Over de medewerkers
Emerald Beryl ('64)
is artistiek programmeur bij Paradiso in Amsterdam. Hij is eveneens regisseur en auteur van meerdere toneelstukken en werkt momenteel aan zijn eerste roman. Naast de autobiografie van LL Cool J vertaalde hij Fight The Power van Chuck D, eveneens uitgegeven door Vassallucci. Beryl was medesamensteller van de twee Double Talk bundels over rap en poëzie.
Johan Boer ('69)
is in korte tijd bekend geworden om zijn grote stickers, die hij illegaal aanbrengt, bij voorkeur op de ruiten van grote kunstinstellingen, zoals musea, kunsthallen en kunstuitleen-centra. Maar ook groenteboeren zijn niet veilig voor zijn klevende kunst. Hij is werkzaam als illustrator.
Niels Carels ('77)
heeft sinds zijn vorige bijdrage aan Passionate besloten dat Neerlandici nooit grote schrijvers zijn en is derhalve film- en televisiewetenschapper geworden. Verder vult hij zijn dagen met het verschaffen van alcohol aan derden. Zo nu en dan werkt hij aan zijn nieuwe roman, bezoekt Artis of koopt boeken van lelijke dode schrijvers.
J. Eijkelboom ('26)
vertaalde o.a. poëzie van John Donne, Philip Larkin, James Fenton en het overrompelende werk van Weldon Kees. Op het ogenblik werkt hij aan de vertaling van Craig Raine's History: the home movie. Zijn eigen gedichten verschijnen iedere drie jaar. Meest recent: Het lied van de krekel uit 1996.
Astrid Lampe ('55)
schrijft proza en poëzie. Ze debuteerde in 1997 bij uitgeverij Querido met de bundel RIB, dat jaar genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs. Zij publiceerde o.a. in Surplus, De Zingende Zaag, De Revisor en Yang. Momenteel werkt ze na voltooiing van het manuscript voor een roman aan een tweede bundel.
LL Cool J ('68)
leerde rappen in de parken van de New Yorkse wijk Queens. Op zijn 17-e werd hij plotseling een rapster, met het verschijnen van zijn eerste lp Radio. In '87 scoorde hij een enorme hit met de trendsettende rapballad ‘I need love’. Nu zijn autobiografie Phenomenon is verschenen, werkt hij in Hollywood aan een filmcarrière.