| |
| |
| |
Hans van Wetering
De documentalist
Hij had Landmark al gedaan, en Qigong, en psycho-physiognomie volgens de drie kiembladentheorie van Carl Huter, gevolgd door Essence, The Source, ECT, en nog andere cursussen en trainingen waarvan hij de naam soms paraat had, maar meestal niet. Hij wist waarover het ging, hij was een ander mens. En nu dan The Source for Life. Maar hij mocht er niet over praten. Hij had meer geheimen dan hij kon onthouden. Water is de basis van uw lichaam, drink er genoeg van. Dat het goed met hem ging wist hij, omdat het geratel op het toetsenbord hem minder stoorde dan voorheen. Zelfs het geluid van zijn eigen vingers irriteerde hem minder. Daar kon hij zich vreselijk over opwinden. Maar dat was voorbij. De Achille Lauro was een schip, en geweld iets voor romantici. Maar hij was genezen. Hij wist hoe het zat. De wereld was vol liefde. Hij was een bom van liefde. Niemand viel het op dat hij iemand anders was geworden. Hij had zijn naam ook niet veranderd. Al had hij er over gedacht. In het telefoonboek gezocht, en toen dat niets opleverde, in een advertentie voor business administrators van de Nijenrode University. Degelijke namen waar mensen niet snel genoeg van kregen. Hij had nog een uur om de informatie aan elkaar te plakken. De Achille Lauro was een schip en Klinghoffer een oude Jood. Nooit mocht iets langer dan een uur duren. En dat was goed. Dat was fijn. Hem deerde het niet. Zijn cynisme had hij als een oude huid afgeworpen. Alles moest onmiddellijk klaar. Voor hem geen duisternis meer. Hij lijmde werelden aaneen. Had een niche in de markt ontdekt, een markt ontdekt, op de grens van reclame, wetenschap en ideologie. Misschien moest hij ideologie vervangen door leefstijl. Hij zapte tussen stijlen, mixte paradigmata. Er was een verhaal over een man die zijn hond verloor bij de tewaterlating van het schip. De herinnering van een man die zijn hond verloor bij de tewaterlating van een schip. Vier liter water dronk hij per dag en binnenkort zou hij een
vriendin krijgen. Hij was een ander mens. In een uur kon je geen film zien, laat staan drie films. Drie keer was het verfilmd. Burt Lancaster was niks, die kon niet acteren, Karl Malden ook niet, maar beter dan Lancaster, en van opera hield hij niet. Hij spoelde de opnamen versneld door. De ondertiteling kon hij nog net lezen. Diagonaal lezen. Hij las in opdracht, verknipte wat hij vond tot hapklare brokken. Knutselde met betekenissen en woorden. Hij was de fragmentendokter van het nieuwe leven. Dat zei hij tijdens zijn inwijding bij Source for Life, en dat hij het zo leuk vond als hij er maar niet zo cynisch over was, en dat hij er altijd zo cynisch over was, en dat God niet bestond en dat hij graag een vriendin wilde en dat hij geen hobby's had. En het was goed, zeiden ze. Er werd geklapt, en verdoofd ging hij weer zitten, naast een leuk meisje van een jaar of vijfentwintig met gele sportschoenen aan, en vreemde ogen die verre Scandinavische voorouders verrieden. Willem Ruys was een van de directeuren van de Rotterdamse Lloyd. Hij werd gefusilleerd in augustus 1942. Dat was een goed draaipunt. De zonneschijn van het dek, parasols, jaren zestig zonnebrillen, een verdwaalde TIME Magazine, gelakte teennagels, een tegen haar zin meegekomen tienermeisje met kort donker haar en diepblauwe ogen masturberend in een donkere hut, denkend aan de Egyptische
| |
| |
schoonmaker van het zwembad, een hond? Hij had zoveel cursussen gedaan. Dat God niet bestond was geen probleem. Dit was om beter van te worden. Eens in het half jaar ging hij nog naar het kruidenvrouwtje in Hoofddorp, in wie hij nauwelijks geloofde. Kreeg hij bij het pendelen twee ijzeren staven onder zijn oksels. Bijgeloof was de achilleshiel van de beschaving. In de vlucht van de zwaluwen viel niets te lezen, hooguit waar hun stront ging vallen, en waar de ziekte zich zou verspreiden. Dacht hij vroeger. Nu was hij een ander mens. Niet cynisch meer. Cynisch was niet nodig, cynisch was voorbij. Water is de basis van uw lichaam. Hij scheefoogte door de video. Zijn uitvinding: scheefogen. En Karl Malden beviel hem beter dan Burt Lancaster, met die stupide grijns. In een uur kreeg hij dit niet klaar. In een uur kreeg hij dit gemakkelijk klaar. Waar was hij nu? Willem Ruys was gijzelaar in Haaren, de liquidatie in de bossen bij Goirle op de ochtend van 15 augustus 1942, ter vergelding van een mislukte bomaanslag van het verzet. De hond moest erin. Hij had een uur om het af te maken. Het was geen probleem. Het meisje had Scandinavische ogen. Het liefst had hij haar gelijk gevraagd of ze met hem wilde neuken. Zo, in die woorden. Maar dat ging natuurlijk niet. De training duurde vier dagen, en om dan na een uur al... En hij zou het ook nooit vragen. Hij had zoiets nog nooit gevraagd. Hij nam een slok water en keek naar een vrouw van in de vijftig terwijl hij voelde hoe zijn beginnende erectie verdween. Het was geen probleem. Hij moest zichzelf herbronnen, weigeren nog langer speelbal te zijn van oude woede en onnutte herinneringen. Klinghoffer werd een opera. Daar was veel om te doen geweest. Daar moest hij iets mee. Maar hij hield niet van opera. Klinghoffer, de oude Jood. En de hond. Die moest er toch in. Had het zin om altijd gelukkig te zijn? Hij maakte compacte verhaalklonten die later door wie dan ook uitgespuugd konden worden. Het enige wat er dan nog
moest gebeuren was enkele werkwoorden plaatsen. Hij had zich niet kunnen voorstellen dat er behoefte aan was, maar zijn opdrachtgevers bezwoeren hem dat de hoeveelheid informatie dusdanige omvang had aangenomen dat raadpleging ervan zinloos was. Dat was wat hij vertelde. Hij had honderden opdrachtgevers. De tijd ontbrak. Wat hij leverde was precies wat ze nodig hadden, kant en klare verhaalpakketten die de werkelijkheid in één oogopslag inzichtelijk maakten, op een reflexieve, associatieve en poëtische manier. Hij plakte alvast enkele losse zinnen in zijn storyboard. Die konden ze altijd gebruiken. De Ark van Noach is het beroemdste schip aller tijden, tonnage onbekend. Vroeger was hij daar cynisch van geworden. Vroeger was gisteren. En gisteren was een andere wereld, een ander ik. Abou Abbas, ook wel Mohammed Abbas, overleden in Amerikaanse gevangenschap in Irak, op 9 maart 2004. Het brein achter de kaping. De hond. Er moest altijd een aantal dode hoeken in het verhaal. Zonderlinge details die schijnbaar zonder verband waren. Blindgangers. Symmetrie was een item, de omkering, de uitvergroting, en God natuurlijk. Als het even kon fietste hij God erin. Dat was een handig begrip. Het maakte dat de mensen even stilhielden. God...oh já!. Hij was een ander mens nu, beter. Hij dronk vijf liter water. Geluk was geen item meer. Iemand vertelde over een operatie die hij had laten uitvoeren. Geloofde hij in iets? Het meisje met de Scandinavische ogen had EMDR gedaan, maar het had niet geholpen, want ze
| |
| |
had geen trauma, of er was niets buiten het trauma, zei ze. Ze had sproeten en hij vroeg zich af hoe haar tenen eruit zouden zien. Hij had een hekel aan lange teennagels, maar kon nu meer hebben dan vroeger. Het was nu anders, het licht was ook anders. En dat was fijn. Het begint met een gijzeling en het eindigt ermee. En daartussen in zit de hond. Er was een hond, in de oorlogsjaren, en daar was het niet goed mee afgelopen. Het vertelde iets over die boot. Iemand had de moeite genomen iets over die hond op te schrijven, over de tragische lotgevallen van een geliefde hond. Dat ging hij gebruiken. Dat was een sterk beeld. De hond en het kreunende staal. De kreunende hond en het staal zo onaangedaan en koud. Vroeger was alles anders. In de hongerwinter leerde hij het beest zonder veel succes op muizen te jagen. Zo begon het verslag. Misschien waren er ook geen muizen meer. Waren de muizen zelf in muizenvoer veranderd; in een voedselketen die met de dag korter werd, tot ze simpelweg op had gehouden te bestaan. Ze aten tulpenbollen. Dat is wat ze aten, tulpenbollen. En van zijn hond bleven ze af. Hij was nu op de helft van de video's. Er bestond een mayday telex van 02/12/1994 om 07.38 uur in de ochtend: 1. ‘All passengers reported to be in life-boats, but not confirmed’ 2. ‘Crew situation unknown’. Er stond nog het een en ander op. Het waren in totaal vijf punten. Maar die andere drie waren verloren gegaan. Het had iets te maken met wie de hulp organiseerde, veel systeemtaal, afkortingen, coördinaten. Inmiddels lag het wrak op de bodem van de oceaan, iets uit de kust bij Somalië. 07.14-N 51.20-O. Dieper dan een mens kon duiken. Het verkoolde skelet wist zich hooguit bespied door een verdwaalde coelacanth. En iedereen die beweerde dat het anders was moest eerst maar eens met bewijzen komen! Las hij op een weblog, en dat het schip aan een tweede leven begonnen was, onder de naam Majestic. Namen. De hond noemde hij
Achilles, naar de held uit de Trojaanse oorlog die uiteindelijk zoals voorspeld zijn ondergang vond. Kind van goddelijke voorouders, maar een sloeber als alle anderen, zij het een tikje minder kwetsbaar, voor zolang als dat duurde dus. Het was toeval dat hij de hond Achilles had genoemd. Tristan was ook mogelijk geweest, Lazarus desnoods. Achilles was een vuilnisbak met immer tranende ogen en een voorliefde voor stilzitten. Meesttijds moest hij Achilles mee naar buiten lokken, zijn stem met zoetstof vullen. Dat het dier daarop blééf reageren verwonderde hem wel, en leidde op den duur zelfs tot argwaan. De gedachte diende zich aan dat de hond wel eerder wilde opstaan, maar het gevoel had dat hij daarmee zijn baasje tekort zou doen, dat hij alleen om die reden met opstaan wachtte tot zijn baasje hem zou lokken. In 1938 was hij geboren. Zei je dat van honden? Dat wist hij niet. En het maakte niet uit. Het was goed. Het was zíjn beslissing. Hij was de bron. Het trauma was van liet meisje niet de gele sportschoenen. Die geen vriend had. Ze wilde er wel een, zei ze aan het einde van de eerste dag. Liefst een die zelf, liefst een die zelf, en hier begon ze te huilen, die zelf, maar toen was ze door het gesnik al niet meer te verstaan, en ze zat daar zo eenzaam in het midden van die inderhaast verlaten kantoorruimte, onder dat onbarmhartige TI-licht. Dit waren bekende gegevens. Standaardgegevens. Het schip werd in 1939 in aanbouw genomen. Het moest het vlaggenschip van de Lloyd worden: het grootste, het mooiste - een drijvend paleis met roltrappen en
| |
| |
automatische deuren. Honderdtweeënnegentig meter lang was het, vijfentwintig meter breed en bijna twaalf meter hoog. 840 passagiers zou het in totaal kunnen vervoeren, in vier klassen (344 passagiers Klasse I; 301 in Klasse II; 109 in Klasse III; 86 in Klasse IV). Het was bedoeld voor de Indiëvaart, voor de lijndienst op onze gordel van Smaragd. Dit kon hij zo overnemen. De onheilsprofetie. Water is de basis van uw lichaam. Elke dag dronk hij zes liter water. Het verdreef de vrije radicalen. De tweede dag had hij zijn angst voor de vrije radicalen opgebiecht. Hij had slecht geslapen. Het meisje met de gele sportschoenen zat drie stoelen verderop. Daar was niets aan te doen geweest. Hij had niet van haar gedroomd en het meisje met de gele sportschoenen droeg nu blauwe sportschoenen. Ook zij had slecht geslapen. Ze was nog witter dan de dag ervoor, en hij wilde haar nog steeds neuken. Hij was liefde. De wereld was vol liefde. En dat was goed. Burt Lancaster wordt met rolstoel en al in het water gegooid. De band is op driekwart. Karl Malden zit nog geërgerd op het dek, in de gloeiende zon. Eerst hebben ze hem neergeschoten. De Palestijnen hebben de Jood Klinghoffer neergeschoten. Op het podium had hij gezegd dat hij dacht dat er geen toekomst meer was, dat er geen positief toekomstvisioen meer was waarnaar we ons konden richten, dat iedereen om hem heen dacht dat het allemaal minder werd. Het project van de verheffing van de massa was nu zo'n beetje afgerond, en had geleid tot een publiekelijk geklismatiseerde Patty Brard en een gebalsemde volkszanger op de middenstip van een voetbalstadion. You'll never walk alone. Nee, had hij gezegd, nee, we denken zelfs niet meer dat we de problemen het hoofd zullen bieden. Er is geen positief beeld meer, geen ideologie met een projectplan, geen einddoel, geen planning. Het milieu zal zich wreken en moslimhorden uit het oosten zullen hier de zegeningen van de verlichting eens
flink uitwonen. Hij vertelde dat hij had meegedaan aan een prijsvraag, en dat zijn idee voor een van binnenuit te verzegelen woning als ‘interessant, maar technisch moeilijk te realiseren’ in de voorrondes was gesneuveld. Gelijk daarna kwam hij met de vrije radicalen op de proppen, en met God, en dat vooral televisiepresentatoren op hun retour in God geloofden. Dat voor die verwrongen kaste van zielloze exhibitionisten God een detour was. Ongeveer te vergelijken met een programma op een regionale televisiezender, een schnabbel op een vlooienmarkt. Dat hij nooit televisie keek, behalve voor zijn werk. Was dat van hem? Was hij de bron? Hij keek naar het meisje met de gele sportschoenen en stelde zich voor dat ze met haar rug naar hem toestond en nietsvermoedend tegen hem praatte, terwijl hij langzaam en vastberaden op haar af liep. Water is de basis van uw lichaam. Drink er genoeg van. Hadden ze bij de opleiding ook, kantoorwater. The Source for Life. Hij ging weer zitten en iemand pakte hem bij zijn hand, die plotseling niet meer van hem was, maar een vreemd ding, een dode vis aan het eind van zijn arm. Het was goed. Alles was gisteren, alles was anders. Het was van hem. Hij had honderden klanten, wilde hij nog zeggen. Iedereen zocht hem. Een karkas was het in feite, een karkas van prehistorische omvang. De oorlog had het werk stilgelegd. Het was een vast onderdeel van hun route geworden. Elke ochtend liep hij met de hond Achilles langs de werf. De trappen af, tot ze vlakbij het schip waren, dat nog geen naam had, alleen een nummer: ja, 214, heette het,
| |
| |
bouwnummer 214. De uitlaatroute slingerde zich eerst nog voorzichtig om het schip. Maar allengs had de route zich nauwer om het schip getrokken, en - of het nu door Achilles kwam of door hemzelf - zich uiteindelijk naar haar ingewanden verplaatst. In de buurt werd gefluisterd dat zich in het karkas Joden schuilhielden. Zelf was hem dat nooit opgevallen, net zomin als Achilles, maar het had gekund; hoeveel hutten telde het schip niet? Was er al een uur om? Hij moest zich doelen stellen. De amorfe tijd te lijf met plannen en schema's, targets. Hij wist niet wiens hand hem vasthield. Alsof hij in een bad met zout water lag, opgetild werd door iets dat zelf geen vorm had, iets dat met hem samenviel. Iemand vertelde over een mislukte relatie, en nog een mislukte relatie, een oneindige reeks mislukte relaties, over geen kind en een nieuwe oneindige reeks mislukte relaties. Er werd instemmend gereageerd. Geapplaudisseerd. Dit was goed. Iemand ging weer zitten. Hij sloot zijn ogen. Zodra ze in het schip waren, ging Achilles van de lijn. Soms was hij zijn hond wel een half uur kwijt. Het liefst deed Achilles zijn behoefte elke dag op een andere plek, al strookte dat niet met zijn karakter. De Duitsers bombardeerden het schip. Probeerden het vervolgens zelf af te bouwen. Na het Engelse bombardement zagen ze daar maar vanaf. Terwijl het schip niet zwaar beschadigd was. Dat was allemaal van vóór het hun uitlaatroute werd, of tenminste, van vóór ze steeds vaker lange uren door het binnenste van het schip zwierven. Zonder enig doel, en met de povere rechtvaardiging dat Achilles nu eenmaal zijn behoefte moest doen. Alles liep op een gegeven moment door elkaar. Hij kon zich niet precies herinneren wat na wat kwam, de volgorde was de pest. Het karkas, de gijzeling, de branden, nog meer brand, de vloedgolf. De vloedgolf? Soms leek alles tegenwoordige tijd, was er alleen nog een nu, een verblindend en onmatig heden. En sommige verhalen werden
zo vaak verteld dat je niet meer wist of je het zelf had meegemaakt, of dat je het van een ander had. De aftiteling van Voyage of Terror. Eva Marie Saint speelde mevrouw Klinghoffer, de weduwe Klinghoffer; was dat ook niet de hoofdrolspeelster uit Exodus? Karl Malden te water. Nu kwam er schot in. Nu was er alleen nog de opera over, en Condoleeza Rice, en het verhaal van de hond, en de vloedgolf. Het was niet ingewikkeld nu. Zijn opdrachtgevers kregen waar voor hun geld. Hij sampelde betekenisvelden. Dat was wat hij deed. Er was geen reden om cynisch te zijn. Het was van hem. Hij dronk water. Liters per dag. En soms een beetje wijn. Daar hoefde hij toch niet over te liegen? Op 8 april 2004 gaf Condoleeza Rice haar openingsverklaring voor de National Commission on Terrorist Attacks. The terrorist threat to our Nation did not emerge on September 11th, 2001. Long before that day, radical, freedom-hating terrorists declared war on America and on the civilized world. The attack on the Marine barracks in Lebanon in 1983, the hijacking of the Achille Lauro in 1985... Dat was aardig. Dat was goed. De kikker is euforisch van de warmte omdat hij niet beseft dat hij zich in de soep bevindt. Zo was het maar net! Een man met het voorkomen van een legeraanvoerder keek betekenisvol de ruimte in. Hij knikte. Het waren de woorden van zijn vader. Geen twijfel mogelijk. Die doken hier dan plotseling op. Het meisje met de gele sportschoenen knikte. Hij wilde haar hand vasthouden, maar ze zat te ver weg, Hij kon op haar afstappen. Hier kon hij op iedereen afstappen. En nu ook, nu gisteren
| |
| |
niet meer gisteren was, tenminste niet meer evenveel gisteren als het gisteren nog was, ook al was dat misschien ongelukkig uitgedrukt. Het maakte niet uit. Het was van hem. Hij was de bron. In een uur kon het af zijn, in een uur moest het af zijn. En het was van zijn vader, toch? Hij had nooit precies geweten wat die ermee bedoelde. Zoals je ook niet naar de betekenis van het woord ‘gezellig’ vroeg. In een brochure stond dat de voortstuwingsinstallatie in twee machinekamers elk acht Dieselmotoren van 4000 pk omvatte, en dat het motorvermogen via elektromagnetische koppelingen en tandwielkasten op de twee schroefassen werd overgebracht: ‘Door deze bouwwijze kon men (desgewenst) een of meer motoren per as stilleggen, zodat het schip zo economisch mogelijk voer.’ Niemand die van de gijzeling wist. Dat die directeur van de Lloyd in Haaren vastzat, in een kamp, als onderpand tegen sabotage-acties door het verzet. Dat had hij toch al eerder gebruikt? Er was eenvoudig niemand om het te weten. Het schip zweeg, echode slechts zo nu en dan het geblaf van Achilles, als die de weg kwijt was. Niemand die wist dat hij na enkele maanden al dood was geschoten, ergens in de bossen bij Goirle, als vergelding voor een mislukte bomaanslag op een trein vol Duitse militairen. Niemand die wist dat het schip zijn naam zou gaan dragen, van de weduwe die ongetwijfeld in tranen, tijdens de doop op 1 juli 1946, enzovoort. Die datum was moeilijk te vergeten. Melodrama zou het vroeger geheten hebben, gisteren wellicht nog. Maar dat was in een andere wereld. Niet in de wereld vol liefde waar hij zich nu bevond. Water is de basis van uw lichaam. Drink er genoeg van. Op 7 oktober 1985 werd het schip nabij Port Said gekaapt door vier of vijf Palestijnen. Twee dagen later eindigde de kaping. Voor de kust van Egypte, werd een Amerikaanse passagier, Leon Klinghoffer, vermoord. Zijn lijk en zijn invalidenwagentje werden overboord gegooid. Dat was een sterk
beeld. En op 2 december 1947 begon de Willem Ruys aan haar eerste grote reis, vanzelfsprekend naar Nederlands-Indië. Bijna 1000 gasten nam ze in die dagen mee, en 500 personeel waarvan de helft baboes. Tot 1958 voer het op Indonesië. Van Rotterdam naar Lissabon en Gibraltar ging het. Vervolgens het Suezkanaal door, en dan via Colombo en Penang tot bij het Indonesische eilandenrijk. 38.500 kilo vlees werd voor zulke reizen ingeslagen; 12.000 kilo wild en gevogelte; 15.500 kilo vis, 75.000 kilo aardappelen, 19.000 kilo verse groenten, ruim 5.000 flessen wijn, bijna 5.000 flessen sterke drank, 1½ miljoen sigaretten, 20.000 sigaren, en 400.000 meter toiletpapier. De man met de hond was van lieverlede artikelen over het schip gaan verzamelen en had weer later die verzameling in de stortkoker gegooid, omdat hij al die ellende niet vertrouwde; omdat hij zich achtervolgd wist door de gedachte dat het iets met zijn verzameling te maken had, met zijn volmaakt zinloze verzameling krantenberichtjes. De films in de dozen. Terug naar het instituut. Terugspoelen. De geschokte passagiers op CNN.com herhaalden dat ze het niet konden geloven en hadden geen idee wat er was gebeurd. Oh my God. Hij wist wat hij deed. Hapklare brokken maakte hij, betekenisarrangementen, transhistorische sonderingen, werkelijkheid. Iedereen zat op hem te wachten. Hij had honderden afnemers. Hij was niet cynisch. Dat was niet meer nodig. Binnenkort zou hij een vriendin krijgen. De wereld was liefde. Hij was vol liefde. Hij wilde het meisje met de gele sportschoenen, die vandaag in
| |
| |
een T-shirt liep met een beeltenis van Che Guevara. Ze zat in het midden van de zaal en vertelde dat ze een probleem met haar vader had. Die dood bleek te zijn. Zo dood als ze haar moeder wenste, en haar zus, en eigenlijk alle mensen in haar omgeving die dat nog niet waren. Ze zei dat ze verward was over die haatgevoelens, maar dat ze wel het gevoel had dat die gevoelens van haar waren, dat zij het was die die gevoelens had, dat het van haar was, en dat ze zo blij was dat nu zo openlijk te kunnen zeggen, ook al kende ze de anderen dan niet, en wist ze niet of het dan dezelfde waarde had dat ze het hier zo openlijk zei. Hij pakte haar hand, liep samen met haar naar de deur en verdween. Ze zouden in zijn auto stappen en naar de rode einder rijden. Misschien zou ze haar hoofd in zijn schoot leggen. Misschien zou ze giechelen als ze ontdekte dat hem dat niet onberoerd liet. Ze zou haar gele sportschoenen uitdoen en met haar voeten op het dashboard een onverstaanbaar lied uit haar Scandinavische jeugd zingen, ondertussen kauwend op een grasspriet, terwijl het toch winter was. Maar dat was al weer veel later, toen hij bedacht hoe het zou kunnen gaan, en vlak voor hij zich realiseerde dat al die gedachten niet van hem waren, omdat gisteren niet meer van hem was. Het was vandaag. Alles was anders: het licht, de voeten van de mensen, zoals de voeten van de mensen op straat bewogen. Het was alsof de straat bewoog, meedeinde. Achilles zaliger gedachtenis. Daar kwam het van. Iets van de hond was in het schip achtergebleven. Nog zo'n gedachte die hem tergde. In zijn slapeloze nachten gebeurde het wel dat hij om de duisternis te bezweren bewust juist zijn scheepsarchief erbij haalde, en een voor een de berichten afpelde. Over de verbouw tot cruiseschip eind jaren vijftig en de lijndiensten op Canada en Australië, begin jaren zestig, toen iedereen hier wegwilde, de witte menigte zakdoekwuivend aan de kade, de boerenuittocht, de Indische bedienden die het schip
verlieten toen de onafhankelijkheid een feit was, de verkoop van het schip naar Italië, het tweede leven als cruiseschip onder een andere naam, de branden, de aanvaringen, het duistere gesternte. Op 7 januari 1964 voer de Willem Ruys voor het laatst onder die naam de Rotterdamse haven uit. Nu waren er slechts herinneringen. Herinneringen aan een archief van een schip dat hij nooit had gezien. Een aanvaring met een vissersboot, en met een Libanees schip in de Dardanellen. Er vielen doden. Hij had geen foto van zijn hond, wel van het schip. Het schip heette eerst 214, toen Willem Ruys en ten slotte Achille Lauro. Bij de tewaterlating in Vlissingen ontstond een vloedgolf die de mensen op de daken joeg en de arme Achilles voorgoed wegspoelde. Een uurtje werk was het geweest. Of meer. Het was goed. Het was van hem. Elke dag dronk hij acht liter water. In de auto op weg naar een rood uitslaande einder draaide hij iets van Moby - Homeward angel. Hij had er een loepje in gemaakt. De batterij van zijn I-pod bepaalde de duur. Hij wist niet waarheen hij reed. Hij had niet te veel gedronken. Het kon hem niet schelen. Morgen zou hij op haar afstappen en haar vragen of ze met hem wilde neuken. En ze zou ja zeggen en met hem meegaan. Hij had honderden klanten Het was van hem. Hij was vol liefde. Hij was de bron.
|
|