Arends' opleiding op de toneelschool werd echter geen succes. Hij werd geplaatst in klas 1A, die bestond uit zeven leerlingen. Daadwerkelijk een carrière op de planken maakten zijn medeleerlingen Wil Zuidema, Kathenka van der Werff en Tob de Bordes. Arends hoorde samen met Elly Snijders, Willy Sillevis en Aty Scherphuis tot de minder succesvolle leerlingen.
Het kerstrapport werd tevens Arends' laatste beoordeling op de toneelschool. De docent dramatische letterkunde merkte op dat Arends niet in staat was de stof te verwerken noch te reproduceren. Johan Fiolet rapporteerde over het vak toneelspel: ‘Soms denk ik: ja - er zit toch iets in de jongen. Andermaal concludeer ik: nee - 't wordt toch niets. Maar hij is de eenige die zich onderscheidt door eenige oorspronkelijkheid. Of er een tooneelspeler in hem schuilt - weet ik nog niet. Om het te weten zou ik adviseeren - laat hem voorloopig blijven.’
Fiolets collega voor toneelspel, Ben Groenier, was aanmerkelijk minder weifelachtig: ‘Ik geloof dat ik me bij het toelatingsexamen vergist heb. Ik heb tegenover Jan Arents [sic] een fout gemaakt die ik niet meer herstellen kan. Deze jongen valt me tegen wat z'n mogelijkheden betreft misschien. Bovendien is hij een poseur. Leeft in een zelfoverschatting. Van een mogelijkheid en aanwezigheid van talent hebt [sic] ik niets meenen te bespeuren. Ik geloof niet dat we met hem verder moeten gaan.’
De docent voor het vak voordrachtskunst constateerde ‘ondanks goede wil weinig resultaat’.
Hanny Veldkamp ging over stemvorming en uitspraak: ‘Zeer veel bezwaren te overwinnen, die gedeeltelyk samenhangen met zyn karakter. Ademtechniek en toonvorming laten nog te wensen over. Voldoende articulatievaardigheid. Heeft de tong-r aangeleerd. Niet zeer yverig, veel lessen verzuimd.’
De docent solo- en koorzang en muziekleer vond Arends' vlijt voldoende en zijn gedrag goed, maar noemde hem toch een moeilijke leerling.
De docent bewegingskunst ten slotte deelde mee dat Arends ‘door zelfingenomenheid weinig vordering’ maakte en dat hij een ‘storend element in de groep’ was.
De kerstrapportage bevat ook nog een psychologisch portret van Jan Arends. Dat windt er geen doekjes om: ‘Een buitengewoon ongeduldige, nerveuze persoonlijkheid. Zeer ongeduldig en ongeremd. Zeer egocentrisch. Neuroticus. Lastig, opbruisend en onbeheerst. Hij is heerszuchtig, heeft last van stemmingen. Hij heeft wel artistieke kwaliteiten, maar wordt belemmerd door de neurose. Psychotherapie valt sterk aan te bevelen. Hij vergist zich vaak in de werkelijkheid. Ziet de dingen te veel van zijn eigen gezichtshoek uit. Hij is een schizoïde figuur.’
Het archief van de Toneelschool bevindt zich in hetnti. Met dank aan Paul Post.