Uitreiking Reina Prinsen Geerligsprijs op 24 november 1954 in de Aula van de Gemeente Universiteit in Amsterdam. V.l.n.r. Henk Romijn Meijer, Anton Coolen, Anna Blaman, Hella S. Haasse en de heer R.H. Prinsen Geerligs (collectie Letterkundig Museum).
door U gegeven naam te publiceren. Ook door de sprekende hond blijkt de schets te slaan op een nog in
leven zijnde persoon. Bij publicatie moet U die naam veranderen en de hond weglaten. Ook Mevr. v. Lelyveldt-Haasse verzoekt U bij de prijsuitreiking
niet deze schets voor te lezen.’
Hella S. Haasse vormde dat jaar samen met Anna Blaman, Antoon Coolen en Adriaan Morriën de jury. Het mag dus opmerkelijk genoemd worden dat zij als jurylid een boek bekroont en de prijswinnaar vervolgens bij monde van bestuurslid mw. Geerligs-Zon laat weten geen prijs te stellen op het voorlezen van een van de zeven verhalen.
Al met al een pikant gegeven: bestuur en jury oefenen gezamenlijk druk uit op de jonge laureaat: niet voorlezen in de aula en bij publicatie zelfcensuur toepassen.
Het betreft hier het verhaal ‘Na het concert’ dat gaat over de nadagen van de ooit beroemde zangeres Andra Stephanowski. In haar kamer herinnert alles aan haar roemrijke jaren, waaronder een brief van dirigent Willem Mengelberg en vele foto's. Allemaal vergane glorie en peilloze eenzaamheid, het schrijnendst verbeeld in deze passage: ‘Tegen de vleugel stond een accordeon, daarnaast een grote, opgezette hond met wijd open, glasachtige ogen. Om zijn hals hing een stuk karton waarop sierlijk in rode letters was getekend: Riki, de Enige Sprekende Hond.’
De dag na de prijsuitreiking schrijft zijn vader hem een bezorgde brief. Ook hij vraagt zich af waarom sommige verhaalfiguren zo herkenbaar naar het leven getekend zijn. ‘Het heeft mijn plezier gister wel wat vergald. Je figuren zijn veel te doorzich-