir denn hin? Immer nach Hause. - Novalis) Ver na middernacht, in het pikkedonker van doodstil Delfshaven per benenwagen onderweg naar huis (maison d'être) passeer ik het café De Grootste Slok - dat al lang dicht had moeten wezen, echter (de pleuris voor Peper?) nog volop in bedrijf is: krijg ter plekke plens tl-licht over me heen. Voor de deur staat een gitzwarte stretch limo, waar een nogal uitbundig gezelschap dames & heren (‘Emme ga nonnie naar huis!’) wankelend in plaats neemt. De chauffeur, op het punt om ook zelf in te stappen, ontwaart mijn persoon en roept mij toe (met een stem die me niks zegt, noch dat ik 's mans verschijning thuis kan brengen), hij noemt eerst nog mijn voornaam: ‘Je had al lang thuis moeten wezen. Plantjes water geven.’ Verrek. Hoe hij dat wéet. [pagina 69] [p. 69] Salti mortali Onlangs op een zaterdag is d'r eentje pardoes van de Euromast gesprongen. (Twee meevallers: dankzij de Optilon-ritssluiting van haar rundleren jackie is haar borstkas niet uit mekaar geklapt en ook het donorcodicil in haar binnenzak blijkt nog geheel intact.) Schrikreactie van telefoniste boven in de mast, door de receptie beneden van deze doodsmak (zeg: kamikaze- duikvlucht) op de hoogte gesteld: ‘Mijn god, da's al de zoveelste deze week!’ Overigens bleek de jonge vrouw in dít geval terecht te zijn gekomen bovenop een hond, die daar toevallig liep te scharrelen in de bosschages. Frans Vogel Vorige Volgende