Voor al uw problemen: raadpleeg dr. Jack
Zo gaat het nu altijd. Heb ik me net voorgenomen dat ik mijn leven in eenzaamheid voorbij laat gaan, sta ik net op het punt te accepteren dat niemand zich voor mij interesseert en dat het mij geen bal kan schelen ook, juist dan, wanneer de salami in dikke plakken is gesneden en voor eeuwig vetvlekken achterlaat op de armleuning van de bank, met de whisky braaf aan mijn voeten, terwijl ik de een of andere kloteroman van ene Hlazko in één ruk wil uitlezen (veel langer dan een lange avond moet je daar niet aan besteden), dan gaat natuurlijk die pokkentelefoon!
‘Raas, met mij. Zeg, ik heb grandioos nieuws.’
‘Dat is tof voor je. Maar zou je niet eens zeggen wie je bent’ Ik weet wel dat het die trut van een Bianca is.
‘Nou zeg, we hebben elkaar een tijd niet gesproken, dat blijkt. Als je niet eens je eigen Nuke herkent.’ Zo noemde ik haar altijd, vanaf het moment dat ik stopte haar als mijn vriendin te beschouwen. Zij denkt dat ik het als koosnaampje bedoel, zij denkt dat we vrienden tot in de eeuwigheid zijn. Afijn, zo heb je al een aardig beeld van haar.
‘Ah natuurlijk: Bianca.’
‘Ja luister nou. Ik ben met de studie gestopt.’
‘Dat is inderdaad grandioos nieuws.’
‘Nee, ik ben ermee gestopt omdat ik meedoe aan een teeveeserie.’ Ze noemt de naam van een Hollandse soapserie die vroeger bijzonder populair was bij tieners en huisvrouwen.
‘Kon je dat niet beter combineren. Zo intensief is een studie Nederlands nou ook weer niet en in soapseries zit niet veel toekomst, dacht ik.’ Ik heb haar in 't verleden aan het werk gezien in 't amateurtoneel, vandaar.
‘We hebben elkaar inderdaad lang niet gesproken. Jij was toch die jongen vol lef, die alleen in extremen wenste te leven, omdat in de grijze voorzichtigheid geen leven doordrong,’ citeert ze mij verkeerd.
‘Dat was voordat ik aan de drank raakte.’
‘Maak je een grapje?’
‘Ogenblikje.’ Ik schenk nog een Jack Daniels in, Dr. Jack voor intimi.
‘'t Gaat toch wel goed met je? Laten we afspreken?’
‘Shit, ik wilde juist vanavond een rotboek uitlezen.’
‘Zeg, we hebben elkaar een half jaar niet gezien!’
‘Overdrijf niet, 't waren vijf maanden, dus het zal niet op een avond aan komen.’
‘Jawel, ik heb het gigantisch druk met de opnamen e.d.’ (zegt ze letterlijk).
‘Vanavond kan ik, maar morgen gaan we op lokatie.’
En zo komt het dat ik een uur later in Café 't Oud Verlaat in de serre naar buiten staar, naar de bevroren gracht van het pittoreske D-. De populaire