Laagwater
Bart De Man, Jan Kostwinder en de kunst van het polemiseren
Hein Aalders
In het Vlaamse literaire tijdschrift De Brakke Hond stond onder de schuilnaam Bart De Man in de jaren negentig van de vorige eeuw in vrijwel elke aflevering een polemische aanval op een gevestigde literaire reputatie. Over de NRC-criticus K.L. Poll schreef De Man: ‘Ik stel me hem voor als een man die zijn bolhoed ophoudt als hij in bed stapt. Geen onvertogen woord komt uit zijn mond. De middelmaat is zijn enige milieu. Hij is dan ook de geboren compromissluiter.’ Ton Anbeek noemde hij een ‘analfabeet’. En het werk van Benno Barnard was ‘heroïserend gekoketteer met de eigen woordacrobatie’.
Tot op de dag van vandaag is het een goed bewaard geheim wie zich achter dat pseudoniem van Bart De Man verschool. Het zou ‘een behoorlijk bekende auteur, ook in Nederland’ zijn. Men zegt dat het Paul Claes was. Maar er waren er meer die af en toe de jas van Bart De Man aantrokken. Een van hen was Jan Kostwinder (1960-2001), een Nederlandse schrijver, die om een of andere reden meer gehoor vond in België dan in Nederland. Herman De Coninck plaatste zijn verhalen graag in diens Nieuw Wereld Tijdschrift. En Brakke Hond-redacteur Leo De Haes, die tevens contactpersoon met de ‘echte’ Bart De Man was, zorgde dat Houtekiet / de Prom Kostwinders boeken ging uitgeven.
In 1993 en '94 publiceerde Kostwinder drie Bart De Mannen in De Brakke Hond. Deze en andere beschouwende stukken van Kostwinder verschenen onlangs onder de titel Het bezinksel van de waarheid. Polemieken, portretten en brieven bij Reservaat in Heiloo. Daarin fileerde hij voormalig bentgenoot en ‘draaikont’ Joost Zwagerman, ‘kwezel’ Adriaan Morriën (‘een pantoffelheld die het bordeel nodig heeft om zich een Echte Man te voelen’) en ook de ‘kouwe kak’ van Jean Pierre Rawie was het mikpunt van zijn spot.
Maar naast het vilein is het wel degelijk ook de scherpe analyse van hun werk die hout snijdt en laat zien dat voor Kostwinder literatuur alles was. Hij schreef met een hartverwarmende ernst. De literatuur nam hij volledig serieus en hij kon het niet goed zetten als collega-schrijvers dat niet deden. Arie Storm was overweldigd na het lezen van deze stukken en herkende in Kostwinder een enorm talent, maar concludeerde ook teleurgesteld: ‘Het fanatisme waarmee hij literatuur bedreef, bestaat nauwelijks meer.’ (Het Parool, 2 januari 2013)