bekend. Wellicht via Jef Last, die in de oorlog veel in het hofje kwam voor Freek Mulder met wie hij een Spaans restaurant runde (Paul Arnoldussen, ‘De geheimen van het studentenklooster’, Het Parool 21-11-1998). Met name broer Karel van het Reve kwam veel bij de Lasten over de vloer, dus mogelijk is het via hem gelopen. Een andere lezing is dat Reve de kamer overnam van Gerrit Kouwenaar, maar de woningkaarten spreken dit tegen. Op 9 december 1948, de dag van zijn huwelijk met Hanny Michaelis, werd Reve uitgeschreven naar Achtergracht 7 bv.
Op de acht foto's van Frits Gerritsen bij het artikel is Reve tweemaal te zien. Van deze foto's worden in de collectie van het Rijksmuseum originele afdrukken bewaard, afkomstig uit het archief van O.V.N., evenals de aflevering waarin ze staan afgebeeld. Op de ene foto schrijft Reve volgens het onderschrift aan zijn nieuwe roman. Op de andere foto zien we Reve met een of ander instrument in zijn hand. Hij is dan op bezoek bij het echtpaar Thoenes samen met een paar andere kloosterlingen. Wie wie is, is moeilijk uit te maken. De tekenaressen Ilse en Boukje staan erop, en de man die op de andere foto een petroleumstel reviseert, maar verder zijn de personen niet thuis te brengen. Fotograaf Gerritsen kan het zich, zo lang na dato, niet meer herinneren.
Reves verhuizing uit het hofje was op 9 december officieel, maar op 12 november schreef hij aan Willem Frederik Hermans, die toen in Canada verbleef, dat hij al verhuisd was. ‘Ik ben uit de Suikerhof weg, en voor de goedkoopte en gezelligheid bij Hanny ingetrokken, omdat ik daar toch al half woonde.’ Ten tijde van het verschijnen van het artikel en al eerder, was hij druk met het zoeken naar een ander huis. Het ‘kloosterleven’ beviel hem niet, hij vond de Suikerbewoners lastig. ‘Ze onderhielden me er over, dat ik “niet genoeg kontakt zocht met de anderen”, niet aan het Hofjesleven deelnam en tenslotte weigerden ze me een betere kamer, waarop ik volgens anciënniteit recht had. Dit ging me te ver. Ik ben met mijn gehele inboedel vertrokken en heb uit een opslag beneden (waarvan niemand de eigenaar weet te noemen) een fraaie, gave hangklok kunnen meenemen, voor mijn moeder een reusachtige, zeer lelijke, ingelijste ets van een grootheid, waarop ze al lang haar begeren had gezet en nog enige andere zaken, die ik niet opsom.’ Op de kamer van Reve kwam ene Jan le Grand te wonen, student medicijnen, die tot Reves verbazing een prachtige woning met uitzicht en veel zon in de Galerij van het voormalig Paleis voor Volksvlijt achterliet. ‘Waarom gaat zo iemand weg? Ik heb me er het hoofd over gebroken. Wel zijn een groot deel van de Hofjesbewoners mieten en deze student, Legrand geheten, vertelde dat hij zo goed met Clemens Bruhl kon opschieten, een Duitse, suikerzieke, 23-jarige kwerulant. Dit moet de sleutel tot het geheim wezen.’ (Verscheur deze brief, p. 26-27)
Het Nieuwe Suykerhofje bestaat nog steeds, maar niet meer als studentenwoningen. Het zijn nu prachtige appartementen die grondig zijn gerenoveerd en tot Rijksmonument zijn verklaard. Het hofje is niet te bezoeken maar de website van Bureau Monumenten & Archeologie toont het in opgepoetste staat.