De Parelduiker. Jaargang 20
(2015)– [tijdschrift] Parelduiker, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
Marco Entrop
| |
[pagina 144]
| |
Hoes van het grammofoonplaatje van Rijk de Gooyer op teksten van Campert (1963).
Het typetje van De Gooyer was een vaste attractie in het amusementsprogramma Specialiteitentheater, dat van 1961 tot 1964 op de zaterdagavond werd uitgezonden door de vara-radio. Het idee voor dat programma kwam van Joop Koopman (1930-2011). Koopman was sinds 1957 als regisseur en samensteller verantwoordelijk voor de gevarieerde programma's van de vara. Bij zijn aantreden drukte hij meteen zijn stempel op het zaterdagavondamusement door tekstschrijvers aan te trekken als Kees Stip, Michel van der Plas en Simon Carmiggelt. Hij wilde wegblijven van de recht-op-enneergein en op de radio meer spirituele humor brengen. Zo bedacht Koopman het programma Plein 8 uur 13, een wekelijks amusementsprogramma met sketches, conferences en muziek, waarvoor hij een beroep deed op uitvoerende artiesten als Tom Manders (Dorus), Hetty Blok, Corrie Brokken en de acteurs Luc en Ton Lutz, Henk van Ulsen en Guus Hermus. In de aanloop naar het tweede seizoen van Plein 8 uur 13, dat begon op zaterdag 11 oktober 1958, benaderde Koopman Remco Campert. Waarschijnlijk was hij gecharmeerd geweest van Camperts bijdrage aan het Nationaal programma op Bevrijdingsdag. Voor het amusementsprogramma Dertien jaar later en ... nog gelukkig had Campert een kolderschets over de jaren vijftig geschreven, die voor de microfoon was opgevoerd door Andrea Domburg en Guus Oster.Ga naar eindnoot3 Iets dergelijks wilde Koopman ook, maar dan wekelijks. Campert schreef de sketch ‘Thuis best?’, een dialoogje tussen een Hij (Guus Hermus) en een Zij (Andrea Domburg), die aan het eigenlijke programma voorafging en werd uitgezonden pal na het radionieuws van 20.00 uur. Aan de vooravond van de eerste uitzending van Plein 8 uur 13 liet Campert aan het Algemeen Dagblad weten dat deze radioschrijverij niets te maken had met zijn poëtische idealen. ‘Thuis best?’, vertelde hij, ging over twee mensen die zich vervelen en fantaseren dat ze iets fantastisch gaan doen. Ten slotte besluiten ze gewoon thuis te blijven, bij de radio. Campert maakte zich geen zorgen over reacties: ‘Mijn lezers zullen wel niet naar mijn radio-werk luisteren, en de luisteraars niet grijpen naar mijn gedichten.’Ga naar eindnoot4 Campert begon voortvarend aan de klus en leverde wekelijks zijn dialoogje in. Tegenover de journalist Henk Kolb die Campert thuis, in villa Jagtlust, opzocht om hem te interviewen over het schrijven van radioteksten, was de dichter minder zeker van zijn zaak: ‘Ik ben eraan begonnen met de overtuiging dat ik het een heel seizoen kan volhouden. Echter, ik weet niet met welke overtuiging ik zal ophou- | |
[pagina 145]
| |
den... Dit seizoen doe ik het graag, hoewel ik een beetje terugschrik voor het “vaste”. Maar volgend seizoen? Dat denk ik niet. Het schrijven voor de radio is overigens niet de slechtste manier van geld verdienen.’Ga naar eindnoot5 Campert maakte het seizoen niet vol; halverwege nam Willy van Hemert ‘Thuis best?’ van hem over. | |
Zoedoede zolgiekIn 1958 werd ook de kiem gelegd voor de samenwerking tussen Campert en Rijk de Gooyer. Aan dat moment zit een anekdote vast, verteld door De Gooyer.Ga naar eindnoot6 Op de verjaardag van Simon Carmiggelt smeerde Geert van Oorschot De Gooyer een abonnement aan op Tirade, volgens de komiek een oude truc van de uitgever. ‘En in Tirade vond ik “Drie ½-acters” van Remco Campert. Daar heb ik uren om zitten lachen. Die vond ik enorm. En ik heb toen Remco opgebeld en vroeg hem of ik die mocht voordragen voor de radio. Dat heb ik gedaan en met - mag ik wel zeggen - veel succes.’ In september 1958 publiceerde Campert in Tirade: ‘Komische schets’, ‘De man en de hond’ en ‘De kamer’.Ga naar eindnoot7 Vooral de ‘Komische schets’ zal een kolfje naar de hand van De Gooyer zijn geweest. Het is een tweespraak tussen een agent en een voorbijganger die op een welhaast Monty Pythoniaanse wijze ontspoort. De agent houdt de man staande omdat het verboden is een bepaalde straat in te lopen. De man wil dan zijn route via een andere straat vervolgen, maar zo gemakkelijk komt hij er niet van af. De agent lukt het namelijk niet het gebod ‘Verboden toegang’ op de juiste manier uit te spreken en wil de passant niet laten gaan voordat dit hem is gelukt: U mag hier niet passeren, meneer, het is hier Verdoden Goetang ... Geboden Oetang ... Vorbeden Toetang ... Verboeden Toggang ... Zerboden Zooggang ... Zerbolen Zoezang ... Gevlogen Voetvang ... Geboren Moezang ... Vergloren Moegang ... Hoboden Boebang ... Verstoken Boeman ... Korone Woewong... Blazane Wouters ... Kabale Poters ... Penere Plosplang ... Zoedoede Zolgiek ... Zarone Bolgang.... Bor geze Katjang ... Sakarre Bloedtong ... Sacrale Maaglang ... Het is niet bekend wanneer Rijk de Gooyer ‘Komische schets’ voor de radio heeft gebracht, maar in 1959 nam Cabaret Lurelei deze sketch op het repertoire in zijn theaterprogramma Helaas, uitgevoerd door Eric Herfst en Ben Rowold.Ga naar eindnoot8 | |
Liggen zó uw problemen?Muziek, sketches en conferences waren eind jaren vijftig, begin jaren zestig de pijlers van het zaterdagavondamusement bij de vara-radio. Na Plein 8 uur 13 en zijn opvolger Week uit - week in zocht Koopman naar mogelijkheden om het cabaretgehalte van de door hem geleide verstrooiende programma's verder te vergroten, zeker met het oog op de toenemende concurrentie van de televisie. Naast Kees Stip | |
[pagina 146]
| |
Pagina uit de vara-gids van 9 november 1963. Geheel onder: Joop Koopman.
trok hij nu ook Alexander Pola, Jelle de Vries, Jan Blokker en Ernst van Altena als vaste tekstschrijvers aan en brak met de traditie van elke zaterdagavond hetzelfde amusementsprogramma. Dat werden er voortaan drie verschillende. Een daarvan was het maandelijkse Specialiteitentheater, dat op 28 oktober 1961 zijn deuren opende.Ga naar eindnoot9 In de vara-gids van die week werd het programma aangekondigd als een ‘gevarieerde radioshow’, waarin naast veel liedjes en muziek plaats was ingeruimd voor ‘vrolijke scènes’, ‘grappige momentopnamen’ en de ‘fijne humor’ van Kees Stip. Het doek ging open voor artiesten als Rudi Carrell, Tonny Huurdeman, Luc Lutz en de Wama's, ‘het duo van de kolder in optima forma’, en het Metropole Orkest, dat ‘al dit opgewekte, vrolijke, aanstekelijke, koddige, gesproken woord muzikaal spontaan, en ook briljant omlijst.’ Hoewel Campert in deze opsomming van medewerkers niet met name werd genoemd, was hij vanaf het begin bij het programma betrokken. Van zijn bijdragen aan de vierentwintig uitgezonden afleveringen van Specialiteitentheater zijn er dertien in typescript overgeleverd.Ga naar eindnoot10 | |
[pagina 147]
| |
De werktitel ‘Vragenrubriek’ evolueerde al snel via ‘Ach meneer A. te Z.’ naar de titel waarin de sketch zou voortleven: ‘Liggen zó uw problemen?’ De oudste bewaard gebleven tekst is die van de tweede uitzending, op zaterdag 25 november 1961: Ach ach... meneer A te Z... wat is dat nou toch jammer dat u zo in de moeilijkhe-
den zit...
U krijgt elke morgen karnemelkse pap... en u houdt niet van karnemelkse
pap...
En uw dokter zegt dat u een voetbalknietje heeft... en u heeft nog nooit van uw
leven gevoetbald...
En u loopt alleen in de dierentuin... en plotseling hoort u gebrul en komt er
een leeuw op u af...
En u bent uw BB-aanwijzingen kwijt...
En uw auto rijdt maar 85 en iedereen haalt u in...
En uw vrouw is weggelopen met een pottenbakker... met een baard en een
sportvliegtuig... en ze stuurde u een ansichtkaart uit Griekenland met: ‘Geluk-
kig dat je niet hiér bent’ erop...
En u heeft net een brandende sigaret omgekeerd in uw mond gestoken...
En uw dochtertje neemt steeds maar snoep aan van wildvreemde oudere
heren...
En laatst heeft u in een café iets te veel gebruikt... en toen zocht u ruzie met een
onbekende man die u niets had gedaan... en toen hoorde u later dat het de in-
specteur van belastingen was...
En uw zoon is lid van een bende geworden die handtasjes van oude dames
afpakt... en in de kranten staat dat het allemaal úw schuld is...
En u heeft zo naar gedroomd...
En u komt midden in de nacht thuis... en u heeft geen sleutel bij u... en nie-
mand doet er open... en u woont op de vierde etage... en ten einde raad klimt u
langs de gevel naar boven... en u glijdt uit... en u hangt aan uw vingertoppen aan
de vensterbank van de buren... en uw buurman schuift het raam open... en hij
slaat met een hamer op uw vingers...
Liggen zó uw problemen?...
Denk dan aan dat oude wijze woord: ...
Heidewitzka, vooruit geef gas!
Want al dat getreuzel komt er niet van pas
De afstand is vandaag geen hindernis
Zolang er maar benzine in je tankie is
Heidewitzka, vooruit geef gas!
Want al dat getreuzel komt er niet van pas.
| |
[pagina 148]
| |
Bladzijde uit het script van een aflevering van Specialiteitentheater (coll. Remco Campert, Letterkundig Museum, Den Haag).
En er zit weer te veel zout op uw aardappels...
En uw dochtertje komt thuis met haar rapport... en ze heeft voor alle vakken
een één... behalve voor handwerken... daar heeft ze een nul voor...
En u heeft twee linkerhanden... en u bent rechts...
En u ligt 's avonds bloot onder de hoogtezon een mooi leesboek te lezen... en de
radio staat aan en speelt zachte vioolmuziek... en alle stoppen slaan door...
En uw vrouw is weggelopen met een operazanger... met een baard en een sport-
vliegtuig... en ze stuurde u een ansichtkaart uit Venetië met: ‘We treffen het met het weer’ erop...
En de huisbaas heeft u de huur opgezegd...
En toen u vanochtend uw tanden poetste, kwamen er opeens twee tanden
mee...
En u bent op een receptie... en u zegt: ‘Ober, breng eens vlug twee sherry’... en dan ziet u dat het de wethouder van financiën is...
En u staat met uw auto midden in de woestijn... en u heeft een lekke band... en
| |
[pagina 149]
| |
uw achteras is gebroken... en de benzine is op... en het eerstvolgende dorp is
600 kilometer verderop... en u heeft geen water meer... en alles wordt zwart
voor uw ogen... en boven uw hoofd cirkelen aasgieren rond...
Liggen zó uw problemen?...
Denk dan aan het oude wijze woord: ...
Refrein
En de vuilnisbak is van de trap gevallen... en u viel erachteraan...
En u was bij de fotograaf om een pasfoto te laten maken... en toen zei de foto-
graaf: ‘Nou, we zullen die kop van ú maar niet in de etalage zetten.’...
En u heeft een kwade brief geschreven naar de lagere school van uw dochtertje
omdat ze thuiskwam met het bericht dat het hoofd van de school subsidie
heeft gekregen voor een verhouding... en nu vertelt ze vandaag dat ze het ver-
keerd heeft verstaan en dat hij subsidie heeft gekregen voor een verbouwing...
En u heeft uw mond gebrand... en nu moet u op de blaren zitten...
En uw vrouw is weggelopen met een pantomimespeler... met een baard en een
bromfiets... en ze stuurde u een telegram uit de Ardennen... ‘Stuur onmiddellijk
geld’...
En iedereen is verkouden... behalve u... en nu vraagt u zich af of u soms anders
bent dan de anderen...
En u heeft een sinterklaaspak aan en een schimmel gehuurd... en u rijdt over de
daken om goed te doen... en overal waar u een cadeautje in de schoorsteen laat
vallen, stoken ze net de kachel lekker op... en uw schimmel heeft hoogtevrees en
werpt u af... en u hangt aan uw staf aan de dakgoot... en er komt een barst in uw
staf en uw staf kraakt... en niemand hoort u roepen...
Liggen zó uw problemen?...
Denk dan aan het oude wijze woord: ...
Refrein
Dit was het weer voor vandaag, vrienden. Ik stond weer met raad en daad voor u
klaar. Heeft u problemen, stuur ze me gerust. En waar ik het antwoord niet op
weet, zoekt u het zelf maar uit. En tot dan: lach erom, vrienden, lach erom.
| |
Overspel met poppenspelerMet raad en daad: waar konden we dat eerder lezen? Medio november 1960 verscheen het eerste nummer van het tweemaandelijkse jongerenblad Twen, dat daarna nog onder de titel Taboe drie nummers beleefde. Onder redactie van onder anderen André van der Louw werkten aan dit tijdschrift schrijvers en fotografen mee die destijds deel uitmaakten van de aanstormende Nederlandse culturele elite. In de | |
[pagina 150]
| |
In de vier nummers van Twen/Taboe (1960-1961) parodieerde Campert in zijn vaste bijdrage ‘Remco's daad en raad’ de destijds beroemde lezersrubriek ‘Lieve Lita’ van Libelle.
vier verschenen afleveringen komen we de namen tegen van Simon Vinkenoog, Lucebert, Gerrit Kouwenaar, Renate Rubinstein, Fritzi ten Harmsen van der Beek, Cees Nooteboom, Sanne Sannes, Ed van der Elsken en Eddy Posthuma de Boer. Campert verzorgde de brievenrubriek, ‘Remco's daad en raad’, waarin hij op jolige toon inging op vragen en problemen van lezers.Ga naar eindnoot11 Met onzinantwoorden op onzinvragen nam Campert de destijds populaire adviesrubriek ‘Lieve Lita’ uit het damesweekblad Libelle op de hak, waar lezers en lezeressen anoniem voor hun problemen gehoor konden vinden. Zo ontving bijvoorbeeld ene Madeliefje te Z., misschien wel een plaatsgenote van meneer A., het volgende advies: Ik zou geen overhaaste stappen doen die u later betreurt, Madeliefje! Er moet toch wel een oplossing zijn voor de slechte adem van uw minnaar. Bespreek het eens met uw man, misschien weet hij raad. Gedrieën vindt u er vast wel wat op! Meligheid troef. Of het nu ging over relaties, kamperen met een oom en tante of over geestverruimende middelen: Nee, geachte B. te K., het is niet bij de kruidenier verkrijgbaar. Waarschijnlijk bent u in de war met majoraan, een bekend lipbloemig heestergewas met eironde, grijsachtig groene blaadjes, als kruiderij bij spijzen gebruikt. Uw verzoek om ongebruikte postzegels en tramkaarten geef ik hierbij aan de lezers door. Uit de inboedel van Twen/Taboe kwam meneer A. te Z. tevoorschijn. Meneer A. is getrouwd en heeft een zoon en een dochtertje. Zijn vrouw loopt voortdurend bij hem weg en doet dat met de meest uiteenlopende types: een pottenbakker, een poppenspeler, een operazanger, een museumdirecteur, een sopraansaxofonist en een sneltekenaar. Ze dragen allemaal een baard en zijn in het bezit van een sport- | |
[pagina 151]
| |
vliegtuig of sportwagen. Elke keer vanuit een ander exotisch oord stuurt ze A. dan een pesterige ansichtkaart met de waarschuwing dat hij eraan moet denken het gas af te sluiten, haar trouw moet blijven en dat hij haar cadeautje voor Moederdag niet mag vergeten, zoals in de uitzending van 12 mei 1962: Ach, ach meneer A te Z.... wat heeft u zich weer lelijk in de moeilijkheden ge-
werkt....
U nam een hap van een appel.... en nu kunt u uw tanden niet meer uit het klok-
huis krijgen....
En u bent al de hele dag uit uw humeur.... want u bent met het verkeerde och-
tendblad uit bed gestapt......
En in uw ijver om u de kaas niet van het brood te laten eten..... viel u met uw
neus in de boter.....
En de binnenband van uw auto is lek.... en dat zou niet zo erg zijn als u niet in
die band midden op de Atlantische Oceaan dreef.....
En u heeft een poos geleden uw hoofdhuid gemasseerd met een haargroeimid-
del.... en nu groeit er nog steeds geen haar op uw hoofd.... maar wel op uw vin-
gers.....
En u wilde eens behulpzaam zijn in de keuken.... en toen heeft u de was in de
afwasmachine gedaan.... en de afwas in de wasmachine.....
En uw vrouw is weggelopen met een sneltekenaar.... met een baard en een
sportwagen.... en ze stuurde u een ansichtkaart uit Valencia met: ‘Vergeet m'n
cadeautje voor Moederdag niet’ erop.....
En u hebt de laatste tijd de indruk dat uw horloge niet gelijk loopt.... maar nu
weet u niet of het twaalf uur voor of twaalf uur achter loopt.
En vroeger noemden ze u ‘het lelijke jonge eendje’.... maar tegenwoordig noe-
men ze u ‘het lelijke oude eendje’......
En u heeft bij een Chinees restaurant vogelnestjessoep gegeten.... en nu hoort u
zo'n vreemd gekir en getsjilp in uw maag.....
En u heeft bijzonder lang gewacht en daarbij ook muisjesstil gezwegen en
eigenlijk had u het nooit gedacht.... en u heeft het dan ook niet gekregen......
Liggen zó uw problemen?
Refrein
En u heeft de huisbaas gebeld en hem gezegd dat hij nu eindelijk de kelder
eens moet laten droogmaken.... want toen u vanochtend in het bad zat, sprong
er opeens een kikker op uw buik....
En toen u laatst dat schilderij ophing, sloeg u de spijker op z'n kop.... dwars
door de muur heen op de kop van uw buurman....
| |
[pagina 152]
| |
En bijna niemand wil u meer ontvangen.... want u valt altijd met de deur in
huis.... en dat wordt op den duur zo begrotelijk.....
En u kunt het koord van uw pyjamabroek niet uit de knoop krijgen en nu wil
uw vrouw de knoop doorhakken.....
En uw baas heeft gezegd dat u uw biezen moet pakken.... en dat wilt u best
doen.... als u maar wist wat biezen voor dingen waren....
En op gezellige avondjes haalt de goochelaar altijd guldens uit uw neus... terwijl
u, als u thuis bent gekomen en het ook eens probeert, er alleen maar dubbeltjes
uit kunt krijgen.....
En altijd als u naar een vrouw wilt kijken, die niet úw vrouw is, valt uw bril van uw neus.....
En laatst wilde u uw handen eens flink uit de mouwen steken.... en toen
scheurde uw jasje......
En u loopt in een weiland en opeens ziet u een klavertjevier staan.... en dat wilt
u plukken.... maar u heeft zich nauwelijks gebukt, of u voelt een hevige schok
in uw rug en u belandt met een wijde boog in een aangrenzende sloot..... want u
had niet gezien dat er ook nog een stier in dat weiland stond.....
Liggen zó uw problemen?
Refrein
Zo vrienden, dit was het dan weer. Ik stond met raad en daad voor u paraat.
Heeft u problemen, stuur ze me gerust. En waar ik het antwoord niet op weet,
dat zoekt u zelf maar uit. En tot dan: lach erom, vrienden, lach erom.
| |
Komt rijk, komt raadNadat het grammofoonplaatje van De Gooyer in de handel was gekomen, tekende Campert nog voor één seizoen Specialiteitentheater. Kort daarvoor, in de zomer van 1963, had hij in een radio-interview met Nol Gregoor zijn werk voor de radio in het licht van zijn schrijverschap bezien. Het schrijven van de teksten voor Rijk de Gooyer was iets wat hij weliswaar met veel plezier had gedaan, maar hij voelde er zich in het dagelijks leven niet zo bij betrokken, niet zoals bij het schrijven van een gedicht, verhaal of een roman. In dat opzicht - Campert gaf het volmondig toe - was hij ook een broodschrijver. ‘Dat is gewoon een taak die ik op die dag een uur lang moet doen, schrijf ik die tekst en lever hem in, maar daar loop ik verder niet aan te denken. Dat is dus een ander soort schrijven, wat toch het echte schrijven is voor mij, waar ik dus dag en nacht mee bezig ben, gewoon. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed.’Ga naar eindnoot12 Met zijn teksten voor De Gooyer had Campert volgens Koopman het radioamusement van de vara een belangrijke impuls gegeven en naar een hoger niveau getild.Ga naar eindnoot13 Maar na drie seizoenen Specialiteitentheater vond Koopman het tijd voor iets | |
[pagina 153]
| |
In een Amsterdams café, 1959. Deze foto (van Eddy Posthuma de Boer) werd gebruikt voor het omslag van Een ellendige nietsnut en andere verhalen (1960).
nieuws en verdween het programma uit de ether. De laatste uitzending was op zaterdag 28 maart 1964. Bijna twintig jaar later deed Rijk de Gooyer een poging het succes van weleer te doen herleven. Onder regie van Bob Rooyens maakte hij voor de avro-televisie een aflevering van Komt Rijk, komt raad, waarin hij op humoristische wijze zoge- | |
[pagina 154]
| |
naamde vragen van briefschrijvers beantwoordde. Tussen de post zaten zowaar enkele vragen die in Specialiteitentheater ook waren gesteld. Campert had geen enkele bemoeienis met het programma, De Gooyer claimde dat hij het had bedacht.Ga naar eindnoot14 Komt Rijk, komt raad werd een fiasco. Er zouden aanvankelijk zes problemenshows worden opgenomen. Later werden dat er vier en uiteindelijk twee, waarvan de tweede nooit is uitgezonden. | |
[pagina 155]
| |
Tekening Peter van Straaten (uit privé-archief Remco Campert).
|
|