Parmentier. Jaargang 13
(2004)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Yi Won
| |
Gebedshuis, passageTegenover S. en mij is bij wijze van kompas een passage doorgebroken die je in elke willekeurige richting kunt aflopen aan weerszijden van iedere passage rijgen zich gebedshuizen van iets meer dan driehonderd meter in het vierkant aaneen over de ruimte ligt een tijd uitgespreid die niet wegrot hier zijn tegenwoordig alle goden naartoe een na een zitten de goden die hun gezichten trekken in het midden van ieder gebedshuis en het waait er niet en een vuur dat niet uitslaat in vlammen daalt er als een verlossing op neer maar in alle richtingen van de verlossing valt geen vuur te zien S. en ik sidderen over ons hele lichaam als naalden van het kompas we draaien rond en staan stil draaien rond en staan stil aan de ingang van die passage draagt een zwarte etalagepop een rood complet met diep ingesneden hals het bloederige lichaam is zwart het duidt op een god en duidt op een dier de etalagepop draagt in plaats van ogen verbrijzeld vuur en S. en ik lopen verder door de passage in de loop ritsen we haastig met de ogen over de gebedshuizen aan weerszijden we stoppen één | |
[pagina 12]
| |
hand in de spiegel we haalden hem eruit en toen zich het einde aandiende van de passage bogen wij de passage ernaast in en liepen weer en aan de eredienst voorbij sidderden wij plotseling kwamen we langs een plek waar kleurige begrafenisbanieren wapperden hoe wist de god dat mensen wel wat zien in begrafenisbanieren na een tijdje zijn S. en ik weer aangekomen bij het gebedshuis waar de zwarte etalagepop stond opgesteld nog altijd was het bloederige lichaam zwart | |
Muziek, labyrintBen ik al voorbijgekomen aan de tijd van de begrafenisbanier ben ik dan iemand die de tijd van de begrafenisbanier heeft uitgelezen dat zeg ik laten we naar de plek gaan waar de begrafenisbanieren wapperden dat zegt S. die hierheen gekomen is waarheen ik hier ook ga ik kan niet eens het labyrint terugvinden maar S. en ik lopen weer de muziek die onophoudelijk weerklinkt bezit een ritme dat altijd sneller is dan voetstappen het achterwiel van de zwarte fiets beslaat één ritme de passage zit meer en meer met verschillende volksstammen volgepakt botsen de lichamen tegen elkaar op maar als bij ongeschreven regel gaan ze elkaar voorbij door de spleet van dag en nacht hebben zich bij hen kamelenhoeven vervoegd vaak beweegt S. met de voeten mee op de muziek met zijn allen zijn we de tijd nee wij zijn allemaal de tijd S. vouwt met mijn armen de armen over de borst ook hier ter plekke heb je lichaamstemperatuur nodig tal van wielen bleven draaien maar de plek waar de begrafenisbanieren wapperen komt niet tevoorschijn aan de lucht vormt de echo wat je noemt een muur even kijk ik in alle richtingen om me heen de muziek beweegt zich nog altijd op een ritme dat sneller dan voetstappen gaat luchtige en spitse vleugels | |
Lucht, wegwijzerDe lift is subliem maar de god komt er niet mee naar beneden S. en ik gaan weer naar de lift die naar beneden voert voor ons is het niet de tijd om nog met de lift te gaan maar we kunnen er naar believen een weg kiezen S. kiest de richting 283 → 213 ik kies de richting 283 → 313 in de richting van S. heb je de wegwijzer naar het toilet en de geldautomaat in mijn richting heb je de wegwijzer naar de reparatieruimte en de lift de wegwijzers en de pijlen zitten allemaal bevestigd aan de lucht de lucht is niet de grond van de god ze is leeg de nek die in de lucht heen en weer zwaait is niet de grond van de god hij is plezierig hij is luchtig S. steekt de handen in de lucht breekt als het breken van jonge takken met een knak de tijd aflaat uit de vuist iets bij mij in de tas | |
[pagina 13]
| |
glippen als om ons nomadische bestaan te verhaasten scheiden S. en ik van dat oord hier binnen bevindt zich duidelijk de oase maar terugkeren is onmogelijk ik zag duidelijk de plek waar de begrafenisbanieren wapperen ik moet de begrafenisbanieren lezen | |
Oase, 364Nu begint het weer van voren af aan in het tabernakel drijven de sterren ook over de vloer de ruimte tussen ster en ster splijt open en de dieren die melk en bloed hebben gedronken gillen ik dwaal door het tabernakel alsof ik door de afdruk van tien vingers loop als een film die zich gewoon maar weer oprolt komen keer op keer dezelfde gebedshuizen en goden tevoorschijn op de vloer ligt de tijd er als een hobbelige steen bij in het grasveld van de tijd bevinden zich broedende eieren ik krijg een telefoontje van S. laten we het opgeven wat is het toch mooi om op te kunnen geven S. zegt zich te bevinden voor het eenentwintigste gebedshuis in het zuidoosten ik blijf vooruitlopen ik zweet over mijn hele lichaam en heb een droge keel wat is mijn lichaam met al dat zoute zweet toch lelijk het lichaam dat niet weet van opgeven is dus lelijk de vogels die hier in de lucht zijn geboren draaien in het wilde weg aan het kanaal van de tijd mijn ritme is nog altijd trager dan dat van de muziek en ik loop bij de gratie van hete vlammen op het einde van de passage brak ik mijn lichaam af op een plek waar een andere passage was doorgebroken en terwijl ik stoot op tal van volksstammen maar ik ga als de tijd voorbij maar de tijd is een wonder op een bepaald moment ontdek ik de plek waar de begrafenisbanieren wapperen ik sta voor het verkoopstandje en stuur S. geen SMS ik stuur een gospel, 364! | |
Bodhidharma, kopieVerbazingwekkend teken van leven plots duikt Bodhidharma op die tussen de hem in alle richtingen omringende begrafenisbanieren zit te soezen op een stoel zonder rugleuning S. die is aan komen rennen slaakt een kreet o Heer dus hier bent U ik breng een wijziging aan in die woorden o Son-priester dus hier bent U Bodhidharma komt aangezet met kleurrijke begrafenisbanieren in de hand die zoals ze daar hingen aan de muur zijn gemaakt van dierenvel en zijde ze roken niet naar bloed dit is vandaag de dag de best lopende Prada imitatie ik heb hem nog niet één keer onder de 25000 wonGa naar voetnoot1 verkocht maar zeg eens | |
[pagina 14]
| |
hebben jullie om mij hier te vinden de hele tijd rond lopen dwalen dan doe ik er 1000 won van af maar waar je ook gaat of staat beslist niet verder vertellen hoor de machine voor de bankpasjes en de creditcards is nog niet aangekomen hij stak een vinger op en wees naar boven S. en ik staken het hoofd omhoog en prezen te luider stem oh 364! De Zuidelijke Route van TianshanGa naar voetnoot2 achter het gebedshuis knoopte de horizon los knoopte hem weer vast en de begrafenisbanier is van binnen leeg S. en ik raken daar van binnen zelfs schaduwen aan of ik ze nu doopte in water of in elektrische stroom Bodhidharma's voetenGa naar voetnoot3 waren onzichtbaar | |
Uitzicht, uitrijden van de lijkbaarHet sublieme is nog altijd de god de god is subliem ik met de leren tas met daarin de rode begrafenisbanier stop de parkeerbon in het onbemande parkeerloket van het tabernakel 7 uur en 32 minuten zijn verstreken S. steekt daar uitdagend het gezicht op een lijkwagen komt voorbij in een spiegel van 500 jaar geleden als een bel voor nieuwe producten worden in een flits de geluiden van een handbel uitgezaaid dat zou de ware Bodhidharma wel eens kunnen zijn geweest als het Bodhidharma niet was waar is dan de kopie van Bodhidharma dat zegt S. en zet een stap achteruit of het venster dat de muur doorbreekt die uitzicht heet nu wel of niet open kan het raam dat venster heet is van belang waar wij nu behoefte aan hebben is uitzicht als wou ik de stroom van de aarde weer inschakelen spreid ik een biljet van 1000 won uit ik begin het in de gleuf te stoppen de tijd dat S. en ik hebben rondgelopen wordt in een flits gewist de voetsporen die een weg met onderbrekingen vormen kijken rond in de afgrond van de tijd toen klonk ergens vanuit de lucht een houten monniksgong waarbij je je mocht afvragen of Bodhidharma net voorbij kwam |
|