men, waarbij de wijk Spangen de twijfelachtige eer te beurt viel zelfs de internationale pers te halen. Er waren perioden dat er bijna geen week voorbij ging of sensatiebeluste reporters uit Hilversum en Frankrijk rukten uit om de ellende van Delfshaven te verslaan.
Anno 1998 wordt de deelgemeente nog altijd met dit negatieve imago geconfronteerd, hoewel de afgelopen jaren een aantal maatregelen zijn vruchten is gaan afwerpen. De in de jaren tachtig al ingezette stadsvernieuwing maakte onleefbare buurten weer bewoonbaar, het succes van de Straatkrant bracht het aantal fietsendiefstallen drastisch omlaag, bewonersorganisaties begonnen met de (deel-)gemeente samen te werken en er verschenen politieposten in de wijken. Daarnaast werd het opzoomeren een soort gele tornado die verloederde straten weer een verzorgd uiterlijk gaf en de sociale verbanden van de buurten bevorderde. Het fenomeen dat werd vernoemd naar de Opzoomerstraat in Delfshaven werd een begrip tot ver buiten Rotterdam en voegde zelfs een nieuw werkwoord toe aan de Nederlandse taal. Meer recentelijk is met het creëren van speciale panden voor verslaafden een nieuwe stap genomen in de bestrijding van de drugsoverlast. Hoewel het project zich nog in een experimenteel stadium bevindt, zijn de eerste resultaten bemoedigend: bewoners hebben minder overlast en de verslaafden een menswaardiger bestaan.
Hoewel het tij is gekeerd tonen de nationale media nog altijd dezelfde beelden. Met name rubrieken als SBS Actienieuws en RTL's 5 In Het Land grossieren in stereotiepe items over verloederde wijken, spuitende junks en aan hun lot overgelaten bewoners. Daarbij lijkt niet het journalistieke principe van hoor en wederhoor maar het commerciële belang de voornaamste drijfveer te zijn geworden. Om zoveel mogelijk adverteerders te trekken worden redacties opgezweept door hun chefs die met Reality TV over sensationele ellende hun kijkcijfers willen verhogen. Het gevolg is dat cameraploegen naar Spangen trekken om 's avonds in tendentieuze reportages telkens weer hetzelfde verhaal te vertellen.
Het gevaar bestaat dat deze aanhoudende negatieve publiciteit een verlammende uitwerking heeft op de maatschappelijke organisaties en inwoners van Delfshaven. De slecht geïnformeerde redacties van de bewuste programma's negeren niet alleen de invloed van eerder genoemde maatregelen, maar gaan ook volledig voorbij aan de ‘onzichtbare’ kwaliteiten van Delfshaven. Zo beschikt de deelgemeente over de toeristische attractie Historisch Delfshaven, het televisiebedrijf Blue Horse productions, de eredivisieclub Sparta, het Prinsestheater, museum De Dubbelde Palmboom, het Onafhankelijk Toneel en een vestiging van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam - om er maar een paar te noemen. Daarnaast is het aantal kunstenaars en culturele instellingen de afgelopen jaren fors gegroeid. De deelgemeente heeft deze opbloeiende sector in kaart gebracht en een cultuurmakelaar ingesteld om de autonome kunstenaars en de jonge organisaties te ondersteunen. Stichting Passionate levert daarbij een zeer bescheiden maatschappelijke bijdrage in de vorm van een paar betaalde medewerkers en een verbetering van de aanblik van het pand waarin zij gevestigd is. Al deze kleine instellingen bij elkaar geven de culturele activiteiten een meerwaarde. Met het oog op 2001 - wanneer Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa is - zou het niet slecht zijn wanneer deze kwaliteiten ten volle benut worden.
Dit themanummer is niet meer dan een aanzet hiertoe. Een politiek correcte uitgave is het niet geworden. Ondanks de verbeteringen kampt Delfshaven nog altijd met problemen en met name aforist Kees Versteeg stelt deze op de van hem bekende wijze aan de kaak. Voor het overige spreken de bijdragen voor zich. De redactie heeft namelijk een nummer willen maken dat voor de literair geïnteresseerden in Delfshaven net zo interessant is als voor onze abonnees in Groningen. Een compleet overzicht is het niet geworden, zover reikten de beschikbare middelen en tijd niet. Wie u ongetwijfeld zal missen is Alfred Kossmann. Nog voordat de redactie auteurs benaderde voor bijdragen overleed hij in zijn huidige woonplaats Amsterdam. In het najaar van 1996 interviewde ik hem voor het eerste gedrukte nummer van Passionate. Het interview werd een boeiend gesprek, waarbij ik door een aantal kopstoten de band vergat om te draaien en het grootste deel van het gesprek niet werd vastgelegd. U mag dit nummer ook als een klein eerbetoon aan hem beschouwen.
Giel van Strien