Parmentier. Jaargang 17(2008)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Jan Lauwereyns Gedichten Je wankelt onder schelpenrovers op radioactieve keienbedden, wat geeft: moeiteloos verslagen. Zoveel bubbels om de noord, Herman, de verrijzenis van het Behouden Huys, de samenhang een onmiskenbaar bloedmooie, want vlekkeloze zinsontleding, zou ik gedacht hebben, zo'n hartaanval, neuriënd van het vissen vissen, het doden doden,... Gesidder, jaren later, hij die weet of zij die doet, gare sardienen. De absurditeit blijft maar duwen totdat je rolt. [pagina 73] [p. 73] De vreemde aardplooien woekeren zo, bezaaid met stof. De ring van het geheugen zwelt zachtjes als ik belust op de loer lig, déjà vu uit de diepten van papier. De weg schittert, kronkelt als sjamaan. Je litteken vervaagt op een meisje. Waartoe deze platgelopen baan? Daar gaat zenuwmier, daar gaan roest en mos. De dode dichter groef zijn eigen graf, woelt en woelt, dansschoenen aan en al. [pagina 74] [p. 74] Hulde! Vaart hij, vaart zij. Hulde! En hersenbloeding voor verlies, ondergang en het genie, 50 megaton TNT, van Stanislaw Ulam. (Wiskundige, begreep als kind al: rijmen is een pienter algoritmetje voor wilde verbeelding.) Heel precies veertienlettergrepig, hout hakkend, waterstoffen mengend, werktitel dood+meisje: ik lik, wik, slik, hik, blik, mik, knik, (en netjes je volta, je Tsar Bomba) schrik, wrik, snik, prik, stik, fik. [pagina 75] [p. 75] Type-l-emoties uitgeschakeld, horen wij de muziek ons met veel plezier plaatselijk verdoven in de kies waarin ik (de tandarts) zo dadelijk met een fijn boortje fijntjes zal boren. Type-2 scherpt onze aandacht nu wij het rijk en mooi vinden klinken, zonder meer, volledig van mijn zingende pincetten in de ban. Onze opspringende poriën hebben, dat spreekt, goede smaak. [pagina 76] [p. 76] Stel je iets voor wat je niet kunt bedenken. De formule met Griekse letters en bizarre kronkels brandde op je lippen, mijn huid, in een dode ster. De woorden blijven ontembaar. Zelfs een grote witte walvis mag schrik hebben als ik zeg dat dit begeesterend is. Het heeft beslist met een soort bevrijding te maken, een schitterend bewijs, een prachtige ontkenning dat niets chaotisch is zonder willekeurig te zijn. Vorige Volgende