Bart Moeyaert
Statement
Waarheid en poëzie
De dichter is een lezer. Sterker nog: de dichter is zijn eerste lezer. Bij het schrijven is hij doordrongen van de waarheid die hij verwoordt en van zichzelf leest. Hij houdt zijn waarheid waarschijnlijk voor De Waarheid - en vergist zich.
De tweede lezer, de onbekende die de dichter niet is en doorgaans de eerste lezer wordt genoemd, eigent zich het gedicht toe. Hij stopt zijn leven en zijn waarheid tussen de regels en herschrijft het gedicht in zijn hoofd. Altijd, en het liefst helemaal.
Omdat een dichter altijd een lezer is en omdat een lezer altijd een soort van passieve schrijver is, wordt met De Waarheid bijgevolg altijd die van de lezer bedoeld, en niet die van de dichter of schrijver.
En terwijl u dit leest, is dit stuk mijn waarheid niet meer, maar de uwe.