Parmentier. Jaargang 13
(2004)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Tussen film en literatuur; grenzen en overbruggingenVerfilmen is in. Baseren filmmakers al sinds de uitvinding van de discipline films op papieren verhalen, het afgelopen jaar werd Nederland overstelpt met boekverfilmingen. De schippers van de Kameleon, Pietje Bell, De tweeling, Phileine zegt sorry, Kees de jongen, De passievrucht en Supertex kregen een broertje van celluloid. En natuurlijk waren er de hypes rondom Harry Potter en Lord of the rings. Ook Parmentier doet een duit in het zakje: naar aanleiding van een programmaserie over recente Nederlandse boekverfilmingen in het Nijmeegse cultuurpodium LUX werd het filmnummer geboren. Parmentier ging op zoek naar de grenzen tussen de disciplines literatuur en film. Die grenzen lijken in eerste instantie vrij strikt, getuige een uitspraak van schrijver en filmmaker Leon de Winter in Vrij Nederland:Ga naar voetnoot1 ‘Je neemt een boek, zet het rechtop op een lessenaar en je zet er een camera voor. Dan open je het boek, en laat je de camera rustig alle pagina's filmen. Dat is de enige boekverfilming die recht doet aan het boek.’ Een boude uitspraak voor iemand die inmiddels zes van zijn boeken verfilmd zag worden (waaronder zeer recentelijk Supertex). Hoe het ook zij, als de filmmaker dan toch aan het werk gaat is het des te interessanter om het proces te volgen: welke concessies worden gedaan en waarom? Een mooi kijkje achter de schermen biedt het stuk van Leon Gommers. Hij wist de cameraman van de verfilming van Theo Thijssens Kees de jongen een aantal storyboards te ontfutselen en maakte daarmee een stripversie die het midden houdt tussen boek en film. Illustratrice Berbel Peters zette een eerste stap in het verbeelden van literatuur; zij ‘verstripte’ het gedicht De spin Sebastiaan van Annie M.G. Schmidt. Wellicht een eerste aanzet tot een korte film? Van literatuur naar film is één ding, maar de andere kant op kan natuurlijk ook: Parmentier stuurde de dichters Tsead Bruinja, Ingmar Heytze en Hanz Mirck naar de film. In dit nummer een poëtisch verslag van hun ervaringen. Verder in het filmdossier: een analyse van het vrouwbeeld in Harry Mulisch' roman en verfilming van De ontdekking van de hemel door neerlandica Lydia van Aert, een ontleding van het verschil in karakter van Phileine in boek en verfilming van Ronald Gipharts Phileine zegt sorry door redacteur Pim Franssen en een essay van literatuurwetenschapper Frans-Willem Korsten over het ‘oplossen’ van ‘de auteur’. En: wat hebben schrijvers met sciencefiction? Maria van Daalen en Han van der Vegt lieten hun fascinatie de vrije loop. Een bijzondere plaats in deze Parmentier is ingeruimd voor Lucas Hüsgen. In een voorpublicatie van zijn roman Plooierijen van geschik is de hoofdpersoon gebiologeerd door actrice Bette Davis. Daarnaast vertaalde Hüsgen een aantal gedichten van de Koreaanse dichteres Yi Won, die later dit jaar optreedt tijdens het Rotterdamse Poetry International Festival. Parmentier introduceert haar nu al in Nederland. Ook nog: Jos Joosten veegt de vloer aan met het anything goes van het postmodernisme en nieuwe poëzie van F. Starik en Richard Steegmans. |
|