Fjodor Klondyke, De demon van ivoor (uit Catalogus 51 van Antiquariaat Aioloz, Leiden)
pseudoniem Fjodor Klondyke had gepubliceerd. Ik was achter het bestaan van deze boekjes gekomen via Jan Kuijper, die als eerste over Klondyke zou publiceren in
Populaire literatuur (1974). Ook al was Hermans onaangenaam verrast over het bekend worden van zijn jeugdzonde, hij wilde toch wel enige informatie geven. Hij had deze boekjes aan het eind van de oorlog geschreven tegen een vergoeding van
f300, - per stuk. Ze werden na de oorlog gedrukt en verspreid via sigarenboeren en stationskiosken; het astronomische oplagecijfer van 10.000 dat Hermans noemde, heb ik altijd met een korreltje zout genomen. Hermans zal geen weet hebben gehad van de precieze oplaag en hij had er ook geen direct belang bij: hij was met een eenmalig bedrag afgekocht.
Tijdens ons bezoek noemde Hermans de naam van de drukker: De Motor, en diens adres: Tweede Weteringdwarsstraat in Amsterdam. Kort daarop ben ik door deze achterafstraat gefietst, maar van de drukkerij was geen spoor te bekennen. In het Gemeentearchief van Amsterdam raadpleegde ik oude telefoonboeken en overzichten van bedrijfsarchieven: geen vermelding van De Motor te vinden.
Sindsdien is er links en rechts over Klondyke gepubliceerd, maar niemand wist iets te achterhalen over de uitgever. Hans van Straten kwam in zijn Hermans-biografie (1999) zelfs met een uitgever uit Bandoeng opdraven, die werk van Du Perron in hetzelfde formaat als de Klondyke-titels had uitgegeven en daarom de drukker van de Thriller-serie moest zijn.
Over de periode waarin Hermans de Klondyke-boekjes schreef, publiceerde Piet Calis in Het ondergronds verwachten (1989). Klondyke komt er niet in ter sprake, wel Hans van Straten, wiens doopceel op p. 521 wordt gelicht. Op dezelfde pagina zijn de personalia opgenomen van Peter Verhoeff, die na de oorlog tot 1947 deel uitmaakte van de redactie van Podium; vervolgens werd hij redactie-assistent van Vrij Nederland. ‘Hierna zette hij met zijn vriend Waling Dijkstra een “Fabriek voor avonturenromans” op: de produktie van deze fabriek, die ongeveer tien romans bedroeg, verscheen bij de Nederlandse Keurboekerij.’
Er was voor mij niet veel reden om aandacht te besteden aan Peter Verhoeff, totdat in 2003 de biografie van Jan Arends verscheen, van de hand van Nico Keuning: Angst voor de winter. Daar kwam op p. 86 Verhoeff weer te voorschijn, voorzien van een opmerkelijk adres: ‘De kennismaking van Verhoeff