Parmentier. Jaargang 6(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Hans Kloos Een psalm Er is me veel over je verteld. Dat deden ze goed. Er is me vaak verteld dat jij dat ook was, goed. Er is me veel bijgebleven; van soep en kwartels, lemen voeten en een kraaiende haan, van het licht dat er was toen jij zei dat het er moest zijn. Er is me veel verteld. En zo ben ik in je gaan geloven. Dat deed ik goed. En zo ging ik je zien, dat je god was, goed. En zo zag ik je in nachten van het bange kind, lichtend water en een boerend hert, in het licht dat er was toen ik keek naar mensen bij een bushalte. Zo ben ik gaan geloven. En zo ben jij een leven gaan leiden in mij. Dat ging goed. En zo ben jij groot geworden, groter dan ik, God. En zo werd je almachtig, de vader van het bange kind, levend water en een kraaiende haan en het licht dat er was [pagina 90] [p. 90] toen ik vroeg of jij met me zou zijn. Zo ben jij een leven gaan leiden. En zo ben ik in jou klein geworden. Dat ging niet goed. En ik werd zo weinig dat jij vlees werd, woord. En zo ben ik opgegaan in het zwijgen van het bange kind, stenen tafelen en het kraaien van een haan, in het licht dat er was toen jij zei dat ik stil moest zijn. Zo ben ik klein geworden. En toen ben ik uit je opgestaan. Dat deed pijn. En toen ging ik me zien, dat ik alleen was, vlees. En zo zag ik me in hoofd, schouders, knie en teen, volle handen en een kraaiend kruis, in het licht dat er was toen ik keek naar de zon op mijn voeten. Zo ben ik opgestaan. En ik heb veel over je verteld. Dat doe ik goed. En ik heb vaak verteld dat jij er niet was, alleen. En ik heb veel overgehouden; soep en kwartels, hemelvoeten en een kraaiende haan en het licht dat er is als ik vertel van mensen bij een bushalte. Zo ben jij mijn verhaal geworden. Vorige Volgende