In den beginne
Moet de auteur zich beperken tot het uitwerken van de idee die ten grondslag aan zijn werk ligt, of moet hij rekening houden met de lezer en zich bij het schrijven in hem verplaatsen?
Als hij zich gedraagt als een god die zich weinig om de lezer bekommert en zich limiteert tot een narcistische vrijage met papier of beeldscherm, dan zal zijn werk nooit een groot publiek bereiken en slechts door een paar wetenschappers, en andere knappe mensen zoals literaire critici, op waarde worden geschat. Finnegans Wake van James Joyce is hier het beste voorbeeld van. Hoewel velen de mond er vol van hebben, en over de invloed van de Ierse schrijver op de literatuur geen twijfel bestaat, heb ik nog nooit iemand ontmoet die het boek echt voor zijn plezier las. Finnegans Wake lees je niet, maar je bestudeert het. Een schrijver als Primo Levi is daarentegen een rasverteller. Hij is wars van complexe en verborgen boodschappen. Zijn verhalen zijn aantrekkelijk doordat ze spanning bevatten, en dat is als stimulerende drank: je wilt er steeds meer van hebben.
De mooiste synthese die ik tot dusverre mocht smaken is De Naam van de Roos van Umberto Eco. Eco kent het werk van Joyce zoals slechts weinigen dat doen. Daarom is het geen toeval dat naast het bevatten van een groots idee juist zijn werk tot vermaak kan dienen. Het verhaal is in eerste instantie een detective, het wordt gedragen door een Angelsaksische rationalist die met behulp van de jonge monnik Adson - met een knipoog naar de creatie van Sir Arthur Conan Doyle - een reeks moorden in een abdij tracht op te lossen. Het is de rode draad die er voor zorgt dat de lezer niet verdwaalt in het theologisch labyrint. Daarnaast schetst Eco een zeer realistisch beeld van het leven in de veertiende eeuw. De lezer heeft het idee dat hij getuige is van historische gebeurtenissen, met de disputen binnen de katholieke kerk en de residentie van de paus als voornaamste ingrediënten. Maar de essentie van het werk ligt besloten in het motief van de blinde ziener Jorge van Burgos. De sleutel van de roman ligt niet in het plot van de detective, maar in de theologische implicatie van Burgos' handelen. Het fanatisme van de blinde ziener komt voort uit een bezeten waarheidsdrang. Wie in God gelooft lacht niet, want relativering vernietigt alles. Religie, schilderkunst, filosofie, muziek en, jazeker, literatuur, het zijn alle creaties van de afstammelingen van Jorge van Burgos.
giel van strien