Passionate. Jaargang 2
(1995)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
[pagina 7/C]
| |
Ze is als een Scandinavische vrouw. Zo een waarmee je ontzettend moeilijk contact krijgt. Die koel op je avances reageert en zo gesloten als Perron Nul is. Toen ik haar leerde kennen vond ik haar niet eens bijzonder aantrekkelijk. Toch raakte ik geïmponeerd door haar verschijning. Ook toen al ondernam ze veel activiteiten en toonde ze een dynamiek die ik nog maar weinig in mijn leven was tegengekomen. Nu ben ik niet alleen maar geïntrigeerd door de dingen die ze doet. Ik vind haar erg mooi en ben ongemerkt verliefd op haar geworden. Daar kwam ik een paar weken geleden achter, toen ik haar lange tijd bekeek. Ook al bevond ik mij constant in haar buurt, ik nam nooit de tijd om haar eens goed te observeren. Ik weet dat ze veel moeite doet om er aantrekkelijker uit te zien, maar ik heb er gewoon nooit goed bij stilgestaan. Maar nu zie ik het elke dag, haar gezicht is totaal veranderd, gestaag heeft ze een metamorfose ondergaan die er zijn mag. Het komt echter niet alleen door haar uiterlijk, ook haar houding is veranderd. Het stugge karakter, dat mij in sommige gevallen zelfs als bot overkwam, is verdwenen. Ze is milder geworden. In het begin had ik vooral met deze bitsheid erg veel moeite. Daardoor wilde ik weg van haar en uitzien naar een ander, die warmer en opener zou zijn. Al de jaren die ik in onze relatie investeerde zijn de moeite waard geweest. Nu blijkt hoe kwetsbaar en menselijk ze is, heb ik vrede met het lot dat mij hier bracht. Nee, ik hoef ik niet meer zonodig weg uit Rotterdam, want zij is het toch geworden. Die rugzak blijft lekker in de kast en ik wroet ijverig in mijn achtertuin om hier iets moois te laten opbloeien. Het lijkt mij overigens wel aardig om tussen de stedelijke jungle een echt oerwoud aan te leggen. De bijhorende geluiden vormen geen probleem. Tegenwoordig krijg je in de dierenspeciaalzaak bij aanschaf van zes goudvissen er gratis een supporter van Ferencvaros bij. De vele architectonische kunstwerken die onze stad rijk is kunnen echter niet verhullen dat naoorlogse lelijkheid nog altijd de stad ontsiert. De hoogbouw van de Erasmus Universiteit nomineer ik dan ook bij deze voor de prijs van het lelijkste gebouw van de metropool. De enorme mensenhaat die uit het kille beton spreekt heeft er zelfs toe geleid dat men een enorm hekwerk op het dak van het gebouw moest plaatsen, omdat depressieve studenten regelmatig naar beneden sprongen. Er werd dan wel gezegd dat dit door de tentamenresultaten kwam, eigenlijk was het de van licht verstoken bunker die hypochonders een zetje in de rug gaf. Wellicht dat een Duits precisiebombardement ons van dit gedrocht, en Lijnbaan, Doelen en Centraal Station kan bevrijden. Maar laten ze het deze keer wel even van te voren melden. |
|