Het geluk is met de dwazen
Alida Beekhuis, Lehmanns levensgezellin.
Ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw ontdekte Louis de kunstenaarsgemeenschap Ruigoord. In dit dorp, ontstaan aan het einde van de Provotijd, trof Louis geestverwante vrije geesten als Theo Kley, Gerben Hellinga, Yvonne van Doorn, Herbert Curiel, Niels Hamel en Guus Boissevain. Hij voelde zich thuis op dit voormalige eiland, ooit basis van de watergeuzen in hun strijd tegen spaansgezind Amsterdam.
Al vanaf de vroege jaren zeventig werd Ruigoord een speelplaats van kunstenaarsverenigingen als De Keerkring en Universal Moving Artists, van De Nieuwe Wilden en ludieke bewegingen als de Insektensekte en het Amsterdams Ballon Gezelschap. Hier vonden zij een plek om plannen te realiseren.
Inmiddels experimenteert de homo ludens hier al meer dan veertig jaar. Er is geen ideologie, geen uitgesproken identificatie, al zijn er verwantschappen. In wezen is de Ruigoordse gemeenschap een verbond van individualistische kunstenaars.
Behalve het feit dat een negentiende-eeuws dorpje zich verzette tegen vernietiging en vervanging door olietanks, schoonheid tegen lelijkheid, wat sowieso op Louis' sympathie kon rekenen, vond hij hier een vorm van anarchisme die hem zeer beviel. Tussen de dreadlocks en de hanenkammen, Afrikaanse drummers en oude provo's voelde hij zich thuis. Met veel plezier trad hij regelmatig op in het ‘heidense’ kerkje. Daar droeg hij voor, speelde piano en danste zijn onnavolgbare ‘Tango is weif'lend lopen met veel twijfel’. In de kerk hing het gedicht ‘The little vagabond’ van William Blake, dat de sfeer treffend weergeeft:
But if at the church they would give us some Ale
And a pleasant fire, our souls to regale,
We'd sing and we'd pray, all the live-long day
Nor ever once wish from the church to stray...
En boven de hoofdingang hangt het motto Fortuna Favet Fatuis: het geluk is met de dwazen. Dat was Louis op het lijf geschreven.
In 2004 kreeg Louis de Ruigoord Trofee, die elk jaar wordt toegekend aan een woordkunstenaar die een bijdrage levert aan deze ‘culturele vrijhaven’. Na Simon Vinkenoog was hij de tweede auteur die dit eerbewijs ontving. Na hem volgden onder anderen Diana Ozon, Hans Verhagen, Willem de Ridder en Tosca Niterink, non-conformisten die Ruigoord in woord en daad steunen.