die geen van beide klassiekers kennen, zal een combinatie van twee geen exclusief beeld opleveren van één klassieker. Dan beter een aparte zombieversie van De stille kracht.
Een ander bedenkelijk punt is dat sommige personages een flinke verandering hebben ondergaan. De Tine die Adelmund neerzet lijkt in de verste verte niet op de rustige, lijdzame echtgenote van Max. In Adelmunds versie ontpopt zij zich als een ninja-strijdster die niet onderdoet voor Buffy of Catwoman (stripheldinnen). Als het dorp aangevallen wordt door een bende slapers weten de andere dames niet wat ze moeten doen, maar ‘Tine niet. [...]. Ze ging klaarstaan in de houding die zo typerend is voor pençak. Haar bloed ging sneller stromen.[...] Haar saimessen waren als tijgerklauwen zo scherp, en Tine wist hoe ze te gebruiken. Ze doorstak de opgeblazen slapers zo vaak dat ze leegliepen en verstrikt raakten in hun eigen ingewanden; en de uitgemergelde, ingedroogde slapers brak ze al hun botten. Steeds volgde als laatst de genadesteek: het sterke staal door oogkas, slaap, of schedelbasis, waardoor de hersenen werden geraakt en de slaper als een lappenpop ineenzakte’.
Voorts voegt Adelmund niet alleen veel toe, hij laat ook veel weg. Op het eerste gezicht valt daar iets voor te zeggen. Het verhaal krijgt meer vaart. Films van Ingmar Bergman zijn voor velen nu immers ook te traag? En zoals u weet was het ook Multatuli's doel niet de lezer lang bezig te houden met uitweidingen want hij vreesde ‘te zeer hem af te schrikken door wat zwemen zou naar langdradigheid.’ Een uitvoerige beschrijving van het ‘mechanismus van het bestuur in deze landstreken’ achtte hij daarentegen noodzakelijk. Adelmund niet. In plaats van een heel hoofdstuk in het origineel, gebruikt hij hiervoor luttele pagina's. Zo is de vergelijking van de bestuurstructuur met de Middeleeuwse ‘Ryks-, Mark-, Gauw- en Burggraven van het Duitse Ryk’ gesneuveld. Dat is voor Havelaarlief-hebbers een zwaktebod. Er gaat een hoop (historische) couleur locale verloren. En literaire waarde. Want los van het feit dat Multatuli's boodschap met deze bewerking een groter bereik krijgt, gaat het ook om de vraag of de Havelaar als literair monument zo het best behouden blijft. Het is in dat opzicht te hopen dat lezers van de zombiehavelaar nieuwsgierig raken naar het origineel.
Maar hoe je het ook wendt of keert, een levendige receptie is onontbeerlijk voor het voortbestaan van een literaire klassieker in ons collectieve geheugen. Al is het dan alleen via het minimale basisverhaal. Laat de bewerkingen, pastisches en parodieën maar komen! Of een Saïdjah en Adinda, the musical misschien?
Het laatste woord is aan Multatuli. Wat zou hij er zelf van hebben gevonden? Toevoegingen van concurrenten als Couperus had hij waarschijnlijk verafschuwd. Maar het genre fantasy kon hij vast op waarde schatten. Hij schreef zelf immers fantasy avant la lettre met een serieuze ondertoon. In Miljoenenstudiën belandt de ik-persoon in de onderwereld en knoopt een maatschappelijk geëngageerd ge-