Anastasio: ‘Zelfs als men, met het oog op de ‘lopende diskussies in het vak’ zou verwachten dat ik mij over bepaalde standpunten uitspreek, gebeurt dat niet altijd. De dekonstruktivisten bijvoorbeeld, en Lacan, zijn afwezig, ook al spreek ik, net als zij, over interpretatie en, uitgebreid zelfs, over de psychoanalytische opvattingen. Ondanks alle verwantschap in ‘de problemen’ blijft hun denkwijze mij vreemd.’ (p. 9)
Voorts wist Oversteegen er in genoemde boeken op dat bepaalde moeilijkheden waarop de literatuurwetenschap is gestuit, nauwelijks te overstijgen zijn. Er is bijvoorbeeld het probleem van de wetenschappelijkheid. Men kan proberen dit op te lossen door strenge wetenschapsfilosofische normen aan te leggen voor de beoefening van de in omloop zijnde vormen van literatuurbeschouwing. Hiermee laat men wellicht het probleem van wetenschappelijkheid achter zich, maar ten koste van bijna alles: ‘slechts fragmenten van enkele theoretische systemen zoals die op dit moment in bespreking zijn, zouden overeind blijven en nieuwbouw lijkt onmogelijk. Het is niet duidelijk wie daarmee gebaat zou zijn’ (Beperkingen, p. 34). Het overstijgen in de zin van ‘achter zich laten’, is dan ook niet in de stijl van Oversteegen. Theoretici die dit doen overdrijven, zij zijn te vlieggraag: ‘In plaats van zich in het gewoel van het profane volk te begeven, bestijgen zij hun bezemstelen en verlaten krijsend de begane grond. Het zwerk is vervuld van hun lawaai, maar op aarde komt men hen nog maar sporadisch tegen’ (Beperking, p. 232). Het probleem van wetenschappelijkheid is wellicht overstegen, maar er blijft bijna niets over. Toch lijkt het gevoel van gewichtloosheid voor sommigen te verleidelijk. Deze hoogvliegers is dan vaak het lot van Ikarus beschoren. Oversteegens moraal is: men moet de eigen vermogens (en die van de bezemsteel) niet overschatten, want dan schiet men over zijn doel heen. Het gaat om de juiste hoogte, de goede vliegmiddelen en een evenwichtig gemoed. Centraal staat de kunst van het overstijgen. Ik zal mij en de lezer bezighouden met de vraag wat wij in dezen van Oversteegen kunnen leren.
Laat ik om mijn vraag te beantwoorden beginnen waar het vliegen ook altijd begint en dient te eindigen: op de grond. De laagste positie (liggend met de buik op de grond) wordt in het theoretisch werk van Oversteegen ingenomen door Anastasio, de tuinman. Deze is het volstrekte tegendeel van de hoogvliegende theoretici. Hij weet - dichter op de grond - de beleving van de aardschok pregnant te