nenklooster in de Maleisische stad Johor Bahru. Maar ook dat voornemen sneuvelde.
Toch is het niet allemaal kommer en kwel. De paar medewerkers van naam die er in staan, maken deze felicitatiebundel nog enigszins de moeite van het lezen waard. Acteur Willem Nijholt dist een amusante anekdote op over het stoere streepjesoverhemd dat hij eens van Reve kreeg. Hans Hafkamp verhaalt hoe hij door het lezen van Reves werk zich bewust werd van zijn eigen homoseksualiteit. ‘Deskundige te Haarlem’ Nop Maas, inmiddels door Schafthuizen verketterd, weet op één a4-tje aannemelijk te maken dat Reve al die jaren ‘niet tevergeefs geschreven en gestreden’ heeft.
Veruit de aardigste bijdrage is geschreven door de journaliste Bibeb. Zij blikt terug op haar eerste kennismaking met Reve - De Avonden was toen nog niet verschenen - en op het interview dat zij hem in 1964 afnam voor Vrij Nederland. Toen zij het hem vooraf liet lezen, schrok hij van zijn eigen openhartigheid. Onder het motto: ‘koning alcohol helpt’ greep Reve vervolgens eigenhandig in de tekst in om zijn mededeelzaamheid te benevelen. Aan de ene fles wijn die Bibeb naar waarheid had vermeld, voegde Reve toe: ‘Ontkurkt tweede fles wijn’. En even verderop: ‘De derde fles is bijna leeg. “Ik zal nog maar een flesje wijn openmaken”.’ Om in een roes te eindigen: ‘Schenkt de wijn naast zijn glas, op de vloer.’
Het ontbreken in dit vriendenboek van voor de hand liggende participanten - Hanny Michaelis, Theodor Holman en Tom Rooduijn, om enkelen te noemen - roept vragen op. Werden zij niet benaderd of wilden zij niet meewerken? Van Bladel weigert desgevraagd de namen te noemen van de personen die niet op zijn uitnodiging zijn ingegaan. Hij respecteert hun weigering. ‘Er was 1 participant die een bijdrage inzond die, fatsoensrakker die ik ben, bij mij in het verkeerde keelgat was geschoten en absoluut ook bij Gerard in het verkeerde keelgat zou zijn geschoten en dat laatste wilde ik voorkomen. Dus die participant is medegedeeld dat de bijdrage niet in aanmerking kwam.’
Naar verluidt heeft Van Bladel alle correspondentie die hij voor dit boek heeft gevoerd, verzameld in een dossier, getiteld Rond het Liber Amicorum voor Gerard Reve, dat onlangs is toegevoegd aan het Augustini Revianum in Weert. Misschien is daarin ook een verklaring te vinden voor het feit dat een felicitatieboodschap van de gemeente Weert ontbreekt. Die hebben na het tumult rond de aankoop van de Reve-collectie waarschijnlijk gedacht: dit eens maar nooit weer.
Het Liber verscheen niet in de handel. Reve ontving het ingebonden origineel. Voor elk van de participanten werd één exemplaar vervaardigd (alle sub numero 5), dat zij tegen kostprijs konden aanschaffen. De eerste vier ingebonden en genummerde afdrukken gingen naar koningin Beatrix (no. 1), de Reve-verzameling in Weert (no. 2), het Letterkundig Museum (no. 3) en naar David van het Reve (no. 4). Daarnaast werd nog een aantal hors commerce-exemplaren opgelegd, speciaal voor degenen die er nog een extra wensten. Of toch voor de handel? Door een antiquaar in Friesland werden onlangs twee exemplaren aangeboden. Bij navraag bleek het te gaan om twee h.c.-edities, die hij inmiddels voor tweehonderd euro per stuk had verkocht. Het kan bijna niet anders of deze handelsgeest zal zelfs bij Joop Schafthuizen ontzag wekken, zij het ongetwijfeld knarsetandend.