opgewarmde asfalt, over de bekoorlijke lesvliegtuigen, alsof het roofvogels waren, dralend langs de zoom van de stad die ongemakkelijk trilde in de hete lucht.
De corpulente Dekkers merkte niets van de preoccupaties van zijn gesprekspartner. Heftig transpirerend depte hij onophoudelijk hoofd en armen, en praatte hij over marginale onderwerpen in de hoop op iets te komen dat ze zouden delen. Wilde hij als prins zich wel bezig houden met zulk soort zaken? Misschien had zijn familie iets te investeren. Mohamed rechtte de rug, ging achterover zitten, deed de vingertoppen tegen elkaar als op weg naar een gebed en keek meneer Dekkers voor het eerst recht in de ogen aan. Onder die indringende blik begon de vliegschooleigenaar ongemakkelijk te schuiven op zijn zweterige zitvlak. Met voldoening constateerde Mohamed dat hun vermomming precies dat opriep bij de Amerikaan wat ze beoogden. Geen mogelijkheid dat men door het waas van hebzucht heen zou kijken en hun werkelijke doel zou herkennen. Nee, hij en de familie hadden weinig contact met elkaar.
‘Ik wil zijn als jullie en met eerlijk werken mijn fortuin maken,’ zei hij, ingehouden ernstig en zalvende als een christen.
Dekkers wilde lachen, maar hield zich in. De opmerking had een soort doodsvonnis geleken. Waar dan over praten? Het bleef akelig stil. De mannen nipten kalm aan hun drankjes. Beelden van de porno die Dekkers die ochtend op de computer bekeken had, wiegden door zijn brein. Spijt van de zelfbevlekking, ja. Maar meer dan dat, nee. Er was geen ontkomen aan in deze lege wereld. Als de schaal van een gestolen krokodillenjong lag Amerika aan Gods voeten.
‘Ik moet opbiechten dat de overdaad aan geweld en seks in dit land me wel afstoot,’ zei Mohamed terloops, alsof hij opmerkte naar het toilet te moeten. Hoewel hij tegenover zichzelf moest toegeven dat die overdaad hem aantrok, zoals benzine een aanstekervlam. Afgelopen nacht hadden hij en Marwan weer tapes bekeken met geslachte gijzelaars en allerlei bestialiteit. Inderdaad, het was waar wat Binalshib verteld had, je werd er harder van, maar de liefde voor God werd er alleen maar door aangewakkerd, als het zeurende verlangen naar een goede hoer.
‘Het is hier inderdaad af en toe net Sodom uit de oude boeken,’ zuchtte meneer Dekkers. ‘Zou er een Lot opstaan en roepen om een onaangetaste ziel dan zou er vast geen antwoord komen.’ Mohamed sloeg de armen theatraal uiteen zoals een gier zijn vleugels. Meneer Dekkers en Marwan schrokken op uit hun mijmering.
‘Ik vraag u! Ik vraag u, is er iemand hier van zuivere aard? Komt dan voorwaarts en bekent u!’ Mohamed staarde van de een naar de ander met glanzende en aan waanzin grenzende ogen, nog steeds de armen uitgespreid. Vissen waren het, gereed om gevangen te worden met dynamiet. Hij staarde naar de verkeerstoren en sprak weer luid. ‘Daar,’ hij wees priemend, ‘daar is de toren van Babel, door dat ding is men van het ware geloof gevallen!’ Allerlei andere mensen op het terrein keken gebiologeerd naar het toneelstukje. Ze hoopten op spektakel,