Arie Storm
Gebroken glas
Hoe ik thuis ben gekomen weet ik niet. Alleen de rotzooi daarna staat me nog duidelijk voor ogen. Ik ben weggegaan uit het ziekenhuis en kwam in een soort tuin terecht. De wereld wilde ik zien, de natuur, de dieren, de verrotting en de pracht daarvan. Mijn hoofd barstte bijna uit elkaar van de ideeën. Ook ík had een deurtje in mijn schedel nodig, net als Olga er eentje had gehad, maar dan een deurtje om al die ideeën die ik had eruit te laten, en niet om via die opening de rottigheid te verwijderen. De wereld wilde ik zien en ik zag de wereld, maar wel gefilterd door een traan. Gekotst had ik, gekakt, mijn sperma had ik geloosd, al mijn lichaamssappen had ik de vrije loop gelaten, maar gehuild had ik nog niet. Dat deed ik nu. Ik hield me niet meer in en griende van ellende. Grienen, dat woord kwam in mij op. Alles om mij heen leek door die tranen in mijn ogen op gebroken glas, alsof ik niet de wereld zelf zag, maar een weerkaatsing ervan in een gebutste spiegel. Uiteindelijk ben ik thuisgekomen, dat kan niet anders. En nu is het al tijden geleden dat ik in die ziekenhuistuin stond, maar ik weet dat daar wel al meteen het plan in mij opkwam over dit alles te schrijven. Over die troep. Over die schoonheid. In duidelijke taal. Natte weilanden zijn drassig. Koppijn is altijd barstend. Rode haren zijn kastanjerood. Ik begon aantekeningen te maken, maar daar hield ik snel weer mee op. Het moest er gewoon in één keer op komen te staan. Zo doen grote kunstenaars dat. Ik zat naar een beginnetje te zoeken. Ik wroette met mijn beide handen in die stront die het verleden is. Eerder al had ik geschreven, dus het zou geen enkel probleem zijn, ik heb er ervaring mee, ik zal altijd schrijven. Schrijvend zal ik in mijn kist worden getild, en blaadje na blaadje zal ik naar buiten steken, en mijn uitgever zal er staan om al die vellen papier in ontvangst te nemen. Maar First Things First en Someday Sweetheart en Fuck me I'm Desperate,
godverdomme, daar is geen woord Spaans bij, die Olga moest ik eronder zien te krijgen. Leven en doodgaan, het hoort er allemaal bij, maar het is wel triest. Zo'n jonge meid nog. Al was ze dan al niet meer van mij. En eigenlijk ook al niet zo jong meer. En ook niet meer zo mooi. Ineens zie ik mezelf daar staan, in die tuin. Ik begrijp niet meer wat ik daar deed. Wie lag er in dat ziekenhuis? Ik weet dat ik me dat afvroeg. Ik wilde gewoon de wereld zien. Doorgaan. Maar eerst moest dat boek eruit. En nu zit ik hier. Het is een kwestie van