Ik kan wél terugkomen, kijk de apotheker recht in de ogen omdat de tekstballon voor z'n schouder zweeft; alle rode letters springen op en neer. Hoe gewelddadig is een goed advies wel niet? Weer wordt ik voorgegaan, een volger loopt voor, videocassette in de hand. Af en toe draait hij het hoofd een kwartslag als wil hij over z'n schouder kijken, maar hij weet dat ik volg. Dat is de kunst: de gevolgde als een volger laten doorgaan. Men ziet mij volgen.
Soms wil ik wel eens luidop, maar wie spreekt jouwt zichzelf ogenblikkelijk uit, trouwens het gerammel van de spoelen overheerst deze wandeling. Eindelijk duikt wat zonlicht tussen de wolken door, er scheelt iets met z'n vingers: melkwitte huid groeit over z'n nagels.
Ik knijp in een belegd broodje; kruimels ritselen in het mooie zakje. Het boek over de tweede wereldoorlog slaat tegen m'n heup; er staan veel foto's van geschut in. Tracht me voor te stellen hoe artilleriegerommel zich laat aanhoren. Ik vind het zo spijtig, dat ik uw nummer verloren ben. Het is een regelrechte ramp. Twee meisjes staan bij de fotokopiemachine en leggen om beurten een half gezicht op de glazen plaat. Hun borsten drukken tegen de beige zijkant. Ze hebben zilveren sterretjes op hun nagels geschilderd. Misschien zullen ze daar ook een kopie van nemen. Die ze wellicht opsturen.
Ach, als u het maar afwachten wou. Al dat geklets, de voorsprong op een aarzelende omschrijving. Verliefdheid is een wandeling, wanneer je merkt dat er iets aan de hand is met de straat: je scheert als een vogeltje langs de mensen. Maar ik zoek niemand. Volg de spoelen die mijn richting uitgedragen worden.
U ziet mij niet...
U kijkt dus recht voor u uit.
Inderdaad, een verliefde heeft geen kwaliteiten.
Achter het open venster van eethuis moderna schudt de kale man een handvol in het hete vet. Z'n witte jasje schittert. Het vet loeit. Had ik maar een foto van u. Uw verzorgde en ontspannen gestalte. Ja, glunderend zelfs. Trots, omdat u iets opmerkt. En de aanwijzingen van de fotograaf duidelijkheid verschaffen. U bent de vrucht van het vermogen, aanwijzingen te verwoorden, want achter u ontbreekt ieder perspectief- het brandpunt is gesloten.
Maar ook de fotograaf is vertrokken, hij, die mij meer had kunnen vertellen.
Over het venster van de drukkerij flitst een riem papier voorbij, een man in een besmeurde overall bladert door de nieuwe krant. Hij staat met z'n rug naar mij gekeerd. Ik sluit me maar aan bij het groepje oude mannen op de hoek van de straat, voor de kasten waar de krant van morgen uithangt. Hoe te leven?