Parmentier. Jaargang 6

[p. 54]

Theun de Vries
Psalm 45

Bruiloftslied

Wil, meester der zangers, uw psalm beginnen.
Van het Leliënveld. Een lied van beminnen.

Voor Korachs erven, de kinderen van heden,
Mijn zeggen en zingen. Mijn hart geeft zijn reden:

Ik dicht van een koning; mijn tong is vol ijver,
Ze lijkt op de stift van een vaardige schrijver.

Jij bent boven allen de in schoonheid geborene.
Jouw mond spreekt genade, Gods eeuwig verkorene.

O held, gord het zwaard aan in stralende klaarheid.
Jouw majesteit schittert. Rijd uit voor de waarheid.

Rijd uit voor gerechte zachtmoedige werken.
Jouw rechterhand weet van de wreedheid der sterken.

Want scherp zijn je pijlen. Voor jou vallen volken.
In 't hart van de vijand treffen jouw dolken.

Gods troon staat voorgoed, door geen macht te ontzetten,
Jouw scepter verordent rechtmatige wetten.

Je bemint gerechtigheid, haat goddelozen.
Des heeft jou God boven anderen verkozen

En gezalfd met de olie van het verblijden.
Aloë, mirre en kassie verbreiden

[p. 55]

 

Hun geur uit jouw kleren. De ivoren paleizen

 

Doen de verrukte harteklop rijzen.

 

 

 

Koningsdochters en staatsslavinnen

 

Zijn in haar gevolg. Zie de Koninginne

 

 

 

Die nu aan je rechterzijde treedt

 

In het fijnste goud van Ofir gekleed.

 

 

 

Dochter, kijk rond! Neig je oor, leer te weten:

 

Je volk en je vaderhuis moet je vergeten.

 

 

 

Dan trekt jouw schoonheid 's Konings begeren.

 

Hij is jouw Heer. Zijn bevel moet je eren.

 

 

 

Dan buigen de dochters van Tyrus, de rijken,

 

En laten hun hulde in geschenkoffers blijken.

 

 

 

De Koningsdochter, verheerlijkt staat zij

 

Naar hart en geest. Luisterrijk gaat zij

 

 

 

In gouden borduursels, in stiksels prachtig

 

Op naar de Koning. Haar volgen eendrachtig

 

 

 

De meisjes, gedienstige gezellinnen.

 

Men leidt haar 's Konings hoven binnen

 

 

 

Tot het vreugdevol ontmoeten,

 

Tot de blijdschap van het begroeten.

 

 

 

Jij, bruid, had vaderen; nu heb je zonen.

 

Je laat ze als heersers heel de aarde bewonen.

 

 

 

Ik wil voor altijd je naam doen gedenken

 

Van geslacht tot geslacht. Daarom ook schenken

 

 

 

De volken jou ieder op zijn wijs

 

Voor alle eeuwigheid lof en prijs.