[Nummer 4]
Over de medewerkers
Robert Anker is dichter, schrijver en essayist. Hij publiceerde onder meer de dichtbundels Van het balkon (Jan Campertprijs 1983) en In het vertrek, de essaybundels Olifant achter blok en Vergeten licht, en de roman Vrouwenzand. Voor zijn prozadebuut De thuiskomst van kapitein Rob ontving hij in 1992 de F. Bordewijkprijs. Onlangs kwam zijn nieuwe roman Een soort Engeland uit.
Maurice Blanchot (1907). Frans schrijver, filosoof en essayist. Hij leidt sinds jaar en dag een teruggetrokken leven geheel gewijd aan het schrijven van essays en fictie (een overzichtelijke bibliografie van zijn omvangrijke oeuvre is opgenomen in Het wakende woord. Literatuur ethiek en politiek bij Maurice Blanchot, SUN, 1 997). Het verhaal Thomas l'Obscur werd in 1996 door Paul Huigsloot in het Nederlands vertaald als Thomas de Duistere. In dit haast stilgevallen werk heeft het nagekomen verhaal L'instant de ma mort het karakter van een getuigenis. (Zie Paul Huigsloot).
Anneke Brassinga (1948). Dichter en vertaler (van onder meer Samuel Beckett, Oscar Wilde en Sylvia Plath). Zij publiceer de onder andere de dichtbundels Landgoed, Thule, Zeemeeuw in boomvork en Huisraad, en de prozabundel Hartsvanger.
Liesbeth Eugelink (1970) is redacteur van Parmentier en schrijft proza en essays. Publiceerde essays over onder meer Harry Mulisch, Charlotte Mutsaers en Nietzsche. Het essay in dit nummer van Parmentier maakt deel uit van de essaybundel in wording Aanzichten.
Bart de Goeij (1974) is redacteur van Parmentier. Hij studeert Nederlands en Algemene Literatuurwetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en schrijft een scriptie over het oeuvre van Harry Mulisch.
Paul Huigsloot is vertaler. Van de France schrijver Maurice Blanchot vertaalde hij het verhaal ‘Thomas de Duistere’, en essays in Het wakende woord (SUN). Onlangs verscheen van hem bij uitgeverij SUN een vertaling van Robert Antelme's enige boek De menseiijke soort, over zijn verblijf in het concentratiekamp Gandersheim. (Zie Maurice Blanchot).
Lucas Hüsgen (1960) Publiceerde tot op heden in de eerste plaats poëzie. Hij debuteerde in 1992 met Zeehond in wormgat. Een requiem voor één stem (proza). Verder verschenen van hem onder meer Nevelsorgel, Verpoosd in schaduw en het project STOA. Eerder dit jaar publiceerde hij bij de Gentse bibliofiele uitgever DRUKsel een essay over de roman Lection van Friederike Mayröcker, onder de titel De zonnebloemen van Arcadië.
C.O. Jellema (1936) is dichter en vertaler. Hij publiceerde onder andere In de koude voorjaarsnacht, Spoils en Droomtijd en vertaalde teksten van Meister Eckhart in Van God wil ik zwijgen. In het kader van de Alfrink-lezing 2000 sprak hij over ‘Poëzie wiisheid en mvstiek’.