het handelen. Ieder mens is verantwoordelijk voor al zijn daden, in welke situatie hij zich ook bevindt. De mens heeft namelijk altijd de mogelijkheid om een keuze te maken. Dat riep Sartre ook al, maar die bevond zich achter een glas wijn in de kroeg, terwijl Havel aan den lijve ondervonden heeft wat de consequentie van de eigen opvattingen betekent.’ Ze is uit beeld verdwenen. Al pratend maakt Michel een halve cirkel totdat Dudu weer op zijn netvlies verschijnt. Belangstellend luistert ze naar een student die waarschijnlijk een wat luchtiger onderwerp dan Michel heeft aangesneden.
‘Het is toch heel bijzonder dat jij en ik uit dezelfde inspiratiebron putten, terwijl jij je atheïst noemt en ik gelovig ben, christelijk zelfs.’
‘Dat komt door Klein-Luyden, Peter, ons vertrekpunt is hetzelfde. Maar dat jij mij vanavond over de christelijke invalshoek van Havels werk zou komen onderwijzen had ik nooit kunnen denken.
Ga je mee een biertje drinken?’
‘Dat is goed, even een paar mensen gedag zeggen.’ Zeg haar dat je het leuk vond vanavond. Dat je haar snel weer hoopt te zien. Nee, dat is onzin, veel te persoonlijk. Niet twijfelen, die gozer is vast haar vriend niet. En anders heeft hij pech gehad.
‘Ik gaan er vandoor Dudu. Het was een leuke avond.’
‘Peter en jij kennen elkaar hè?’
‘Wij zijn in hetzelfde dorp opgegroeid. Tot ziens Dudu!’ Ze groet zacht terug, Michel draait zich om en loopt naar de deur, waar Peter reeds staat te wachten.
‘Hé Michel, waar is Henk eigenlijk?’ Ze noemt je naam! Laat haar die honderd keer herhalen. Haar lokken dansen voor haar ogen. Met haar gekrulde onderlip en vragende blik zou hij haar zo in zijn armen willen nemen.
‘Die ligt op bed, want hij is ziek. Maar volgens mij heeft hij gisteravond alleen maar teveel gedronken.’
‘Zou je misschien deze informatie voor hem willen meenemen?’ In de paar seconden dat hij de vellen papier van haar ontvangt strijden verscheidene gedachten om de voorrang, een scala van mogelijkheden flitst door zijn hoofd. Wanneer hij het laatste blad van haar in ontvangst neemt, kijkt hij haar aan. Hij twijfelt, zij wacht op wat hij gaat zeggen. Nauwelijks voor het oog zichtbaar bewegen zijn lippen even, maar geen klank verlaat zijn keel. Hij zwijgt waar hij had moet spreken.
Giel van Strien