| |
| |
| |
De kwaliteit van kruispunten
er die verschrikkelijke angst was
dat de leegte zou blijven
tussen hartstocht en molecuul
zocht ik naar een antwoord
Ik liep naar Rome, verwachtte een verlossend woord
maar al wat hoorbaar leek
glipte geluidloos tussen de vingers
en verbaasd keek ik naar de as van traditie op mijn jas
verwachtte een beslissend discours
een wijsgerige sudden death
de slinger toont beweging
de aarde danst in stilte rond de orde van chaos
weer verjoeg de sterrenwind een eenheid
Ik nam de trein naar Lissabon,
de geest van Pessoa groette me op het station
maar ik ontwaakte in de wiskundige berekening van Henrique die kwijlend bij de
loepzuivere lijnen trekt van haven tot haven
| |
| |
Tussen speeksel zaad en een hongerige geest trekt een onbekende reiziger een
water is zijn prooi, hoe beweegt hij zich!
en steeds maar weer de eindeloze ruimte tussen papier en
De duivel verslindt gretig en hevig elke greep in het duister
In de achterzijde van mijn hoofd weerklinken harde en meedogenloze
Ze donderen, bannen banieren van macht uit hun voegen
Onder een warme woordenstroom ligt een kwaliteit
kalm waardig te wachten op zonnige gedachten,
ja, die welke Columbus, de eeuwige reiziger reinigen van
Later, vele neurologische schakelingen later
staat er een droom op; slaapwandelt, ontwaakt
ontdekt zichzelf als ritueel, nestelt zich als realiteit
quasar na atoom duimschroeft de dadendrang de geest
zodat er nog maar drie mm speling was, net genoeg dus
| |
| |
ik geef Pauli nog een kans
hij, stukgelopen op de vereerde kloof tussen ik en gij/het/hij was gelijk Phaedros,
gestoord door de waarheid
verliet zich op zijn kwaadaardige dromen
op de bank bij Jung en verloor zijn harde kern in deze splitsing
hij stierf duizend doden op 6 augustus 1945
verdient hij een medaille apres la lettre?
geen verhemeling zonder beperking
Capra, Pauli's esotherische zoon,
erft diens dromen na de avond te hebben doorgebracht met Pirsig in het
motorcafé Zen & Co in de bergen van Montana
De Wolf zwerft er rusteloos rond een zwart gat dat Robert pas veel later vindt,
achter de glazen deur van het gesticht
geschokt over zoveel onverwachts, zoveel nieuws
slaat hij de hand aan zichzelf
en herrijst als praktische puzzelaar
als het kind Chris, zijn eigen zoon
Zijn extase is elektrisch; verontrustend omdat ook Chris geteisterd lijkt door een
| |
| |
Robert wordt oud, Chris is neergestoken,
slachtoffer van een roofmoord
in de heuvels van Beverly Hills
niet de kwaliteitsplek die Phaedros zocht
en Zen noch motor was ter plaatse om hem te redden
Wordt de Wolf nu oud met Robert of sterft hij
na deze aanslag langzaam af
nu zijn projectie verdwenen is?
ik herinner me zijn lessen nog
op het kleine college in de bergstad
rhetorica, de verbeelding tartend, pestend
tot de wanhoop door mijn poriën naar buiten stroomde
Rusteloos ijsbeerde de Wolf voor ons langs, een jager naar
het wilde denken buiten hemzelf
Schrijf over de stad, brulde hij
(maar de stad is zo groot....?)
Schrijf over de de straat waar je woont
(maar die is zo lang....)
Schrijf over het gemeentehuis
(maar daar is niets aan te zien...)
Schrijf over de linker hoeksteen aan het voorfront, 3 lagen onder het dak
(Stilte, langzaam crescendo zoemen....)
en, o ja, je krijgt geen cijfer, je bepaalt het zelf.
| |
| |
Op zoek naar Phaedros, jaren later, ontmoet ik Pauli
en Capra, kamperend in de Caldera de Taburiente
zo konden ze vanuit aardse diepte de sterren zien
konden ze vanaf de top, vanuit het observatorium
wegzinken in de ooit rijkelijk stromende lava
-ongetwijfeld was zijn blik op Orion gericht-
Veel zeiden ze niet, de jaloezie was voelbaar, deed de bananebladeren trillen
Of ze de Wolf gezien hadden
Maar in hun droefenis zwegen ze hoofdschuddend, wie? zeggend
Ik liep schoorvoetend de Caldera uit
keek om, zag ze zweven op een kussen vol edele gedachten
huiverden om zoveel lichtvoetigheid
De weken erna huilde ik de dromen
droeg ze over aan de wind
die ze toevertrouwde aan het water van de oceaan
Teleurgesteld verliet ik Palma,
redding weer verder weg dan ooit
Hadden ze elkaar toch niet gezien
was er verraad in het spel
wisten ze uiteindelijk helemaal niets?
| |
| |
Dag dag lange nacht die duurde tot ik oud was en de Wolf zich teruggetrokken
Hij had daar de brug voor over moeten steken
de brug die door Pauli gedagvaard was
de brug waar de touwen van af dropen
de touwen waar de lichamen van veelbelovenden aan hingen
vergaan, voeten in cement gehard, de botten rinkelend in een mobile waarvan de kwaliteit
zich geschokt van teruggetrokken had en de Wolf sprak:
de grot huisvest de angst voor de taal
de ultieme vorm van bedrog, die gelikte manager van onbehoorlijke
kwaadaardige want bedoeld tot platte stappen
sporen waarvan hoogte, diepte, lengte niet meer tastbaar zijn
Vanuit het raam kijk ik neer
zie de wankele stappen van kinderen in de sneeuw
groet de mus op de vensterbank
mijn handen bewegen niet meer
gebonden aan de spijlen van het kale stalen bed
ik spuug mijn witte pyjama met zwarte gedachten onder
druk ik de boekenplank op tot die valt
en alle letters op een hoop op de houten vloer liggen
| |
| |
alsof ik niet van ze gehouden heb, niet gekoesterd in 15 graden onder nul
ze afgewend onder t-shirt weggehouden van windkracht 12
Zo leeft ouderdom, noch kwaliteit
Vanuit de heuvel van Puimichel in de Provence
probeer ik omhoog en terug te kijken
vraag ik me af wat Robert doet, na zijn komeetachtige scherende betogen,
varend op de noordelijke meren van Noord Amerika
of Fritjof het graf van Pauli nog wel eens bezoekt, of ie daar bloemen legt
of Pauli zich verwijtend in zijn graf afvraagt waarom hij te vroeg geboren
te vroeg gestorven de Waterman niet mag zien
of die het symbool wel is van kwaliteit
of van nieuwe blikvernauwing
leidend naar de bergpas die hij zo bezorgd en ondersteboven probeerde breed te
rotsen weghakkend, met dynamiet van zijn verontruste geest
Rek de geest op tot zij lichaam wordt
|
|