Jan van Hattem
De aap gevlooid
‘Het is niet overdreven te zeggen, dat met de dood van de contemporaine lezers een literair werk sterft. Het zal nooit meer zo verstaan worden als zij het lazen, in hun cultuur, taal en literaire context.’ Met deze uitspraak van Kees Fens besloot Ronald Spoor zijn artikel ‘Elsschots aap uit de mouw’ in De Parelduiker, jrg. 2 (1997), nummer 1, p. 66-69. Op verzoek van Paul Vincent, de Engelse vertaler van Elsschots Villa des Roses (1913), was Spoor enige jaren daarvoor een speurtocht begonnen naar de betekenis van Soleilland, een van de vele koosnaampjes voor het aapje van pensionhoudster Madame Brulot, dat uit wraak in het open haardvuur belandt.
Al eerder had Johan Anthierens, in zijn Willem Elsschot: Het Ridderspoor (1992), enkele suggesties op een rijtje gezet: ‘Dochter Ida de Ridder gokt op een variant van “Zonneklopper”, Zuidnederlands voor een lanterfanter, [en] Marc Somers, van het “Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven”, tipt op het waspoedermerk Soleil, dat begin van de eeuw een begrip was [...].’ Allebei onjuist, meende Anthierens, en hij vervolgde: ‘Een meerderheid gealarmeerden neigt naar een allusie op en verbasteren van de naam Soleiman El-Halébi, een drieëntwintigjarige Turk, student rechten en theologie, fanatiek islamiet, die op 14 juni 1800 in Caïro de Franse generaal Jean-Baptiste Kléber vermoordde [...].’
Maar uiteindelijk bleek ook die suggestie te vergezocht. Het was ten slotte Ronald Spoor, die bij het maken van een register op de Brieven 1888-1961 van Alexander Cohen de vondst deed. De journalist Cohen bleek in De Telegraaf van 15 februari 1907 een artikel te hebben gewijd aan wat ‘de zaak Soleilland’ heette. Een Parijzenaar had een aan zijn zorg toevertrouwd meisje op weerzinwekkende wijze verkracht en vermoord. Spoor opperde in De Parelduiker: ‘Elsschot woonde ten tijde van deze moord in Parijs. Hij zal het verhaal in de Parijse bladen gelezen hebben of in zijn pension gehoord. Ida De Ridder sluit niet uit dat Elsschot De Telegraaf werd opgezonden [...] Het is dus denkbaar dat Elsschot Cohens artikel in Parijs onder ogen heeft gehad. Ik ga er echter vanuit dat Elsschot rechtstreeks geïnformeerd was over de spraakmakende zedenmoord van Soleilland.’
Met die laatste opmerking zat Spoor warm, maar het ontbrak hem aan bewijs. Het aapje in Elsschots roman permitteert zich af en toe onzedelijk gedrag, dat hem nauwelijks kan worden aangerekend. Dat hij de bijnaam Soleilland heeft gekregen, moet er volgens mij welhaast op duiden dat ook de Parijse misdadiger verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht én dat Elsschot daarvan op de hoogte was. Het kran-