Ruigte, puur literatuur uit. Sinds een paar jaar is hij hoofdredacteur van Schilders Vakkrant. Hij won eerder een essaywedstrijd van het Studium Generale van de Radboud Universiteit en de Publieksprijs van de Nijmeegse literatuurprijs. Daarnaast werd hij vorig jaar genomineerd voor de Literaire Prijs van de Provincie Gelderland. Zijn literaire motto: ‘Niet lullen, mooie dingen maken.’
ALBERTINA SOEPBOER (1969) | debuteerde in 1995 met de Friese dichtbundel Gearslach. Na die bundel volgden nog zeven bundels waaronder Nederlandstalig werk. Naast poëzie schrijft ze proza en toneel. Bij theater De Citadel in Groningen werkt ze sinds 2003 samen met collega-toneelschrijvers Janine Hoekstein, Ronald Ohlsen en Sieger Geertsma onder de leiding van Pieter Vrijman in project De Opkamer. De in dit nummer opgenomen scène ‘Henk, Carla, Barbara, Wouter en ook Loesje zijn samen in de keuken’ komt uit haar toneeltekst Rond het Huis.
EMKE SPAUWEN | is 23 jaar en woont in haar geboortestad Utrecht. Ze woonde ook in Zuid-Limburg waar ze haar middelbare school afmaakte. Sinds 2000 studeert ze schrijven aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
EDWARD VAN DE VENDEL (1964) | woont in Rotterdam. Hij geeft gastcolleges, lezingen en schrijft: gedichten, toneel, jeugdromans en non-fictie. Zijn eerste gedichten publiceerde hij in de Blauw Geruite Kiel, de jeugdbijlage van Vrij Nederland. In 1996 verscheen zijn eerste bundel, Betrap me. Zijn eerste jongerenroman, De dagen van de bluegrassliefde, werd bekroond met de Gouden Zoen. Ook voor andere boeken kreeg hij vele prijzen. Samen met Fleur van de Weel maakte hij de bundel Superguppie, die in 2004 werd bekroond met de Woutertje Pieterse-Prijs. De gedichten die in dit nummer werden opgenomen zijn een voorpublicatie uit het vervolg op Superguppie.
RINSKE VERBERG (1981) | studeert op dit moment aan de School of Writing van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Ze werkte als redacteur van verschillende media en als organisator van literaire avonden. Behalve poëzie schreef ze eerder mee aan een toneelstuk.
JOS VERSTEEGEN (1956) | is publicist en dichter. Zijn meest recente publicaties zijn Ik zet mijn tanden in de paus (Vassallucci, 2001, liedjes geschreven voor het televisieprogramma Het Klokhuis) en Nachtkermis (Vassallucci, 2001, een ho-moseksuele novelle in dichtvorm die speelt in nachtelijk Amsterdam). Samen met Thijs Bartels werkt hij aan een Nederlandse homo-encyclopedie, een overzicht van het homoleven in ons land.
DERK VISSER | woont met zijn gezin op het Friese platteland. Hij studeerde communicatiewetenschappen en ging werken aan de Cineworkshop van de Vrije Academie in Den Haag. De kijk van kinderen op het leven heeft hem altijd geboeid en speelt een belangrijke rol in de films die hij maakte. Zijn interesse in de belevingswereld van pubers heeft geleid tot het schrijven van Patchouli, zijn debuutroman die in april 2005 verschijnt bij Van Goor. De eerste twee hoofdstukken van deze roman zijn in deze Parmentier te lezen.
LINDA VOGELESANG | studeerde Nederlands in Nijmegen en specialiseerde zich in jeugdliteratuur. Daarna volgde ze de opleiding Docentschap Literaire Vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. In 2002 verscheen de bundel Zeg gauw iets spijkerhards bij Uitgeverij Querido, samengesteld door Edward van de Vendel, waarin, naast gedichten van studiegenoten aan de HKU, negen