De Parelduiker. Jaargang 9
(2004)– [tijdschrift] Parelduiker, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Sander Bink
| |
[pagina 72]
| |
De zuster tot wie Couperus zich hier richt, was Marie (Agneta Wilhemina Maria) Krijgsman (1868-1952). Couperus kende haar vermoedelijk niet persoonlijk, want de initialen uit de adressering behoren niet haar maar haar zoon Edu (Karel Eduard), toen eenentwintig, toe. Dat Wagenvoort en Couperus goed bevriend waren, is wel zeker. Desondanks zijn de plaatsen waar Couperus zich nadrukkelijk en in positieve zin over deze vriendschap uitlaat, schaars.Ga naar eind4 Welk boek kreeg Couperus op zijn verzoek toegestuurd? Dat is gissen. Op het moment van de briefkaart woonde Maurits Wagenvoort in Siena (Italië). Mogelijk heeft Couperus zich eerst tot hem gewend met het verzoek om toezending van een van zijn boeken. Wellicht heeft Wagenvoort toen geopperd het verzoek te richten tot zijn zuster in Nederland, die gemakkelijker (of misschien wel: als enige) de beschikking over een exemplaar had. Een plausibele gok luidt dat het gaat om Wagenvoorts reisverslag Van Madrid naar Teheran (1907). Het is het boek dat Couperus zelf noemt in een van zijn feuilletons uit Spanje, waarin hij zijn vriend Wagenvoort - die de Couperussen min of meer overhaalde naar Spanje te gaan - op het matje roept: ‘Waarom komt - ik zie, dat het zóo persoonlijk niet is - iedereen in Italië terug en waarom komt men in Spanje, na zijn reis van toerist, niet terug? Ik zoû dat wel willen vragen aan mijn vriend Maurits Wagenvoort, die zoo gloeiend over Spanje geschreven heeft in zijn boek: Van Madrid naar Teheran; ik zoû hem willen vragen: beste Maurits, als je zóo verrukt was over Spanje en Sevilla, waar je verdiept was in je “Droomers”... waarom ben je dan, na een van je mooiste boeken te hebben geschreven, nooit meer eens in Spanje terug gekeerd en ontmoet ik je wèl telkens in ons dierbaar Italië? Waarom niet, zeg mij o Maurits? Of liever, als wij weêr eens elkaâr ontmoeten in de Calzaïoli of op het Corso, leg het mij, o Maurits, uit en verdedig dan te gelijker tijd, o vriendje heerlijk Spaansch enthoeziasme!’Ga naar eind5 Of Wagenvoort op deze uitdaging is ingegaan, is niet bekend. |
|