[2015/4]
Bij dit nummer
‘Je blies in je handen en er was muziek’, ‘Je stampte met de voet op de grond en er was een feest’, of ‘Poëzie is een daad van bevestiging’. Remco Campert (1929) is de bedenker van gevleugelde oneliners. ‘Nu moet je een foto nemen/ als je wilt lachen later’ is er ook zo een. Gelukkig hebben diverse schrijvers en fotografen die gedachte willen omarmen waardoor dit nummer kon ontstaan. Dát u deze dikke aflevering nu ook in handen hebt, is mede te danken aan de genereuze steun van de Vrienden van De Parelduiker.
De Parelduiker heeft geprobeerd, met medewerking van Campert zelf die toegang tot zijn persoonlijk archief verleende, een beeld te krijgen van de laatste der Vijftigers. Makkelijk is dat niet. Jan Cremer noemde hem ‘de Gladvergeten Vijftiger Babyface Verrukkulluk, een alleraardigste Jongen met een fantastiese bril’. Jaap Goedegebuure typeerde Campert als ‘de Scott Fitzgerald van de Nederlandse lost generation van de jaren 40-50’. En Kees Fens was aanvankelijk kritisch (‘Campert is in zijn vroegere poëzie misschien toch te vaak te opportunistisch geweest om veel gedichten de kans op een klassiek karakter te geven’) maar verborg later zijn bewondering voor zowel de dichter als de stukjesschrijver niet: ‘Campert vouwt het leven als een krant open.’
Campert is als literaire figuur gelukkig zo veelzijdig, dat er aanknopingspunten te over zijn. Daarom zoomt dit nummer in op wat minder bekende en bijzondere, karakteristieke aspecten van zijn werk: de invloed van jazz en film bijvoorbeeld en de totstandkoming van zijn officieuze debuut, Ten Lessons with Timothy (waar zijn toch die paar gestencilde exemplaren gebleven?). Een heftige briefwisseling met Simon Vinkenoog uit 1953 doet even vergeten dat Campert geen polemist is. We zien Campert als redacteur van verschillende tijdschriften en van de uitgeverij die hij altijd trouw bleef, De Bezige Bij. Minder bekend is misschien dat hij veel heeft vertaald en radioteksten leverde voor o.a. Rijk de Gooyer. En we lopen en rijden met Campert door het Antwerpen waar hij ooit woonde, en volgen het spoor door steeds meer ‘verdwijnend’ werk dat zo langzamerhand een schaduwoeuvre begint te vormen. Tot slot vroeg de redactie vier dichters van nu een ode op hem te schrijven.
In het feit dat Campert dit jaar de Prijs der Nederlandse Letteren kreeg toegekend zag de redactie van De Parelduiker een extra reden om met dit dubbeldikke nummer een strik op zijn oeuvre en persoonlijkheid te spelden. Het is tevens bij uitstek de manier om het twintigjarig jubileum van het blad luister bij te zetten.
De redactie